Ex-bestuurders BZV moeten miljoenen betalen
Hof memoreert ‘interventie’ minister Pietersz-Janga
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In de BZV-rechtszaak, die minister Dorothy Pietersz-Janga (MFK) eind 2021 nog wilde tegenhouden met haar schriftelijke instructie aan de vereffenaars om de procedure te beëindigen, zijn de oud-bestuurders Alli Abdala en Milton Yarzagaray door het Hof veroordeeld tot betaling van bij elkaar vier miljoen gulden aan schadevergoeding.
Het vonnis, gewezen door drie rechters, verklaart de veroordelingen ‘uitvoerbaar bij voorraad’. Het gaat hier om de Stichting Buro Ziektekostenvoorzieningen in liquidatie (BZV), waarvoor accountant Henry Jourdain al eerder werd veroordeeld tot enorme bedragen schadevergoeding, maar sindsdien in faillissement verkeert.
Het Hof verwijst naar het tussenvonnis van augustus 2021. In dat tussenvonnis heeft het Hof (voorlopig) geoordeeld dat Abdala en Yarzagaray in strijd met de statuten en de wet hebben gehandeld.
Maar óók wordt door het Hof direct al verwezen naar de gewraakte brief van 18 november 2021 van minister Pietersz-Janga van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), waarmee zij - aldus het Hof - ‘heeft getracht te interveniëren in deze procedure’ door de vereffenaars van BZV op te dragen hun vorderingen in te trekken, conservatoire beslagen te laten opheffen en afstand te nemen van het bestreden vonnis van het Gerecht in eerste aanleg alsmede het genoemde tussenvonnis van het Hof.
,,Deze poging, die ophef in de Curaçaose samenleving en het Curaçaose parlement (met een motie van afkeuring) tot gevolg had, is mislukt”, meldt het Hofvonnis van gisteren 28 februari 2023. De rechters hebben ‘geen enkele reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de vereffenaars’, omschreven als ‘ervaren voormalige ambtenaren aangezocht om orde te brengen’. Het gaat om Etzel Rosenda en Myron Christina, hoewel hun namen in het vonnis niet worden genoemd. ,,Dat zij - evenals het Hof - zich verwonderden over de grandioze geldsmijterij die heeft plaatsgevonden onder Abdala en Yarzagaray - tast hun onafhankelijkheid niet aan.”
Hoewel forse bedragen aan schadevergoeding, stelt het Hof ze nog te ‘matigen’ en wel tot 1,5 miljoen voor Abdala (ex-bestuursvoorzitter) en 2,5 miljoen voor Yarzagaray (oud-bestuurssecretaris en tevens directeur van het Buro; dus belast met de leiding van BZV). Daarbij houdt het Hof vast aan zijn eerdere oordeel, dat aannemelijk is dat beiden zelf financieel geen profijt hebben gehad aan allerlei ‘gewraakte besluiten en bestedingen’.
,,Het waren bijzondere tijden onder het kabinet-Schotte, een kabinet ongekend van aard in het Koninkrijk der Nederlanden. Een Koninkrijkscommissie concludeerde dat van een aantal ministers de integriteit niet vaststond. Drie leden, onder wie de minister-president, zijn later tot gevangenisstraf veroordeeld. Het lid dat, als vriend, Abdala voordroeg is met de noorderzon vertrokken, naar verluidt wegens belastingschulden.” Vermoedelijk wordt gedoeld op toenmalig MFK-minister Abdul El Hakim, in het kabinet-Schotte minister van Economische Ontwikkeling, ook bekend van zijn Optica Hakim. Abdala was/is oogarts.
Yarzagaray heeft geen draagkracht, merkt het Hof op; alleen op zijn pensioen kon kennelijk conservatoir beslag worden gelegd. De kosten van rechtsbijstand zullen hem en Abdala al zwaar vallen, overweegt het Hof. Ten tijde van de zitting was Abdala al 400.000 gulden kwijt aan Nederlandse advocatenkosten en daarna volgden nog twee ronden met uitvoerige aktes. Het Hof houdt er ook rekening mee dat ‘Curaçao erg klein is’ en verwijst onder meer naar een akte van Yarzagaray van november 2021 waarin staat dat Yarzagaray al zijn contacten heeft verloren ‘en iedereen kijkt hem met de rug aan’. Voor hen rest nog de mogelijkheid van cassatie.
