‘Oplossing Ennia heeft hoe dan ook nadelige gevolgen’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Den Haag - ,,De oplossing voor Ennia zal hoe dan ook nadelige financiële gevolgen hebben”, stelt demissionair minister Hugo de Jonge (CDA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Niet ingrijpen zou verstrekkende maatschappelijke gevolgen hebben op de korte en lange termijn en acht hij ‘bestuurlijk niet verantwoord’. ,,Met de regering van Curaçao wordt op dit moment nog besproken hoe de oplossing van Ennia zo kan worden vormgegeven dat, rekening houdend met het Cft-advies (College financieel toezicht), de gevolgen voor de overheidsfinanciën van Curaçao acceptabel zijn.”
De bewindsman antwoordt dit op vragen uit de Eerste Kamer, met name over het negatieve Cft-advies. In dit Cft-advies aan de minister van Financiën van Curaçao wordt namelijk gewezen op mogelijk ernstige gevolgen van de Ennia-oplossing.
Zo wordt door het College geconcludeerd: ,,De voorgestelde Ennia-oplossing zal voor Curaçao leiden tot een sterke verhoging van de overheidsschuld en de schuldquote. Deze voorziene schuldoploop, met bijbehorende oploop van de rentelasten, is, nu het Land herstelt van de coronacrisis en mede op basis van het Landspakket tot structurele hervormingen wil komen, zeer onwenselijk.”
Het Cft wijst erop dat de additionele rentelasten niet alleen andere (productieve) overheidsuitgaven verdringen, maar er ook toe leiden dat de mogelijkheden van Curaçao om de nodige economisch rendabele investeringen te financieren de komende jaren ernstig worden beperkt.
De leden van de PVV-fractie in de Eerste Kamer - waarbij de fracties van BBB en JA21 zich aansluiten - stellen de volgende vraag hierover: ,,Kan de regering aangeven wat er concreet met deze kritische opmerkingen van het Cft Curaçao en Sint Maarten is gedaan?”
Het antwoord van BZK-minister De Jonge hierop is als volgt: ,,De zorgen van het Cft herken ik. Ik heb daarvoor al met de landen gesproken over de gevolgen en risico’s van zowel een doorstart als een gecontroleerde afwikkeling van Ennia. De landen hebben vervolgens aangegeven de voorkeur te geven aan een doorstart. De landen verstrekken zelf de leningen aan Ennia en dragen dus het risico en de gevolgen en deze keuze wil ik respecteren.”
Ook de CDA-bewindsman stelt, in navolging van staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66) van Koninkrijksrelaties, dat ‘een akkoord over de oplossing voor de problemen bij Ennia door Nederland als voorwaarde is gesteld voor een lagere rente op de herfinanciering van de covidleningen’. Want, zo schrijft De Jonge, ‘de problemen vormen een groot risico voor de begrotingen en de sociaaleconomische ontwikkeling van de landen’. ,,Herfinanciering zonder deze problemen op te lossen, zou leiden tot financieringsafspraken die de landen (op termijn) niet zouden kunnen nakomen.”
De doorrekening van Curaçao is inmiddels beschikbaar en geeft volgens de Nederlandse minister geen aanleiding tot aanpassing van de leenvoorwaarden van de covidleningen. ,,De draagkracht van het land is voldoende.” Over de oplossing voor Ennia is op dit moment met Curaçao nog geen bestuurlijk akkoord bereikt. ,,Als dit niet wijzigt, zal dit leiden tot een hogere risicopremie, omdat de huidige situatie bij Ennia een risico voor de landsbegroting vormt.”
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.