SER keurt ontmoedigingsbeleid regering af
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Sociaal-Economische Raad (SER) vindt het belangrijk dat chartaal geld (biljetten en munten) blijvend als wettig betaalmiddel wordt erkend en geaccepteerd en consumenten de keuze blijven behouden om ook met cash geld te kunnen betalen.
Dat wordt benadrukt in het onlangs gegeven advies over de verplichte basisbetaalrekening die de minister van Financiën met wetgeving wil invoeren zodat iedereen de mogelijkheid krijgt een rekening te openen bij een bank ongeacht of er sprake is van een vast inkomen of niet.
De SER zegt dat niet zomaar, want de regering voert op dit moment een ontmoedigingsbeleid voor cash-betalingen bij overheidsdiensten. En hoewel de SER dit wel begrijpt - het is immers belangrijk voor een betere controle op de kasfunctie van overheidsdiensten en de veiligheid - wordt dit afgekeurd omdat mensen de vrijheid moeten hebben om daar een eigen keuze in te maken. Het wringt des te meer als het cash betalen verboden wordt bij instellingen met een monopoliepositie.
De SER concretiseert: ,,Vastgesteld wordt dat juist de overheid al enige tijd bezig is met een ontmoedigingsbeleid inzake contante betalingen voor publieke diensten. Klanten die niet giraal kunnen of willen betalen, worden voor diensten bij bijvoorbeeld de uitvoeringsorganisatie Publieke Zaken (Kranshi) vooralsnog verzocht om gepast met contant geld te betalen of vooraf op de rekening van de overheid te storten en het betalingsbewijs bij de afspraak te overleggen. Bij het keuringslokaal zijn contante betalingen niet mogelijk maar wordt wel de optie om via bankbetaling vooraf met overlegging van het bewijs als optie gegeven. Bij de Ontvanger worden alleen girale betaling geaccepteerd.” Maar, zo wordt bepleit: ,,Munten en bankbiljetten zijn wettige betaalmiddelen en mogen niet geweigerd worden. Betalen met contant geld biedt bovendien vrijheid en autonomie; er is immers geen tussenkomst van een derde nodig, en waarborgt, zondermeer, het recht op privacy, wat een grondrecht is ingevolge artikel 12 van de Staatsregeling van Curaçao.”
Voor zover de SER heeft kunnen nagaan is er op Curaçao geen wet- of regelgeving die acceptatie van welk betaalmiddel dan ook afdwingt. Niettegenstaande de vele voordelen van een basisbetaalrekening, wil de SER ervoor waarschuwen dat een ontmoedigingsbeleid met betrekking tot betalingen met contant geld of zelfs een verbod op contante betalingen niet de norm moet worden. Vooral instanties met een monopoliepositie, zoals utiliteitsbedrijven, moeten beide opties openlaten zodat de keuzevrijheid van de consument niet beperkt wordt. ,,De SER adviseert de regering dan ook om samen met relevante stakeholders beleid op te stellen voor de rol van contant geld op Curaçao. Het Nederlandse Convenant Contant Geld kan hierbij mogelijkerwijs als leidraad dienen.”
De SER stelt vast dat uit onderzoek van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) nog onlangs is gebleken dat contante betalingen populair zijn op Curaçao. De cash-mogelijkheden zijn ook belangrijk in het kader van wat de SER ‘financiële inclusie’ noemt. ,,Financiële inclusie houdt ook terdege rekening met kwetsbare groeperingen, zoals ouderen en mindervermogenden, die er doelbewust voor kiezen zoveel mogelijk met contant geld te betalen. De basisbetaalrekening is immers geen verplichting voor burgers. Zij kunnen er ook voor kiezen om zonder bezit van een betaalrekening het leven voort te zetten. De SER is derhalve van mening dat de consument de keuzevrijheid moet hebben, ook in afrekeningsmethode.” Volgens het adviesorgaan wordt financiële inclusie ook genoemd in de Agenda 2030 van de Verenigde Naties als hulpmiddel voor armoedebestrijding en het bevorderen van een inclusieve en duurzame economische groei, met productief, waardig en betekenisvol werk voor iedereen’.