Schuld voor tankopslag Bullenbaai opgelopen tot 14,5 miljoen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Refineria di Kòrsou (RdK) wil ontbinding van het contract met Caribbean Refinery Petroleum (CPR) voor de huur van opslagtanks bij olieterminal Bullenbaai.
Zowel CPR (de werkmaatschappij) als CPR Holding is de wacht aangezegd.
De woordvoerder van overheids-nv RdK bevestigt desgevraagd tegenover het Antilliaans Dagblad dat ‘het proces is opgestart om het contract met CPR voor de opslag bij Bullenbaai te beëindigen’. Gezien het feit, aldus de woordvoerder, dat er ‘een juridische procedure loopt, kan er op het moment niet meer informatie worden verstrekt’.
Als de krant aandringt om antwoord te krijgen op de vraag of reeds sprake is van een verzoekschrift om een rechtszaak, zegt de woordvoerder dat ‘alle partijen zijn aangeschreven’ en dat ‘dit onderdeel is van een volledig proces’. Als gevraagd wordt welke partijen precies, luidt de response: ,,Beide CPR-entiteiten.”
Toen CPR nog volop in beeld was van eerst het speciale headhuntingteam van RdK en later van de RdK-directeur, gevolgd door de ministerraad van het kabinet-Pisas (MFK/PNP) als de voorkeurskandidaat om de stilgelegde Isla-raffinaderij op te starten, werden medio juni 2022 CPR Holding en CPR opgericht.
Vlak voor de jaarwisseling brachten de lokale media aan het licht dat er in het CPR-traject was geknoeid met de financiële papieren en dat de ‘proof of funds’ een wassen neus bleek. Toch duurde het nog een tijd voordat RdK en de regering-Pisas de onderhandelingen met CPR eerst on hold zetten en daarna afbliezen.
In de tussentijd echter, was in september een huurcontract aangegaan met CPR voor de huur van opslagtanks te Bullenbaai. De eerste tanker werd met jubelstemming aangekondigd, maar het ging ook op het terrein van de terminal al snel mis. Niet op de laatste plaats door de mistigheid over herkomst en eigendom van de olie en de vele tussenschakels; want RdK verhuurde (via dochterbedrijf Curaçao Refinery Utilities, CRU) aan CPR, maar CPR deed zaken met Knob Trading SA in Panama en Knob op zijn beurt weer met United Petroleo Corp SA (de intussen geliquideerde vennootschap van vermoedelijk het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA).
Bankier MCB op Curaçao vertrouwde het op een bepaald moment niet (meer) en zegde de bankrekening van CPR ‘om redenen van compliance’ op. Onderling kregen de CPR-zakenpartners ruzie: met enerzijds de Curaçaoënaar Erchenel Doran tegenover een drietal (Amerikaans-)Venezolaanse aandeelhouders/ubo’s: Alejandro Marquez, Raul Socorro en Leonardo Taborda.
Tijdens een kort geding daarover kwam aan het licht waarvoor werd gevreesd: dat CPR een miljoenenschuld had/heeft aan het Land Curaçao. Hoewel interim-directeur Patrick Newton van RdK in januari 2023 in de Staten nog had gezegd dat de huuropbrengsten voldoende zijn om de payroll van RdK te dekken, bleek vorige maand dat er medio mei een achterstand was van 6 miljoen dollar plus 500.000 gulden (de huur bedroeg aanvankelijk 1,2 miljoen dollar per maand en is later verlaagd tot maandelijks 975.000 dollar). Op vragen hierover wenste Newton zelf noch RdK-huisadvocaat Eric de Vries te reageren; zelfs een bevestiging of ontkenning bleef uit.
De schuld van CPR aan CRU/RdK zou inmiddels zijn opgelopen tot 8 miljoen dollar (14,5 miljoen gulden), aldus advocaat Bertie Braam van de Amerikaans-Venezolaanse aandeelhouders (Business Security and Intelligence Group, Socap Corporation en Islas Consortium) van respectievelijk Marquez, Socorro en Taborda. Braam voegt daar echter direct aan toe dat ‘de waarde van de opgeslagen lading olie de vordering van CRU tig keer dekt’, doelend op de 496.700 vaten olie in de tanks van Bullenbaai, overigens opgeslagen ten behoeve van Knob Trading gevestigd aan de Oceania Business Plaza in Panama-Stad.
Kennelijk heeft de RdK-top er evenwel geen vertrouwen meer in. Het proces om het huurcontract te ontbinden is in gang gezet. Zowel richting CPR als CPR Holding.
CRU en RdK met lege handen
De aandelen CPR (werkmaatschappij) werden bij de oprichting in juni 2022 geplaatst bij oprichter CPR Holding en de aandelen CPR Holding werden bij de oprichting geplaatst bij oprichter Doran Global Investments bv, van Erchenel Doran. Zes maanden later, medio december 2022, werden de aandelen die Doran Global hield in CPR Holding overgedragen aan Business Security and Intelligence, Socap en Islas Consortium. Doran behield zelf ook een aandeel. Maar op 24 maart 2023 ontvingen de Venezolanen een brief waarin werd medegedeeld middels een besluit van Birux Investments bv, inmiddels houder van 100 procent aandelen in CPR, als bestuurder van CPR te zijn ontslagen. Birux is een op 13 januari 2023 door Doran opgerichte vennootschap, waarin Doran alle zeggenschap heeft. Hij stelt zich op het standpunt dat CPR Holding de aandelen in CPR aan Birux heeft overgedragen; dit zou hij voor 20.000 dollar hebben gedaan. Volgens de advocaat van de Venezolanen kan Doran niet uitleggen - ‘laat staan aantonen’ - hoe deze koopprijs is betaald. Zij zien de aandelenoverdracht als een ‘schijnhandeling’ en raadsman Braam noemt het zelfs een ‘atrako’ (overval).
Feit is dat CRU noch moederbedrijf RdK geld ziet en beide dus met lege handen staan. CRU heeft RdK als directeur en David de Haseth als ‘refinery general manager’. RdK heeft Patrick Newton als interim-directeur en de twee overheidsvennootschappen hebben dezelfde commissarissen: Julian Diaz de Pool (president-commissaris), Gregorio Donata (vicepresident), Astrid Carolina-Richardson en Rudsel Sophia. RdK valt onder de politieke verantwoordelijkheid van premier Gilmar Pisas (MFK). Hij heeft de Staten tot nu toe slechts zeer summier geïnformeerd over CPR en nog helemaal niet over de perikelen inzake een aanzienlijk huurachterstand. Wel verklaarde hij dat er een contractuele opzegtermijn van twee maanden is opgenomen
CPR komt de huurverplichtingen redelijk goed na, verklaarde de minister-president in februari dit jaar in het parlement. Dat de betalingen op dat moment ‘de laatste tijd wat stroever lopen’, kwam volgens Pisas ‘doordat de lokale banken lastiger zijn gaan doen na de berichtgeving en bevindingen over de vervalsingen’. Maar, zo stelde hij de Statenleden en de bevolking gerust, in de tanks zitten nog olieproducten van (een klant van) CPR; die kunnen altijd als zekerheid dienen.
Dat laatste is de vraag. Op dit moment is er sinds eind juni 2023 met toestemming van de rechter voor 22 miljoen dollar beslag gelegd op de bijna 500.000 vaten. Maar dat beslag is niet van CRU en/of RdK maar van de vennootschappen van de drie (Amerikaanse) Venezolanen.
