Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten (SBTNO) heeft geen bezwaren tegen de oprichting van AquaTel, het nieuwe telecombedrijf dat Aqualectra wil beginnen.
Wel geldt er een aantal voorwaarden waaraan Aqualectra moet voldoen, maar Aqualectra-directeur Darick Jonis zegt in een gesprek met Antilliaans Dagblad dat die geen probleem vormen. Hiermee is een belangrijke hobbel genomen op de weg naar een nieuwe telecomprovider op het eiland. Dit blijkt uit een advies dat onafhankelijk advies- en toezichtorgaan SBTNO afgelopen zondag stuurde naar minister van Economische Ontwikkeling, Ruisandro Cijntje (PNP).
Vorig jaar maakte Aqualectra de plannen bekend om ook in de telecombranche actief te worden. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien een opvallende stap, maar Jonis legde vorig jaar in het Antilliaans Dagblad uit dat het eigenlijk heel logisch is. De infrastructuur die hiervoor nodig is, een glasvezelnetwerk over het hele eiland, heeft Aqualectra al. Het nutsbedrijf gebruikt zelf echter maar een klein deel van de grote capaciteit van het netwerk. Commercieel is het daarom interessant om dit netwerk meer te benutten.
AquaTel zal verschillende diensten gaan aanbieden, die gefaseerd geïmplementeerd worden. Vast internet voor consumenten en bedrijven wordt als eerste uitgerold. Als alle juridische en technische voorbereidingen volgens plan verlopen, is dit naar verwachting aan het eind van het derde kwartaal van dit jaar. Mobiele gebruikers moeten nog wachten tot het eerste kwartaal van 2024.
Voor wat betreft de dekking meldt Jonis dat het mobiele netwerk op 90 tot 100 procent van het eiland moet werken. ,,Voor vaste telefonie en vast internet geldt een groeimodel”, zegt Jonis. Dit betekent dat de dekking steeds verder wordt uitgebreid, op basis van de vraag die er is.
AquaTel moet, net als Aqualectra en Aqualectra Multi Utility, als aparte nv gaan vallen onder Integrated Utility Holding (IUH). Om dat mogelijk te maken, moet IUH de statuten wijzigen. Onder drie voorwaarden heeft Cijntje daar groen licht voor gegeven.
Zo mag de exploitatie van AquaTel niet leiden tot toenemende vaste kosten voor de productie van elektra en/of water. Ook mag een eventuele tegenvallende omzet van AquaTel de continuïteit van het traject van slimme meters niet verhinderen en/of vertragen. Tot slot mag de geprojecteerde verlaging van de ‘non revenues’ voor zowel water als elektra die de digitale meters teweeg moeten brengen, niet verhinderd worden door tegenvallende omzet van AquaTel. Non revenues is het fenomeen van water en stroom wat tijdens het distributieproces verdwijnt en nooit de eindbestemming bereikt. Hiervan is onder andere sprake bij lekkage en het illegaal aftappen van water en stroom.
In een brief die IUH op 27 januari stuurde, legde het bedrijf uit welke voordelen de oprichting van AquaTel onder andere heeft. ,,Voorts moet aangegeven worden dat IUH voornamelijk een infrastructuurbedrijf is. Dagelijks wordt ondergrondse infrastructuur aangelegd voor water- en elektriciteitsdistributie. Derhalve is het mede aanleggen van een telecommunicatie-infrastructuur een ‘bijproduct’ dat aangelegd wordt ter versterking en uitbreiding van de bestaande telecommunicatie-infrastructuur”, schrijft het nutsbedrijf. Naar eigen zeggen levert dit een ‘competitieve advantage’ op ten opzichte van andere telecomproviders op Curaçao. In de brief schrijft IUH ook dat het voornemens is om een zogeheten Open Acces Netwerk (OAN) uit te rollen. Dat betekent dat ook de andere providers, uiteraard tegen betaling, gebruik kunnen maken van het netwerk. ,,Dit zal niet alleen ten voordele werken van de telecommunicatiebedrijven op Curaçao, maar zal ook moeten leiden tot een verlaging van de tarieven voor de klanten evenals een verbeterde dienstverlening”, aldus IUH.