SVB: Maatregelen ‘om deconfiture stelsel te voorkomen’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De voortschrijdende vergrijzing van Curaçao manifesteert zich duidelijk in het AOV-ouderdomsfonds en ook in de beheersing van de medische kosten ten laste van de BVZ (basisverzekering ziektekosten) ‘en blijft een belangrijk aandachtspunt’.
Zo leest het Antilliaans Dagblad in het pas uitgebrachte jaarverslag 2022 van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). ,,Zonder een structurele redelijke economische groei, waarbij de premiebasis aanzienlijk vergroot wordt, zal het resultaat, bij ongewijzigd beleid c.q. het achterwege blijven van de implementatie van de verschillende aanbevelingen, verder verslechteren.” Zo schrijft de directie.
De SVB hoopt dat de besluitvorming inzake de verschillende voorstellen, maatregelen en de implementatie daarvan binnen afzienbare tijd geschiedt ‘om een deconfiture van het stelsel te voorkomen’. Met andere woorden: om een failliet of ondergang van het sociale stelsel van Curaçao tegen te gaan.
AOV/AWW
Per 31 december 2022 waren er 1.916 méér AOV-gerechtigden vergeleken met een jaar eerder. Het aantal AOV-gerechtigden, inclusief geblokkeerden en toeslagtrekkers, bedroeg per 31 december jongstleden 51.544 personen (31 december 2021: 49.628). De hoeveelheid AWW-gerechtigden (weduwen en wezen), inclusief geblokkeerden, bedroeg eind 2022 precies 2.856 personen (was een jaar daarvoor 2.931).
De premiebaten van het AOV- en het AWW-fonds waren in het jaar 2022 respectievelijk 338,6 miljoen (2021: 327,2 miljoen) en 22,6 miljoen (2021: 21,8 mln.). Het basispensioen en het toeslagbedrag bedroegen zowel in het jaar 2022 als in het jaar 2021 respectievelijk 862 en 591 per maand. De AOV-pensioenuitkeringen stegen in het jaar 2022 (circa 378,4 miljoen) ten opzichte van 2021 (zo’n 365,2 miljoen) met 13,3 miljoen (+3,5%) voornamelijk door een toename van het gemiddelde aantal uitkeringsgerechtigden. Voor de AOV/AWW geldt een ‘landsbijdrage’, een soort subsidie uit de pot van algemene belastingmiddelen, van 25 miljoen per jaar.
BVZ
Over het boekjaar 2022 bedroegen de ziektekosten ten laste van de BVZ 559,9 miljoen (2021: 557,8 miljoen), een stijging van volgens de SVB ‘slechts circa 0,4 procent’. De grootste kostenstijging ten opzichte van 2021 is bij intramurale instellingen, zo’n 2,6 miljoen (+1,2%) hetgeen veroorzaakt wordt door de verhoging van het budget ten gunste van het Curaçao Medical Center (CMC).
Het totaal aantal verzekerden per ultimo 2022 was 140.178 (2021: 143.847). De gemiddelde hoeveelheid verzekerden over 2022 was 142.202 (2021: 143.479). De gemiddelde medische kosten per verzekerde over 2022 bedroeg 3.937 (2021: 3.888).
De premiebaten van het BVZ-fonds bedroegen in het jaar 2022 ongeveer 304,2 miljoen (2021 was dat 281,1 miljoen). ,,Een stijging van 8,2 procent ten opzichte van 2021.” Het BZV-fonds wordt jaarlijks aangevuld met een ‘landsbijdrage’ van 278,2 miljoen.
ZV/OV
Het gezamenlijk resultaat van de ZV- en OV-fondsen (ziekte en ongevallen) in het boekjaar 2022 bedroeg 8,7 miljoen negatief. Over het boekjaar 2021 was dit 0,2 miljoen negatief. Aan ziekengeld (loonderving) is voor de combinatie ZV en OV in 2022 totaal 30,1 miljoen uitgekeerd (over 2021 was dit 26,7 miljoen). Het totaalbedrag aan premiebaten (ZV en OV), inclusief boetes, bedroeg in 2022 zo’n 38,8 miljoen. In 2021 was dit 34,4 miljoen.
AVBZ
De kosten ten laste van het AVBZ-fonds (bijzondere ziektekosten) zijn voornamelijk neergelegd in budgetovereenkomsten met zorginstellingen. In 2022 bedroegen deze kosten 80,8 miljoen (2021 ook). De premieopbrengsten waren 63,5 miljoen (2021 ongeveer 61,5 miljoen). In 2022 heeft het fonds 4 miljoen (2021 ook) aan AOV-bijdrage van geïndiceerde gepensioneerden verwerkt. De ‘landsbijdrage’ AVBZ bedraagt 2,5 miljoen op jaarbasis.
In 2022 negatief beleggingsresultaat
Over het boekjaar 2022 kende de SVB een negatief beleggingsresultaat van 20,7 miljoen (nettorendement van -19,99%). In 2021 was het beleggingsresultaat positief 17,7 miljoen (+14,6%).
Personeel SVB
Het personeelsbestand van de SVB bestond per 31 december 2021 uit 301 personen. Per ultimo verslagjaar was dit 278 werknemers, inclusief 11 tijdelijke krachten/contractanten. Het aantal personeelsleden is gedaald vergeleken met het jaar 2021.
In 2022 heeft de SVB naast de reeds in 2021 genomen maatregelen (onder andere geen indexering, loonperiodieken en geen uitbetaling vakantiegeld) op arbeidsvoorwaarden van personeel, meer maatregelen moeten nemen om de door de overheid geïndiceerde besparing van 9,2 miljoen (23%) op haar beheerskosten te behalen. Dit betreft voornamelijk het niet vervangen van personeel bij natuurlijke afvloeiing. In het verslagjaar bedroeg het verlooppercentage 6 procent. Natuurlijk verloop, waaronder pensionering, was de voornaamste reden van het verloop.
Inclusief de ‘landsbijdrage’ van in totaal 305,7 miljoen is door de SVB in 2022 een tekort gerealiseerd van 25,8 miljoen (was 26,2 miljoen over 2021).
Het beheer van de SVB is opgedragen aan een directeur, die verantwoordelijk en rekenplichtig is aan de minister. In het verslagjaar werd de functie van directeur bekleed door Philip J.T. Martis, die samen met adjunct-directeur Michel Simon en adjunct-directeur Paul Tramm de directie van de SVB vormden.