Bijna drie jaar na presentatie CHE gevolgd door Coho
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Onderlinge Regeling, die in de plaats komt van de consensusrijkswet Coho (Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling) wordt begin volgende week in Den Haag getekend.
De premiers van Curaçao, Aruba en Sint Maarten zullen dan samen met de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties hun handtekening zetten onder deze gezamenlijke Onderlinge Regeling. Eén regeling dus van de drie Caribische landen met Nederland, maar wel ieder met een eigen Landspakket.
Over de inhoud van de afspraken worden in deze fase nog geen mededelingen gedaan. Na de ondertekening is er een persconferentie. Tot die tijd is het dus onbekend wat Gilmar Pisas van Curaçao, Evelyn Wever-Croes van Aruba en Silveria Jacobs van Sint Maarten zijn overeengekomen met Alexandra van Huffelen (D66) van Nederland.
De ondertekening is bijna drie jaar nadat begin juli 2020 - middenin de coronacrisis - aanvankelijk de Rijkswet Caribische hervormingsentiteit Aruba, Curaçao en Sint Maarten (CHE) werd gepresenteerd en naar de parlementen gestuurd. Dat was door toenmalig staatssecretaris Raymond Knops (CDA). De CHE werd al vrij snel aangepast en dit werd het Coho (met de toevoeging van het begrip ‘Ontwikkeling’).
De rijkswet had van Nederlandse zijde de bedoeling om een bestuursorgaan op te zetten met zelfstandige taken en bevoegdheden dat tot doel heeft om de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten ‘te ondersteunen bij het doorvoeren van bestuurlijke hervormingen, het realiseren van duurzame en houdbare overheidsfinanciën en het versterken van de weerbaarheid van de economieën van deze landen’.
Het Coho stierf echter een langzame maar vroege dood. Beter gezegd: Coho werd nooit tot leven gebracht. Er was op de eilanden te veel politieke weerstand tegen en dus ontbrak de vereiste consensus; zeker toen het financieel-economisch weer wat beter ging met de eilanden.
CHE en later Coho waren het directe gevolg van de enorme impact van de coronacrisis op de Caribische delen van het Koninkrijk. Het toerisme, de belangrijkste bron van inkomsten, was nagenoeg volledig weggevallen, waardoor de economieën van de landen in een diepe crisis waren beland. Tienduizenden inwoners hadden hun baan verloren of kennen inkomensverlies en velen waren in één klap afhankelijk van voedselhulp. Met Nederlands geld hebben de landen de ergste nood kunnen lenigen, maar enig perspectief dat zij het zouden redden zonder deze hulp was er medio 2020 niet. De daaropvolgende maanden zouden de financiële ondersteuning en hulp uit Nederland dan ook nodig blijven.
Het toenmalige kabinet-Rutte was ‘bereid die ondersteuning te bieden’. ,,Maar de sociaaleconomische en financiële situatie waarin de landen verkeren dwingt ons tot een andere aanpak, die borg staat voor concrete resultaten”, schreef de toenmalige BZK-staatssecretaris. Begin 2023 echter, besloten de betrokken bewindslieden dat het Coho ‘definitief van tafel’ was. Daarvoor in de plaats komt nu de Onderlinge Regeling, gebaseerd op het Statuut.
Voor van Huffelen was dit ‘geen gezichtsverlies’, maar ze benadrukte in januari het belang dat ‘de hervormingen doorgaan’. Dát is het doel. Een bepaalde vorm van toezicht en/of ondersteuning daarbij blijft voor Den Haag van belang. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO), dat destijds bedoeld was als voorganger van het op te tuigen Coho-orgaan, blijft. Mogelijk met een andere naam. Maar begin volgende week zal daarover me bekend worden. De focus blijft intussen op de implementatie van het Landspakket. Voor elk van de Caribische landen geldt een eigen pakket hervormingen. Na de langdurige onderzoeks- en analysefase komt het neer op voortgang bij de uitvoering.
Parlementaire inbreng
In het kader van paragraaf 3 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden ‘Onderlinge bijstand, overleg en samenwerking’ kunnen de landen op grond van artikel 38 lid 1 van het Statuut onderling regelingen treffen. Desgevraagd legt Suzy Camelia-Römer - voormalig premier, oud-minister, ex-Statenlid en de huidige partijleider van de buitenparlementaire PIN - uit: ,,Een dergelijke regeling betreft zelfstandige, dat is, autonome aangelegenheden van de landen en kan op vrijwillige basis worden gesloten tussen de regeringen van twee, drie of alle landen en behoeft geen parlementaire goedkeuring.”
Zij vervolgt: ,,Wanneer een dergelijke regeling echter plaatsvindt als onderdeel van een politiek gevoelig traject als de in het Landspakket vastgelegde publieke hervormingen teneinde de economische weerbaarheid en de bestuurskracht van de landen te verhogen, komt het geraden voor dat de regering - de afspraken over coördineren van uitvoeringsactiviteiten, begeleiden en monitoren van resultaten, uitvoeringsagenda’s, plannen van aanpak, opstellen van jaarprogramma’s, financiële ondersteuning bij de uitvoering, geschillenbeslechting etc. - deze vóór het ondertekenen van een dergelijke overeenkomst, met de Staten bespreekt teneinde de instemming van het parlement te verzekeren.”