Gilbert Martina reageert op huidige ontwikkelingen
Door Steffen Broeders
Willemstad - In gesprek met het Antilliaans Dagblad geeft Gilbert Martina, algemeen directeur van het Curaçao Medical Center (CMC), een update over een aantal belangrijke kwesties, die invloed hebben op de continuïteit van de ziekenhuiszorg op het eiland.
Allereerst reageert Martina op de precaire situatie rond het personeelstekort onder OK-assistenten. In de huidige situatie zijn er 7 tot 8 nieuwe nodig. Martina heeft op dit vlak goed nieuws te melden: ,,Het CMC heeft 7 nieuwe OK-assistenten weten aan te trekken uit het buitenland; 6 uit Colombia en 1 uit Suriname en nog een drietal, waarvan de arbeidsovereenkomst nog moet worden ondertekend.” Hoewel dit goed nieuws is, benadrukt Martina wel dat men niet in de toekomst kan kijken. Met andere woorden: als er nog meer OK-specialisten hun dienstverband opzeggen, moet ook hiervoor vervanging worden gezocht. ,,Inmiddels zijn er wel goede contacten in Colombia om eventuele toekomstige uitstroom van OK-assistenten direct aan te vullen zodat de OK-capaciteit niet aangetast al worden”, aldus Martina.
En hoewel er nu nieuwe personeelsleden zijn aangetrokken, betekent dat niet dat die ook à la minute de werkvloer op kunnen. Integendeel. ,,We zijn nu bezig om voor deze mensen een werkvergunning aan te vragen, en vervolgens een verblijfsvergunning. Dit is een proces dat momenteel 8 tot 10 maanden duurt, en dat is te lang. Om die reden willen we in gesprek met de verantwoordelijke ministeries, Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) en Justitie, zodat we deze kostbare tijd hopelijk kunnen terugbrengen tot maximaal 3 weken. Nadat de werk- en verblijfsvergunning zijn afgegeven moeten de nieuwe kandidaten ingewerkt worden op het OK-complex van het CMC”, aldus Martina.
Niet alleen op het gebied van OK-assistenten is er sprake van tekorten. Zoals bekend heeft de Landsverordening normering topinkomens (LNT) onrust veroorzaakt onder de medisch specialisten die in loondienst van het ziekenhuis zijn. De LNT, en het feit dat deze door de rechter ook nadrukkelijk van toepassing is verklaard op de medisch specialisten, betekent immers een salarisplafond van 386.000 gulden. Meerdere specialisten hebben om deze reden hun baan binnen het CMC opgezegd. Dit betreffen een anesthesist, intensivist, neuroloog en een orthopedisch chirurg.
Op de vraag hoeveel medisch specialisten momenteel meer verdienen dan de LNT toestaat, kan Martina niet direct een concreet antwoord geven. Hij zegt: ,,Dit wordt momenteel geanalyseerd. Maar om een beeld te geven; ongeveer 80 procent van onze medisch specialisten zijn relatief jong - onder de 54 - en van hen is er mogelijk een aanzienlijk deel dat qua salariëring onder de LNT-normen zit. Van de resterende 20 procent, die ouder is dan 54, zullen er momenteel relatief meer boven de LNT-normen beloond worden.”
Het CMC-bestuur is volgens Martina bezig met een aanpassing van de Beloning Medische Professionals (BMP) conform het maximum van de LNT in dialoog met het bestuur van de LvMPiLC (Landelijke Vereniging van de Medische Professionals in Loondienst Curaçao). Er geldt een afbouwperiode van in eerste instantie 2 en vervolgens maximaal 3 jaar.
Dan is er ook nog de brief die waarnemend inspecteur-generaal voor de Volksgezondheid Sirving Keli op 4 augustus naar de raad van bestuur van het ziekenhuis stuurde. De strekking van deze brief was dat er in werkelijkheid meer patiënten op een afspraak binnen het CMC wachten, dan op de officiële wachtlijsten te zien is.
Tegenover deze krant betreurt Martina de werkwijze van Keli in dezen. ,,Het is de inspecteur bekend dat het CMC te kampen heeft met een grote - en stijgende - zorgvraag van gemiddeld ruim 10 procent over de afgelopen drie jaar. Maar de situatie die in de betreffende brief geschetst wordt, is niet representatief voor alle vakgroepen en poliklinische afspraken. Dat Keli op deze wijze generaliseert is jammer en betreurenswaardig. Het bestuur van CMC kiest voor dialoog met alle stakeholders en educatie van de gemeenschap door middel van objectieve data en informatie”, aldus de CMC-directeur.
Martina legt uit dat de geconstateerde problemen voornamelijk binnen twee vakgroepen binnen het ziekenhuis spelen, te weten oogheelkunde, waar men 1 à 2 oogartsen te kort komt, en neurologie, waar een van de specialisten is overleden. Bij een stijgende zorgvraag (meer patiënten) en te weinig specialisten (zorgaanbod) is een groei van de wachtlijst een direct gevolg hiervan. Het bestuur van het CMC zal de inspecteur schriftelijk hieromtrent informeren, zo zegt Martina.
Tot slot belooft de directeur beterschap op het gebied van informatieverstrekking aan de bevolking. ,,Het ziekenhuis streeft ernaar om binnenkort door middel van infographics met objectieve data over zorgprestaties, wachttijden, patiënttevredenheidresultaten en algemene sterftecijfers via verschillende kanalen de bevolking te informeren.”