‘Daarom ver wegblijven van Knob Trading’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De voor Curaçao belangrijke Amerikaanse OFAC-licentie van Refineria di Kòrsou (RdK) loopt nog dit jaar af. Des te meer reden voor de overheids-nv, die eigenaar is van alle petroleuminstallaties en gronden, om grote afstand te bewaren van Knob Trading SA, de vermoedelijke eigenaar van de - naar nu officieel toegegeven - Venezolaanse PdVSA-olie opgeslagen in Bullenbaai.
OFAC staat voor Office of Foreign Assets Control en is onderdeel van de United States Treasury Department (het ministerie van Financiën). De OFAC-licentie van RdK eindigt nog in 2023. ,,Om die reden zit zij nu weer in de molen van Washington voor een verlenging”, aldus de advocaten Eric de Vries en Lucas Drissen van HBN Law & Tax namens RdK en RdK’s dochteronderneming Curaçao Refinery Utilities (CRU) in de rechtszaak tegen Caribbean Refinery Petroleum (CPR), huurder van opslagtanks te Bullenbaai.
CPR kan al tijden niet (meer) betalen en CPR-directeur Erchenel Doran heeft voorgesteld dat CPR’s klant, Knob Trading (gevestigd in Panama), de CRU/RdK-facturen voldoet. Maar daar wil de overheidsvennootschap niets van weten: ,,Het is RdK - en daarmee ook CRU - er alles aan gelegen dat zij ver wegblijft van betalingen door partijen als Knob.” Reden ook waarom in het onderdeel ‘compliance’ van de overeenkomst met CPR uitgebreid wordt stilgestaan bij dit soort zaken en ‘absurde voorstellen’ zoals die van CPR/Doran.
,,CRU wil niets liever dan betaald zien worden, maar niet als dit het risico met zich meebrengt dat RdK zonder OFAC-licentie komt te zitten”, aldus de juristen, die eraan toevoegen: ,,Tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren in de weg.” Zoals deze krant eerder deze week berichtte, is CRU/RdK er pas later achter gekomen dat de fuel oil ‘PdVSA-olie’ is, met alle risico’s van dien.
Hierbij komt nog dat Knob ‘niet eens heeft aangeboden de gehele schuld van CPR te voldoen’, en ‘nergens uit blijkt dat Knob überhaupt in staat zou zijn enige betaling aan CRU te doen’. ,,CRU/RdK bankiert immers bij de MCB Bank, en er zou geen enkele reden zijn te bedenken waarom MCB Bank een betaling van Knob bestemd voor CRU wel zou accepteren en doorgeleiden, terwijl MCB Bank kennelijk juist vanwege eerdere betalingen van Knob aan CPR de bankrelatie heeft opgezegd.”
Deze exercitie zou volgens de raadslieden van RdK ‘dus nimmer ergens toe leiden, anders dan vermoedelijk de opzegging van ook de bankrelatie met RdK/CRU door de MCB Bank’. ,,Dat risico lopen kan van CRU natuurlijk ook niet worden verwacht.”
Dit ziet CPR/Doran anders. Zij menen dat ‘CRU zélf in schuldeisersverzuim is komen te verkeren ten opzichte van CPR’. ,,Feit is immers dat CPR eerst heeft getracht met CRU tot een oplossing te komen, waarbij ook betaling zou volgen. In reactie daarop berichtte de heer Hans Vissers, Financial Group Controller bij CRU, aan CPR dat CRU enkel betaling van CPR zou accepteren.”
Gedoeld wordt onder meer op de situatie ‘dat een derde ter zake betrokken partij’ - Knob - bij brief van 6 juni 2023 aan CRU een schikkingsvoorstel heeft gedaan, waarbij onder andere integrale betaling van de schuld van CPR werd voorgesteld. CRU heeft dit voorstel niet geaccepteerd en daarmee een betaling geweigerd. Aldus de juristen namens Doran. ,,Sterker nog, CRU reageerde in het geheel niet op dit voorstel.” CPR onderverhuurt de van CRU gehuurde tankinhoud (deels) aan Knob, ‘zulks met medeweten van CRU’. ,,CRU wéét dus wie Knob is en wat haar rol in deze is.”
CPR wijst erop dat dezelfde Vissers van CRU/RdK, blijkens recente uitingen in de media, wél bereid zou zijn om betalingen van een andere derde partij - Socap Corp (van Raul Socorro, red.) - te accepteren ter aflossing van de schuld van CRU. ,,Waarom mag Socap wél voor CPR betalen, maar mag een door CPR voorgestelde partij waarvan CRU nota bene het bestaan kent - te weten: Knob - dat niet?”
‘Werkelijk geen besef’
Volgens de advocaten van CRU/RdK ‘toont CPR aan werkelijk geen besef te hebben van wat er (in de wereld) speelt en wat zij in feite van CRU vraagt’. CRU herhaalt in de eerste plaats dat Knob nooit heeft aangeboden om het volledig openstaande bedrag aan CRU te betalen. Bij e-mail van 26 april 2023 stelt Doran dat Knob tot betaling van een bedrag van 1,2 miljoen dollar aan RdK bereid zou zijn.
Op die e-mail reageert de Financial Group Controller van RdK dat ‘het openstaande bedrag vele malen hoger is’ en dat bovendien ‘iedere betaling via een contractspartij van CRU dient te verlopen, zoals het hoort’. ,,Dat betaling via de bekende contractspartij verloopt is in het normale rechtsverkeer al gebruikelijk, maar hier is het zelfs noodzakelijk vanwege de diverse compliance-regelgeving.”