Het is naar het oordeel van het Hof ‘niet nodig de talrijke schadeposten alle te behandelen’. ,,Hoewel het Hof ervan overtuigd is dat meer schade het gevolg is van onbehoorlijk bestuur waarvan Abdala en Yarzagaray een ernstig verwijt kan worden gemaakt, zal het zich beperken tot een viertal posten die gezamenlijk al meer dan 4 miljoen gulden bedragen.”
BZV-SVB
Bij landsbesluit stond vast dat BZV zou opgaan in de SVB (Sociale Verzekeringsbank). Abdala en Yarzagaray konden niet redelijkerwijs ervan uitgaan dat dit bij landsbesluit (dus door de regering: ministerraad en gouverneur) zou worden teruggedraaid, ook niet gedeeltelijk. ,,Dat zij wel daarvan uitgingen en op basis daarvan miljoenenuitgaven deden was onvoldoende prudent en hoogst onverantwoordelijk.”
Dat Abdala en Yarzagaray personeel dat al op de loonlijst van de SVB stond op die van BZV plaatsten, met de evident grote financiële consequenties van dien, levert ‘onbehoorlijk bestuur’ op. Het Hof: ,,Geen redelijk handelend bestuurder had zo gehandeld en het kan zowel Abdala als Yarzagaray ernstig worden verweten dat zij deze besluiten in strijd met de statuten hebben genomen.” De niet of onvoldoende betwiste schade van 3.584.235,13, zoals BZV die in hoger beroep aanvullend heeft gevorderd, kan aan Abdala en Yarzagaray worden toegerekend.
Medicard
Dat Abdala en Yarzagaray een project opstarten om tot een eigen ‘Medicard’ te komen, ondanks de komende integratie in de SVB - die een eigen systeem van elektronisch patiëntenbeheer en facturatie van zorgaanbieders heeft - levert ook onbehoorlijk bestuur op. Het Hof sluit zich aan bij het vonnis in eerste aanleg, ook waar het gaat om de verwijtbaarheid. Die wordt nog verhoogd door de vastgestelde schendingen van de statuten. De schade van 785.686,56 kan hun worden toegerekend.
Mondkapjes
Dat Abdala en Yarzagaray, kennelijk op instructie van toenmalig MFK-minister Jacinta Constancia - die inmiddels wegens medeplegen van oplichting onherroepelijk is veroordeeld tot gevangenisstraf - zonder enig onderzoek, laat staan zekerheid, en zonder behoorlijk bestuursbesluit met schriftelijke neerlegging (en zonder behoorlijke aanbesteding), op de dag van de offerte een cheque voor ineens 365.853,49 hebben uitgeschreven voor mondkapjes die nooit geleverd zijn, levert eveneens onbehoorlijk bestuur op.
Het Hof sluit zich aan bij het bestreden vonnis van het gerecht. De relevantie van het opmaken van een suppletoire begroting ontgaat het Hof. De schade kan aan hen worden toegerekend.
Etuis met naam Constancia
In het tussenvonnis heeft het Hof het al ‘hoogst ongepast’ geacht dat Abdala en Yarzagaray etuis met de naam van minister Constancia - rond de verkiezingstijd - bestelden. Dit levert onbehoorlijk bestuur op. De schade van 55.650 is aan hen toe te rekenen.
‘Bekwaamheid niet belangrijk’
Voor het kabinet-Schotte (MFK/PS) was ‘deskundigheid van ondergeschikt belang’, stelt het Hof in het BZV-vonnis. ,,In zekere zin zijn Abdala en Yarzagaray slachtoffer daarvan. De ervaring leert dat in het algemeen aangezochte personen geen inzicht hebben in eigen bekwaamheid. Zij kregen een zware verantwoordelijkheid die zij niet aankonden.” Het Hof heeft de indruk gekregen dat Abdala en Yarzagaray ‘in de mist’ opereerden. Zij vroegen wel adviezen, ‘maar niet aan goed bekend staande deskundigen’. ,,Met de batterij aan ontvangen adviezen en verslagen is niets gedaan.”