‘Ennia/CBCS is onkundig of kwaadaardig bezig’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het moet nu weleens duidelijk zijn dat de bewering van de Centrale Bank CBCS namens Ennia dat de belegging van deze verzekeringsgroep in het Amerikaanse bedrijf S&S, eveneens van Ansary, gebaseerd is op ‘of kennisgebrek of kwaadaardige opzet’.
Zo concludeerde de advocaat Laura Gibson van het kantoor Dentons in Houston, Texas, de thuisbasis van Ansary. Niet zijn lokale advocaten Mirto Murray of Karan Doekhi voerden pleidooi voor Hushang Ansary. Ook niet hijzelf. Maar Gibson sprak; overigens wel nadrukkelijk een ‘statement’ van en namens hem.
Mede daardoor bleef het vooraf verwachte spektakel uit. Ook bleef de voorgelezen verklaring ruim binnen de hiervoor vooraf beschikbaar gestelde 2,5 uur. Want als Ansary spreekt, is dat meestal niet alleen zeer uitvoerig, maar vaak ook goed voor het nodige theater.
Op de eerste dag van de vier die zijn uitgetrokken voor deze grote bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure in hoger beroep, klonk de 95-jarige Amerikaan van Iraanse afkomst - hoewel verwoord door een ander - echter zeker niet minder strijdvaardig.
Hij zegt met zoveel woorden dat Ennia (lees: CBCS, die medio 2018 ingreep met de door het gerecht uitgesproken noodregeling omdat het financiële solvabiliteitstekort, ondanks waarschuwingen en stille curatele, zorgwekkende vorm had aangenomen) er weinig tot niets van begrijpt.
Overigens, met géén woord wordt in het statement verwezen naar of zelfs maar herinnerd aan het recente aanbod van nog geen twee weken geleden, om namens alle gedaagden aan het vonnis in Eerste Aanleg van november 2021 te voldoen (concreet: ruim een miljard gulden te betalen).
Het belangrijkste verwijt dat Ennia/CBCS aan hem en de gedaagden maakt, is dat zij de belangen van Ennia verkwanseld hebben bij het doen van een belegging in het Amerikaanse Stewart & Stevenson, een onderneming waarover Ansary de volledige zeggenschap had. Het komt er in de kern op neer dat door de gedaagden met, voornamelijk, financiële middelen van Ennia een risicovolle investering is gedaan, maar dat de opbrengst van deze belegging bijna volledig ten goede is gekomen aan Hushang zelf en zijn dochter Nina Ansary. Het Gerecht heeft de schade die Ennia hierdoor heeft geleden begroot op bijna 744 miljoen gulden en Hushang en Nina Ansary hoofdelijk veroordeeld tot vergoeding van dit bedrag.
Hushang zelf ontkent dat sprake was/is van een risicovolle belegging en kwalificeert Ennia/CBCS op dit punt als onkundig of bewust kwaadaardig. Sterker, zo gaat hij in de tegenaanval, dergelijke onverantwoordelijke uitspraken, gebaseerd op gebrek aan kennis, ondermijnen de soliditeit van de onderneming, waarvan de baanzekerheid van de werknemers erg afhankelijk is.
Dit is precies waar de Ennia-verzekeringsgroep de afgelopen 4,5 jaar mee te verduren heeft gehad, waardoor het bedrijf ernstig te lijden heeft gehad. ,,De normale praktijk in landen die urgent buitenlands investeringskapitaal behoeven, is exact het omgekeerde het geval.”
En de derde concluderende opmerking die Laura Gibson in naam van de in de rechtszaal naast haar gezeten Ansary voorlas: ,,Het verspreiden van geruchten over het door ons onbevoegd uitkeren van dividenden, door een bedrijf dat lange tijd niet zo goed presteerde, heeft dezelfde negatieve impact.”
Het laatste kwartier van het pleidooi werd gebruikt voor het voorlezen van de uitvoerige ‘Biographical Highlights’ van de persoon Hushang Ansary, omschreven als ‘één van ‘s werelds meest prominente filantropen’. Daar werden ruim drie van de in totaal dertien pagina’s aan besteed.
Zijn dochter Nina Ansary was eerder in het gerechtsgebouw ‘Kas di Korte’ aanwezig en liep de wachtruimte uit richting de zaal op het moment dat Hushang werd voorgereden en buiten voor de glazen ingang verscheen. Voor zover te zien spraken zij elkaar niet; wel was er een korte groet.
