Opschoning belastingschuld 2017 en ouder ligt genuanceerder
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Aanslagen over de belastingjaren 2017 en ouder worden nog wél ingevorderd door de Belastingdienst van Curaçao indien sprake is van een of meer omstandigheden.
Ten eerste als deze zijn opgelegd naar aanleiding van een fiscaal strafrechtelijk onderzoek; op de tweede plaats indien de belastingschuld over de jaren 2017 en ouder één miljoen gulden of hoger bedraagt, en de fiscus over informatie beschikt waaruit blijkt dat er verhaalsmogelijkheden zijn; of, op de derde plaats, indien de belastingschuld over 2017 en ouder al op een derdenrekening (zoals bij een notaris) is voldaan.
Zo is gisteravond bekendgemaakt. Het invorderingsbestand van de Curaçaose fiscus bevatte ultimo 2022 aanslagen die zelfs nog teruggaan tot het jaar 1994. Om het invorderingsbestand tot een beheersbaar niveau terug te brengen alsmede om de Belastingdienst als geheel de gelegenheid te bieden om in de actualiteit te gaan werken, is een aanpassing doorgevoerd aan het invorderingsbeleid.
In de basis komt deze aanpassing erop neer dat aanslagen die betrekking hebben op de belastingjaren 2017 en ouder niet meer actief worden ingevorderd. ,,Dit betekent nadrukkelijk niet dat de schulden zijn kwijtgescholden, maar dat de Belastingdienst de invorderingscapaciteit zal richten op jonge aanslagen met een hoge invorderingskans.” Op deze hoofdregel zijn bovengenoemde drie uitzonderingen in het invorderingsbeleid opgenomen.
Deze beleidswijziging heeft ook tot gevolg dat bezwaarschriften over de belastingjaren 2017 en ouder niet meer zullen worden afgehandeld tenzij de belastingplichtige aangeeft hier belang bij te hebben. Dit laatste kan het geval zijn indien het toewijzen van het bezwaar tot een restitutie van een reeds betaald of verrekend bedrag kan leiden.
Op deze wijze levert de aanpassing van het invorderingsbeleid tevens een bijdrage aan de reductie van de grote voorraad bezwaarschriften. Zo’n 25 procent van de ongeveer 45.000 bezwaarschriften die nog moeten worden afgehandeld heeft betrekking op de belastingjaren 2017 en ouder.
Voor de fiscus zijn voor 2023 doelstellingen vastgesteld die ertoe moeten leiden dat de organisatie nog dit jaar de laatste achterstanden wegwerkt, in de actualiteit gaat en blijft werken en de kwaliteit van de dienstverlening verbetert.
Het kabinet-Pisas (MFK/PNP) heeft sinds het aantreden in juni 2021 prioriteit gegeven aan het innen van openstaande schulden van onder meer belastingen, premies en het wegwerken van administratieve achterstanden bij de Belastingdienst. Door de fiscus zijn veel achterstallige aanslagen opgelegd. ,,Mede door het opleggen van deze achterstallige aanslagen is het invorderingsbestand gegroeid tot een nominaal bedrag van 5,7 miljard aan belasting- en premieschulden, verdeeld over ruim 130.000 Crib-nummers.”
Deze omvang maakt het onmogelijk, aldus de regering, om met de beschikbare invorderingscapaciteit alle schulden effectief in te vorderen en daarom moesten er prioriteiten worden gesteld bij de invordering van openstaande schulden.
Al sinds 2010 werd een saneringsregel door de Ontvanger toegepast en heeft opschoning van het invorderingssysteem plaatsgevonden. Zo heeft in 2015 een opschoning plaatsgevonden waarbij voor ruim 900 miljoen gulden aan aanslagen ouder dan vijf jaar buiten invordering is gesteld. ,,De benodigde beleidsmatige en organisatorische aanpassingen om een nieuwe aangroei van het invorderingsbestand te voorkomen zijn destijds echter uitgebleven.”