Van onze correspondent
Den Haag - Het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko) is gistermiddag in Den Haag van start gegaan met de gebruikelijke introducties namens de vier delegaties en bijdragen over de ontwikkelingen in de landen sinds het vorige Ipko.
Een duidelijk centraal thema voor met name Aruba en Sint Maarten, maar ook Curaçao, is de herfinanciering van de coronaleningen.
De Arubaanse Statenvoorzitter Edgar Vrolijk zei namens zijn parlement niet te kunnen begrijpen dat Nederland voorwaarden stelt aan de herfinanciering. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties liet vorige week weten dat instemming van de Arubaanse Staten met de Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft) nodig is voor een gunstige rente.
Het bezwaar van de Staten tegen de RAft is terecht, zei Vrolijk. Zijn argument was dat consensusrijkswetten alleen nodig zijn als zij gelding hebben in meerdere landen, terwijl in dit geval de wet alleen voor Aruba zal gelden. Dan volstaat een landsverordening en de verordening waaronder het toezicht nu geregeld is functioneert al vijf jaar prima. ,,Er is geen legitieme reden voor de huidige impasse.”
Statenlid Shailiny Tromp-Lee ging er in haar bijdrage over de laatste ontwikkelingen verder op in. Zij zei dat het niet uit te leggen is op basis van artikel 36 van het Statuut (waarin de landen beloven elkaar te steunen) dat Nederland niet bereid is om de leningen ten minste gedeeltelijk kwijt te schelden. ,,Nog steeds wachten de Staten op een nota na het verslag van de Staten over de RAft. Dat kan het begin zijn van onderhandelingen.” Aruba zou volgens haar gunstige voorwaarden mogen verwachten, zoals een lange doorlooptijd en een lage rente. Ook de Raad van State en de Arubaanse Raad van Advies hebben hier aandacht voor gevraagd.
Rolando Brison, die namens Sint Maarten de ontwikkelingen schetste, vindt de koppeling die Van Huffelen maakt tussen een oplossing voor de problemen rond Ennia en de herfinanciering niet netjes, liet hij doorschemeren. ,,Ennia is een particuliere maatschappij die onder toezicht staat van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), niet van de regeringen.” Met herfinanciering heeft dat dus niets te maken, vindt hij.
Het Curaçaose Statenlid Amerigo Thodé zei op een vraag van Bryson dat de vier landen om de tafel een oplossing moeten vinden voor de herfinanciering. Inhoudelijk ging hij er niet op in. In zijn inleiding over de ontwikkelingen had hij het over de relatie met Venezuela. ,,The floating market is on the move again”, zei hij over de gefaseerde heropening van de grenzen met het buurland. Maar Curaçao heeft nog steeds veel last van de internationale sancties tegen Venezuela, zei hij. Dit terwijl de Verenigde Staten en Europa alweer zaken doen met het land. Thodé vindt dat er ook aandacht moet zijn voor de ‘kleine vissen’ zoals Curaçao en vroeg daarvoor steun van de andere parlementen.
In de speech van Statenvoorzitter Charetti America-Francisca was het thema ‘Het is nooit te laat’, een citaat van de Nederlandse premier Mark Rutte toen hij excuses maakte voor het slavernijverleden. Het Nationaal Slavernijmuseum komt 150 jaar na de afschaffing van de slavernij, ‘maar het is nooit te laat’. Een ander probleem dat al veel te lang speelt zijn de zorgen voor Caribische studenten in Nederland. ,,Er zijn veel knelpunten en pijnpunten. Maar het is nooit te laat voor oplossingen.” Ook maatregelen tegen de klimaatverandering haalde ze aan, waarbij ze zei dat het onderzoek op Bonaire ook voor Curaçao belangrijk is.
Het slavernijverleden werd ook aangestipt door Vrolijk en Bryson. De eerste zei dat na de excuses van Rutte er hoop was voor een evenwichtiger machtsverhouding in het Koninkrijk. Ook op dat gebied is een verandering in denken nodig. Bryson verwees naar de inmiddels beruchte komma van Rutte, dus naar het herstel van de impact van de slavernij. Hij wees naar de Caricom die financiering ziet als een manier voor reparatie van de gevolgen, waarmee er weer een link kon worden gelegd naar de herfinanciering van de leningen.
Voor Nederland noemde delegatieleider Paul Rosenmöller (Eerste Kamer) het nieuws dat koning Willem-Alexander gaat spreken op de slavernijherdenking op 1 juli een belangrijke ontwikkeling, ‘wat hij ook gaat zeggen’. Naast wat meer algemene ontwikkelingen in Nederland zei hij verder dat de huidige Nederlandse regering duidelijk meer aandacht heeft voor het Caribisch deel van het Koninkrijk dan voorgaande kabinetten. Bewindslieden brengen vaak bezoeken aan de eilanden. Maar er zijn dan ook genoeg problemen om aan te werken: armoede, het sociaal minimum voor Caribisch Nederland, het klimaat, intereilandelijk vervoer, toegang tot banksystemen en het investeringsniveau. ,,Maar we zijn op de goede weg.”