Hondenstichtingen uitgelegd: niet onwettig gehandeld
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In kort geding heeft het gerecht de Dierenbescherming Curaçao (DBC) in het gelijk gesteld in de zaak die verschillende stichtingen tegen de stichting hadden aangespannen. Het gaat om de stichtingen Feed Friends, Rescue Paws Curaçao, Dierenhulp Nederland en Tes Dog.
In de samenvatting van het vonnis staat: ,,In deze zaak gaat het in de kern om de vraag of de Dierenbescherming haar voornemen om zwerf- en loslopende honden die zich op straat bevinden te vangen, mag uitvoeren. Daarnaast gaat het om de vraag of, en in hoeverre, de Dierenbescherming uitvoering moet geven aan bepalingen die zijn opgenomen in de nieuwe Landsverordening dierenwelzijn van januari 2023. Het gerecht oordeelt dat de Dierenbescherming niet onrechtmatig handelt als zij zwerf- en loslopende honden vangt of laat vangen. Ook oordeelt het gerecht dat de Dierenbescherming niet de instantie is die de bepalingen uit de landsverordening zelfstandig dient uit te voeren en vorm te geven.”
De Dierenbescherming heeft op 11 januari 2023 via (sociale) media een dringende oproep gedaan aan de bevolking om haar te helpen met het van straat verwijderen van honden en/of katten. De daarvoor in aanmerking komende personen dienen voorafgaand daaraan een korte cursus/opleiding te volgen. Er staat een beloning tegenover. De stichtingen zijn met name tegen deze vangactie omdat het er in de praktijk op neer zal komen dat een deel van de gevangen honden zal worden ingeslapen. De stichtingen vinden dat onverantwoord en pleiten er om die reden voor dat de Dierenbescherming de vangactie staakt. Daarover oordeelt het gerecht: ,,Geen van de organisaties wil gezonde dieren laten inslapen en dat hardop moeten uitspreken. Omdat de Dierenbescherming in de landsverordening een aantal taken opgelegd heeft gekregen, waaronder de bewaring en het beschikken over de gevangen honden, is zij echter wel de organisatie die met name voor die (ondankbare) taak wordt gesteld. Ook is de Dierenbescherming de organisatie die (met name) door overheidsinstanties en het toeristenbureau wordt benaderd om het hondenprobleem op te lossen. Voor zwerfhonden en loslopende honden die niet door de eigenaar worden opgehaald geldt dat eerst wordt geprobeerd om deze honden ter adoptie aan te bieden, of hen (tijdelijk) te laten verblijven in de sanctuary. Voor zover dat niet lukt, of deze vol is, worden de dieren (pijnloos) ingeslapen. Deze (voorgenomen) werkwijze van de Dierenbescherming is niet in strijd met de Landsverordening dierenwelzijn en er bestaat daarom geen aanleiding om de Dierenbescherming te verbieden de vangactie uit te voeren.”
De stichtingen vinden dat deze acties in strijd zijn met de Landsverordening dierenwelzijn. Bovendien maakt de Dierenbescherming volgens hen geen onderscheid tussen straathonden en zwerfhonden. Ook ligt volgens de organisaties het aantal van 6.000 door DBC genoemde straat- en zwerfhonden, vermoedelijk veel lager. ,,Een groot deel van de honden is gezond en gesteriliseerd, zodat het vangen en mogelijk doden van deze honden kapitaalvernietiging is. Het is daarnaast aan de Dierenbescherming zelf te wijten dat zij nog niet beschikt over een acceptabele sanctuary voor de opvang van gevangen honden. De Dierenbescherming zou eerst meer aandacht moeten besteden aan voorlichting aan de eigenaren van honden en aan de samenleving in het algemeen, ook als het gaat om de omheining van de erven en het chippen van honden”, zo is verder aangevoerd.
‘Problemen bijna onoplosbaar’
De Dierenbescherming heeft daartegen aangevoerd dat de problematiek van de loslopende honden en zwerfhonden, ondanks alle goede bedoelingen van de overheid niet is op te lossen met de beperkte middelen die er nu zijn. En, zo doet het vonnis verslag: ,,Hoewel de Dierenbescherming slechts een beperkte rol heeft als het gaat om de implementatie van de Landsverordening dierenwelzijn, wordt zij wel door allerlei instanties, zoals het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), het Openbaar Ministerie (OM), de politie en het vliegveld benaderd om iets te doen aan de problemen. Het asiel krijgt dagelijks tientallen honden en katten aangeboden en ook de opvangen van de stichtingen zitten vol, waardoor zij dieren doorsturen naar de Dierenbescherming. Het probleem is onhoudbaar en daarom moeten er maatregelen worden genomen, ook als die maatregelen heel vervelend zijn.”
Het gerecht oordeelt uiteindelijk dat de organisaties allemaal een overkoepelend doel hebben, dat zij dit op dezelfde wijze proberen te bereiken door sterilisatie en castratie van honden, door opvang en door voorlichting. ,,Alle partijen lopen daarbij tegen grenzen aan”, aldus het gerecht, en geven toe dat er sprake is van een problematische situatie. De opvang is vol en de partijen kunnen elkaar dus niet helpen.
Het gerecht gaat in op de nieuwe Landsverordening dierenwelzijn om na te gaan of DBC in strijd hiermee handelt, zoals de stichtingen aangegeven hebben. Daaruit volgt dat volgens de rechter DBC niet verantwoordelijk is voor de implementatie van de landsverordening. Dat ligt op de weg van het ministerie van GMN, politie en justitie. Zo is het niet de taak van DBC om toe te zien op het al dan niet chippen van honden. Het is ook niet een aan deze organisatie opgedragen taak.
En verder stelt het gerecht dat een van de (wel) aan de Dierenbescherming opgedragen taken het beheren van de databank is. Daarover heeft de DBC opgemerkt dat deze database zo goed als af is en in maart 2023 beschikbaar is. ,,Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de Dierenbescherming de invoering van de database (moedwillig) vertraagt”, zo vindt het gerecht.