Vriend en vijand verrast: vraag is hoe serieus dit ‘aanbod’ is
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Hushang Ansary, althans zijn bv Parman International, heeft gisteravond vriend en vijand verrast met een schriftelijke mededeling van zijn advocaat, waarin staat dat Parman bereid zou zijn om ‘namens alle gedaagden volledig te voldoen’ aan het vonnis van het Gerecht van 29 november 2021.
Als dat letterlijk moet worden genomen, dan gaat dit over het vonnis van de rechter op Curaçao in de aansprakelijkheidsprocedure waarin verzekeringsmaatschappij Ennia schadevergoeding vordert van haar (indirecte) aandeelhouders en van een aantal van haar voormalig bestuurders en commissarissen, en waarin het Gerecht de vordering van Ennia voor ruim één miljard gulden heeft toegewezen.
De kwestie loopt al vele jaren. En is het gevolg van de noodregeling die de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) in juli 2018 liet toepassen ten aanzien van Ennia, waarvan de 95-jarige Ansary - Amerikaan van Iraanse afkomst - via Parman eigenaar is. Door de CBCS was geconstateerd dat er sprake was van ernstige vooral financiële solvabiliteitstekorten, mede als gevolg van grootschalige onttrekkingen aan de verzekeringsbedrijven door Ansary. Er hebben talloze pogingen plaatsgevonden - vóór en na de noodregeling - om Ansary ertoe te bewegen de aanzienlijke tekorten aan te zuiveren. Tevergeefs.
Voor medio deze maand staat hoger beroep gepland. Maar met de brief van zijn lokale advocaat Mirto Murray lijkt Parman (lees: Ansary) ‘het verder procederen tot een einde’ te willen brengen en wel ‘in de context van een vriendschappelijke oplossing’ om ‘verdere juridische stappen’ te voorkomen.
Parman heeft de advocaten daartoe gemachtigd om te verklaren ‘bereid te zijn om volledig te voldoen aan de gerechtelijke uitspraak van 29 november 2021’ en dat ‘namens alle gedaagden’. Dat zijn behalve Parman en Ansary zelf, ook zijn dochter Nina Ansary en de voormalige Ennia-bestuurders Ralph Palm, Gijsbert van Doorn en Abdallah Andraous.
Murray stelt namens Parman bereid te zijn om ‘deel te nemen aan geschikte bijeenkomsten’ met de Centrale Bank alsmede met andere deelnemers zoals door de CBCS voorgesteld ‘om het benodigde proces vast te stellen voor een accurate en tijdige afronding van deze settlement’.
Velen vragen zich af of en hoe serieus Ansary is met deze toezegging. Immers, er wordt al zo lang gesproken en diverse voorstellen hebben al de revue gepasseerd. Vaak ging Ansary akkoord, maar trok hij zich op het laatste moment toch terug. De brief is gericht aan onder meer José Jardim, financieel-economisch directeur van de CBCS, die zich de afgelopen jaren intensief bezighield met de oplossing van dit hoofdpijndossier.
Het Antilliaans Dagblad verneemt uit goede bronnen dat dit schrijven door de Amerikaanse advocaten van Ansary ook is verzonden aan de minister-president van Curaçao en die van Sint Maarten en ook aan de beide ministers van Financiën. Dat suggereert een hoge mate van daadwerkelijke ernst van de zijde van Ansary. Voor de oplossing van de problemen rond Ennia, en in het bijzonder de polishouders van Ennia Leven, zou dit een zeer welkome doorbraak zijn. Het is echter geheel afhankelijk van waartoe Ansary echt bereid is te betalen.