MEO-minister mikt op gebruik waterstof in 2026
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Op dit moment is de minister van Economische Ontwikkeling (MEO), Ruisandro Cijntje (PNP) bezig om met verschillende stakeholders, zoals de Sociaal-Economische Raad (SER), Bureau Telecommunicatie en Post (BTP) en het eigen ministerie de tarieven voor water en elektriciteit te herstructureren en te verlagen voor huishoudens. ,,Deze nieuwe structuur zal eerdaags in de ministerraad geratificeerd worden”, aldus Cijntje in antwoord op Statenvragen van Statenlid Fergino Brownbill (MFK).
Maar er zijn meer ontwikkelingen op het gebied van energie. Zo legt hij uit over het onlangs getekende Memorandum of Understanding (MoU) met de Nederlandse minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten (D66) ten aanzien van verschillende energieprojecten die samen met Nederland ontwikkeld worden. ,,Hiervoor wordt een substantieel bedrag neergeteld om deze projecten op het gebied van energietransitie te financieren”, aldus Cijntje.
Hij vervolgt: ,,De regering is verder druk bezig met een project voor de productie van waterstof (H2) op grote schaal voor lokaal gebruik, maar ook voor de export. Dit pilotproject zal in 2026 operationeel worden met drijvende windmolens, waarbij Curaçao een ‘showcase’ wordt voor de wereld. De stroom die hiermee opgewekt wordt, is nodig voor de productie van H2 voor de export, maar ook om daar methanol, ammoniak en/of duurzame vliegtuigbrandstof SAF mee te maken.”
Daarnaast ontwikkelt MEO een energie-roadmap, die een vervolg is op het energiebeleid van 2018, dat volgens Cijntje alweer achterhaald is. Voor de roadmap moet een programma-organisatie worden ingesteld en er wordt op dit moment overleg gevoerd met de International Renewable Agency (Irena). Dit is een internationale organisatie, in 2009 opgericht, die zich inzet voor de promotie van het gebruik van duurzame energie. Ook is er een overeenkomst getekend met het Nederlandse TNO die kennis en kunde beschikbaar stelt voor de energietransitie.
Over de stroomuitval van de laatste tijd legt de minister uit: ,,Het klopt dat Aqualectra niet altijd betrouwbaar is in de energielevering en dat het vertrouwen in het nutsbedrijf moet verbeteren. Maar het is ook kenmerkend voor eilanden dat de stroom uitvalt zodra de vraag groter is of een energieleverancier om een bepaalde reden niet aan de vraag kan voldoen.”
In een tabel laat hij zien dat er de afgelopen drie jaar en komende drie jaar veel investeringen zijn. In 2020 is door Aqualectra voor 4,6 miljoen gulden geïnvesteerd in de water- en elektriciteitsplant en in de distributie. In 2021 was dit 14,8 miljoen gulden en in 2022, 20,2 miljoen. Voor de jaren 2023, 2024 en 2025 staan investeringen gepland van 39,2, 34,1 en 24,6 miljoen gulden.
