CBCS-directeur Jardim in rechtszaak Ennia vs. Ansary
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,De liquiditeiten waarover Ennia beschikt, worden steeds beperkter.”
Zolang de door Ansary en de zijnen aangerichte schade niet wordt vergoed, zal op zeker moment het punt worden bereikt waarop de Centrale Bank CBCS tot een korting van de uitkeringen en de opgebouwde toekomstige pensioenen moet overgaan.
Deze woorden met grote impact sprak gisteren de financieel-economisch directeur van de CBCS, José Jardim, in de rechtszaal; op de laatste dag van het hoger beroep in de aansprakelijkheidszaak van Ennia (vertegenwoordigd door de CBCS) versus Hushang Ansary met de zijnen.
,,Dat punt ligt niet ver weg en die korting zal niet gering zijn”, aldus Jardim. ,,Vandaar dat de CBCS ook in overleg is met de Landen Curaçao en Sint Maarten om vast te stellen in welke mate zij bereid zijn en in staat zijn om de sociale ontwrichting te mitigeren, die als gevolg van die korting zal ontstaan.”
De topman van de Centrale Bank: ,,Mogelijk zullen Curaçao en Sint Maarten bijdragen, en hopelijk kan dat tijdelijk zijn omdat de aangerichte schade vervolgens alsnog wordt vergoed. Maar zelfs hulp van de Landen zou de pijn van een korting alleen gedeeltelijk kunnen verlichten. Een bedrag van een miljard gulden kunnen de twee landen zonder steun van het Koninkrijk niet opbrengen.”
Ter illustratie gaf Jardim het volgende aan: een miljard gulden komt overeen met circa 16 procent van het bruto binnenland product (bbp) van de twee Landen samen; en een miljard gulden is circa de helft van de overheidsbegrotingen van de twee Landen samen.
Curaçao en Sint Maarten hebben samen 1,2 miljard gulden aan renteloze leningen ontvangen van Nederland ten tijde van de pandemie voor steunmaatregelen. Om daar direct aan toe te voegen: ,,Dus de handelingen van Ansary cum suis hebben een effect op de twee eilanden dat vergelijkbaar is met het leed dat de pandemie heeft veroorzaakt.”
Jardim, die zelf in november 2017 aantrad als CBCS-directielid en een half jaar later verantwoordelijk was voor de ingreep door middel van een door de rechter uitgesproken noodregeling ten aanzien van Ennia, dat tot medio 2018 werd geleid door eigenaar Ansary en zijn directeuren en commissarissen, zei aan het slot van woord tot de rechters van het Hof: ,,Daarom vond ik het zo moeilijk om de pleidooien te horen die de gedaagden hebben laten uitspreken. Zij doen alsof de problemen die zij hebben veroorzaakt wel meevallen of zelfs niet bestaan. Dat is niet zo. Ik hoop dat uw Hof in het voordeel zal beslissen van Ennia, zodat de schade wordt hersteld en de verzekerden krijgen waar zij recht op hebben.”
Ansary en de zijnen hebben volgens de CBCS-topman ‘met voorbijgaan aan elke vorm van professionele ethiek hun persoonlijk belang vooropgesteld’, boven het belang van Ennia als verzekeraar en de belangen van de polishouders. Zo stelt Jardim.
,,Ennia is een systeemrelevante verzekeraar met meer dan 40.000 polishouders op Curaçao en Sint Maarten. Dit betreft meer dan 20 procent van de bevolking van de twee eilanden, in het bijzonder Curaçao.”
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.