Veel onbegrip oppositiepartijen voor omstreden landsbesluit

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De ‘betaalpas’ ter waarde van 25.000 dollar (45.000 gulden) voor ministers van het Land Curaçao die naar het buitenland reizen is lang niet overal goed gevallen. Buiten de regering niet - zo kan de oppositie er weinig begrip voor opbrengen - maar binnen de coalitie stuit de creditcard op verzet van PNP.

Vicepremier Ruthmilda Larmonie-Cecilia van Nashonal zou zelfs ‘met de vuist op tafel hebben geslagen’, zo werd door sociale media bericht. Om dit te verifiëren vroeg het Antilliaans Dagblad hoe het zit. ,,Wat ik kan bevestigen is dat ik heb aangegeven dat ik de creditcard niet wil. Niet voor mij persoonlijk, maar ook niet voor mijn ministerie SOAW (Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Werkgelegenheid). Dat is wat ik erover kan zeggen”, verklaart Larmonie-Cecilia, tevens partijleider van Partido Nashonald di Pueblo.
Deze krant berichtte maandag als eerste over de betaalpas met daarop een bedrag van 25.000 dollar, waartoe een landsbesluit is genomen op voordracht van de minister van Financiën, Javier Silvania van de grootste regeringspartij MFK
In verband met het besluit van het kabinet-Pisas (MFK/PNP) luidt de overweging dat ‘het ondernemen van dienstreizen met zich meebrengt dat een borg of betaalmiddel wordt vereist’ en het als ‘wenselijk’ wordt gezien dat een betaalpas tot een bedrag van 45.000 gulden ter beschikking wordt gesteld aan iedere minister ‘om financiële verplichtingen in het kader van dienstreizen aan te gaan’.
Binnen de samenleving werden daar direct grote vraagtekens bij gezet. MAN-Statenlid Giselle Mc William kan er geen begrip voor opbrengen. ,,Een klap in het gezicht van de bevolking”, noemt zij het, wijzend op recente berichten over de slechte sociaaleconomische situatie waarin velen op Curaçao moeten zien rond te komen, waaronder de 16.000 huishoudens die volgens CBS-statistieken in armoede leven. Dat dit een kostenbesparing met zich meebrengt, zoals Silvania beweert, gelooft Mc William niet.
PAR-leider Quincy Girigorie, eveneens oppositie, begrijpt niet dat hiermee terug in de tijd wordt gegaan van het verspillen van gemeenschapsgeld. Zelf heeft hij in de vier jaar dat hij minister was nooit een creditcard nodig gehad; alles was tijdens de dienstreizen goed en tot op de cent nauwkeurig geregeld. ,,Is het werkelijk de bedoeling dat de minister zelf zijn reis en verblijf voor hemzelf en zijn delegatie gaat reserveren?.” Girigorie herinnert eraan dat de Rekenkamer in het verleden al heeft gewaarschuwd voor het gevaar van misbruik van creditcards.
Ook binnen de regering is er weerstand, zo blijkt uit de woorden van Larmonie-Cecilia. Zij zal de betaalpas, zoals de kaart in het landsbesluit wordt genoemd, in elk geval niet aannemen en gebruiken. En dat geldt volgens de krant <f"ADScala-Italic">Èxtra<f"ADScala-Romein"> ook voor de overige PNP-ministers: Ruisandro Cijntje van Economische Ontwikkeling (MEO) en Ornelio ‘Kid’ Martina van Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD). Zij hebben de voorkeur om dienstreizen te bekostigen op de manier waarop dat momenteel plaatsvindt.
Cijntje bevestigt dit desgevraagd tegenover de redactie: ,,Dat is correct. Ik heb er nooit om gevraagd.” Ook Martina laat aan het Antilliaans Dagblad weten geen behoefte te hebben aan de kaart.
Of hiermee het omstreden landsbesluit strandt is onduidelijk. Het officiële stuk is al ondertekend door de gouverneur, namelijk op 25 april 2023, op 9 mei gevolgd door ondertekening door de Financiënminister. Zoals deze krant al berichtte, is het besluit door de regering-Pisas niet actief gecommuniceerd richting de bevolking, ook niet door de voorlichtingsdienst. Dat het bekend is geworden, komt omdat het op 25 mei jongstleden werd aangeboden aan, althans ontvangen door, de Staten.
De regeringsleider, premier Gilmar Pisas (MFK), heeft zich voor zover bekend nog niet publiek uitgelaten over de kwestie. Hij laat vaker maatschappelijke discussies aan zich voorbijgaan. In het verleden wees hij dan naar de wijze les van zijn moeder: dat hij vooral niet te veel moest zeggen.