‘Belegging in S&S was niet highly risky’
Advocaat Gibson wees er namens hem op dat hij intussen 95 jaar is en vooral dat de gerechtelijke procedure ‘hem veel spanningen heeft bezorgd’. Ansary is ‘wettig blind’, waardoor hij niet in staat is de verklaring zelf voor te lezen. Sinds de behandeling van de zaak in Eerste Aanleg in oktober 2021 is hij ‘zeventien maanden ouder geworden’. ,,Mijn gehoor is sindsdien ook achteruitgegaan. Ik moet mensen steeds vaker vragen om zich een paar keer te herhalen of ze goed te begrijpen.”
De meerderheidsaandeelhouder van Parman International bv, eigenaar van Ennia, beklaagt zich er opnieuw over dat de zaak niet kan worden gevoerd in het Engels, ‘één van de officiële talen van Curaçao’. Hoewel een tolk constant alles vertaalt gaat er, naar eigen zeggen, veel aan hem voorbij.
In het begin van zijn statement liep hij een heel rijtje punten af, met daarachter kort het antwoord ja of nee. Voorzitter van de raad van commissarissen (RvC) Ennia Caribe Holdings (acht leden): ja. Maar het vaakst was het nee. Lid van de Audit Committee: nee. Lid van de Compliance Committee: nee. Lid van de Risk Committee: nee. Lid van de RvC van Ennia Leven: nee. Lid van de RvC Ennia Schade: nee. Lid van de RvC Ennia Zorg: nee.
Van de Investment Committee (drie leden) was Ansary wel lid én voorzitter. Maar salaris: nee. Een directiefee: nee. Bonus: nee. Hotelvergoedingen op Sint Maarten: nee. Dividenduitkering, dat ontving hij wel. Dat is ‘Yes’, maar altijd op advies van het management en na unanieme instemming door de RvC ‘waarin ik één stem had’.
,,De S&S-belegging had niets te maken met de Ennia-verzekeringsbedrijven. Volledig contrair aan de verklaring van Ennia (lees: CBCS), was de investering in S&S niet ‘highly risky’.”
Daarna volgt een lang betoog over hoe goed S&S financieel presteerde, zelfs ten tijde van de grote wereldwijde financiële crisis, waarbij giganten onderuitgingen. ,,Is het dan onterecht te vragen hoe iemand het bij z’n gezond verstand kan halen om een bedrijf met zulke astronomische resultaten als hoog risico te bestempelen?”
En hele reeks cijfers, getallen, percentages volgt. De miljoenen, tientallen en honderdtallen dollars vliegen in het rond. Voor de leek is het vaak niet goed te volgen. De meeste journalisten op de perstribune van de rechtszaal zijn gestopt met notities maken. De drie Hofrechters en de griffier, speciaal voor deze zaak uit Nederland, alsmede alle advocaten van de overige gedaagden, krijgen een kopie, zodat het nog kan worden nagelezen. De pers moet erom vragen.
Het is absoluut correct, aldus Ansary, dat het ontbreken van voldoende winsten het niet rechtvaardigen om dividenden uit te keren en daarom voorkomen moet worden. Maar, zegt Hushang Ansary, grote ondernemingen in de VS en ook elders in de industriële wereld laten besluiten hierover aan het senior management (de bestuurders).
Dit is gebaseerd, legt hij uit, op de mogelijkheid om leningen aan te gaan voor het aantrekken van gelden met dit doel (het uitkeren van dividend, red.) als de rentestand erg laag is, op grond waarvan het management deze aanbeveling doet aan de raad van commissarissen (RvC).
Dit is in feite zijn antwoord op het, tweede, belangrijke verwijt dat Ennia/CBCS aan de gedaagden maakt, namelijk dat er zeer aanzienlijke (dividend)uitkeringen zijn gedaan, zonder dat daar besluitvorming aan ten grondslag lag en zonder dat het vermogen van Ennia hiervoor toereikend was. Het Gerecht heeft eind 2021 Parman International, Hushang en Nina Ansary, Andraous en Palm in dit verband hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van bijna 189 miljoen gulden.
Ansary verklaarde gisteren dat het de bedoeling was dat 240 miljoen dollar aan verkregen rendement in de VS na de verkoop van S&S aan Kirby Corporation zou terugkeren naar Ennia. ,,Wij zijn er natuurlijk niet van op de hoogte of dit wel of niet is gebeurd nadat ECI (Ennia Caribe Investment) onder de werking van de noodregeling was geplaatst.”
Andraous volgde de zitting via een livestreamverbinding en was te zien op een groot scherm. Palm had zich opgesteld in de rij achter Hushang Ansary, waar naast hem ook oud-minister Rutsel Martha plaats had genomen. Tijdens een pauze verklaarde Martha, de vorige keer naar eigen zeggen nog ‘een geïnteresseerd toehoorder’, nu deel uit te maken van het team van de advocaten Murray en Doekhi.
Vandaag zijn Andraous en Palm voor pleidooi aan de beurt, gevolgd door Ennia (CBCS).