Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het stationsschip Zr.Ms. Groningen van de Koninklijke Marine in het Caribisch gebied, heeft bij twee drugsvangsten ongeveer 985 kilo cocaïne onderschept. Dit gebeurde vorige week maandag en dinsdag al, maar werd gisteren bekendgemaakt.
In beide gevallen werd de bemanning van het Nederlandse marineschip door een Amerikaans patrouillevliegtuig ingelicht over verdachte go-fasts. Dit zijn snelle boten die vaak door drugssmokkelaars worden gebruikt. Na deze meldingen werd vanaf de Groningen de Frisc - een snelle onderscheppingsboot - te water gelaten, met aan boord niet alleen bemanning van de Groningen, maar ook een afvaardiging van de US Coast Guard (USCG).
Bij de eerste onderscheppingsactie gaven de verdachten zich pas over nadat er waarschuwingsschoten waren gelost. Bij de tweede actie was schieten niet nodig om de smokkelboot tot stilstand te brengen. Alle verdachten en de pakketten met cocaïne zijn overgedragen aan de Amerikanen, die over zullen gaan tot vervolging.
Desgevraagd laat Marinka Hiraldo Vos-van Kooten, woordvoerder van Defensie Caribisch gebied, weten waarom de smokkelaars niet op Curaçao, maar in Amerika worden vervolgd: ,,Zodra er op volle zee (dit zijn de internationale wateren die niet tot het territorium van een land behoren, red.) wordt geopereerd, is de USCG bevoegd om over te gaan tot daadwerkelijke aanhouding en vervolging. Zodra wij als Nederlandse Defensie opereren in het kader van antidrugsoperaties, op volle zee in het Caribisch gebied, hebben we altijd leden van de USCG aan boord. Zij gaan samen met een aantal Nederlandse bemanningsleden mee op de onderscheppingsboten.”
Dit betekent dus dat van drugssmokkel verdachte personen alleen op Curaçao worden vervolgd als hun aanhouding plaatsvond in de territoriale wateren van Curaçao. Bij de onderscheppingen van vorige week was dit dan ook niet het geval.