Overgangsperiode van twee jaar nodig voor uitvoering
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De benzine - en dieselkwaliteit kan beter. Dat is uit een onderzoek gekomen dat in opdracht van het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) is uitgevoerd door het Duitse expertisebedrijf SGS Inspire. Gisteren gaf de MEO-minister Ruisandro Cijntje (PNP), een persconferentie over de resultaten van het onderzoek.
Uitgangspunt voor het onderzoek is de ‘richtlijn 2011’, met specificaties waaraan de olieproducten moeten voldoen. De samples over de jaren 2018, 2019, 2021 en 2022 voldoen aan deze richtlijn. Maar over 2020 is geconstateerd dat er een hogere dosis siliconen, organisch chloor en water in de benzine en diesel zat, die niet voldoet aan internationale normen. Deze internationale normen moeten volgens SGS Inspire opgenomen worden in een nieuwe richtlijn.
‘Roadmap fuel quality’
Ook is gebleken uit het onderzoek dat de kwaliteit van de benzine en diesel niet compatibel (verenigbaar) is met nieuwere voertuigen, maar beter past bij modellen van vóór het jaar 2000. Er is overigens niet alleen naar de olieproducten gekeken maar bijvoorbeeld ook naar de uitstoot van voertuigen. De minister voegt aan deze conclusies toe: ,,Daarmee is niet direct gezegd dat de ingekochte olieproducten van slechte kwaliteit zijn. Het kan ook liggen aan de opslag, de buizen en de benzinepompen.” In het onderzoek is dit ook als een zwak punt naar voren gekomen. ,,Zwak is de infrastructuur van tanks, benzinepompen, terminals en pijpen die niet gemoderniseerd zijn”, aldus de presentatie. Verder moet er volgens de onderzoekers een monitoringsprogramma komen over de hele distributieketen, van leverancier, tot opslag, buizen en pomp. Nadeel is dat er geen goed laboratorium is dat op onafhankelijke wijze de monitoring op zich kan nemen.
Ook is de kleine Curaçaose markt voor de inkoop niet voordelig. Wat daarom uitgebuit kan worden, is een betere samenwerking met de andere Nederlands Caribische eilanden zodat er schaalvergroting is, zo is aangevoerd door de onderzoekers.
Positief is het SGS Inspire over de ervaring van Curoil en de infrastructuur van CRU. Aanbevolen wordt om een kleine hoeveelheid benzine en diesel van hoge kwaliteit te leveren, zodat de klant kan kiezen.
Een bedreiging is dat de prijs van benzine en diesel met de levering van een betere kwaliteit omhooggaat. Met het gebruik van een betere kwaliteit wordt de uitstoot van vervuilde lucht echter wel verminderd. Bovendien zal de motor langer meegaan.
De minister geeft hierover nog aan dat het wel onderzoek vergt om de kwaliteit en duurzaamheid tegen elkaar af te wegen om zo tot een betere kostenvergelijking te komen. Overigens waarschuwt hij er ook voor dat een transitie naar andere kwaliteit producten een periode van twee jaar in beslag zal nemen. Voor deze overgangsperiode wordt dezelfde werkgroep aangehouden die doorgaat met onderzoek naar wat er moet gebeuren bij wie en hoe om tot een betere kwaliteit te komen in verhouding met de prijs. ,,Er moet een zogenoemd ‘Roadmap fuel quality’ komen”, aldus Cijntje.
Het gaat om de werkgroep die aanvankelijk na acties van chauffeurs van taxi’s, bussen en zwaar vervoer in 2020 werd opgericht maar al snel een stille dood stierf. In juni 2022 is de werkgroep gereactiveerd met alle betrokken stakeholders, niet alleen chauffeurs, maar ook autodealers, pomphouders, leverancier Curoil, regulator Bureau Telecommunicatie en Post (BTP) en de ministeries van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) en MEO. SGS Inspire won de openbare aanbesteding.