Ennia-aandeelhouder claimt Koninkrijk
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De ‘ondoordachte tussenkomst van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS)’ - zo begint een persbericht uitgestuurd door advocaat en voormalig Justitieminister Rutsel Martha - heeft geleid ‘tot een tweede internationale claim’ in de kwestie van de Curaçaose verzekeringsmaatschappij Ennia versus eigenaar Ansary en overige voormalige Ennia-bestuurders. Dit keer gericht tegen het Koninkrijk der Nederlanden (lees: de Nederlandse Staat). En wel voor 130 miljoen dollar.
Namens Abdallah Andraous, ex-directeur Ennia en (minderheids)aandeelhouder van de Ennia Groep, heeft Martha gisteren een kennisgeving van arbitrage ingediend die zich beroept op het bilaterale investeringsverdrag tussen Libanon en Nederland, om het Koninkrijk der Nederlanden ‘ter verantwoording te roepen’. Andraous zelf werd eerder door het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao veroordeeld tot betaling van schadevergoeding van 237,2 miljoen gulden.
Zijn claim volgt op een aanklacht (‘complaint’) - in het persbericht van Martha ‘petitie’ genoemd - die op 17 januari 2023 is ingediend door Nina Ansary, omschreven als ‘vooraanstaande Amerikaanse geleerde’, op grond van onder meer het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag bij het gerecht voor het District of Columbia, waarin volgens het persbericht 990 miljoen dollar wordt geëist.
Andraous, die volgens het Handelsregister de Nederlandse nationaliteit heeft maar op 2 januari 1957 in Beirut, Libanon werd geboren, dient de claim in krachtens het Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Libanese Republiek, ondertekend op 2 mei 2002 en in werking getreden op 1 maart 2004. ,,Toestemming van het Koninkrijk der Nederlanden om investeringsgeschillen te arbitreren wordt gegeven op grond van artikel 9 van dat verdrag”, aldus Lindeborg Counsellors At Law, het in London gevestigde advocatenkantoor van Martha.
,,De heer Andraous werd investeerder in Curaçao, een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden, toen hij in 2011 aandelen verwierf in Parman International bv, een vennootschap naar Curaçaos recht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.” Parman International werd in 2005 opgericht en volgens het KvK-register is Andraous samen met onder meer Nina Ansary - dochter van Hushang Ansary - één van de directeuren. De aandeelhouders van Parman International zijn blijkens het aandeelhoudersregister van 31 december 2017 onder meer Ansary (77,1 procent), Nina Ansary (15,9 procent) en Andraous (1 procent).
,,Het verzoek is een gevolg van het besluit van de CBCS - voorheen bekend als de Bank van de Nederlandse Antillen (BNA) - om Ennia Holding bv over te nemen en haar activa te onteigenen, waardoor Ennia volledig van haar waarde is ontdaan. Eiseres is, net als andere aandeelhouders van Ennia, door toedoen van de CBCS ruim vierenhalf jaar de toegang tot zijn vermogen ontzegd.”
Wat het persbericht van advocaat Martha niet zegt, is dat dit gebeurt onder de door de Curaçaose rechter uitgesproken noodregeling voor Ennia, die het mogelijk maakt dat de Centrale Bank zorgt voor de herstructurering van Ennia. Die is noodzakelijk in verband met volgens de CBCS ernstige financiële solvabiliteitstekorten, met mogelijke gevolgen voor gedupeerde polishouders, mede veroorzaakt door grootschalige onttrekkingen door de eigenaren, waarvoor zij en andere ex-bestuurders van Ennia in november 2021 aansprakelijk zijn gesteld voor ruim een miljard gulden aan schade. Doordat Ansary cum suis het geld weigerden en nog steeds weigeren bij of terug te storten, is de CBCS - met vonnissen in de hand, die dit toestaan - begonnen activa te gelde te maken ten behoeve van de Ennia-polishouders.
Het persbericht van Lindeborg (lees: Martha) stelt dat Curaçao, op grond van de staatkundige structuur van het Koninkrijk der Nederlanden, verantwoordelijk is voor de nakoming van zijn verplichtingen op zijn grondgebied. ,,Op grond van artikel 11 van de BIT Libanon-Nederland is het Koninkrijk der Nederlanden echter eindverantwoordelijk voor de handelingen van de CBCS die de heer Andraous en zijn investeringen raken.”
Martha wilde eerst bemiddelaarsrol spelen
Advocaat Martha was voorheen op Curaçao namens politieke partij PNP minister van Justitie voor de toenmalige Nederlandse Antillen. Hij was ook Gevolmachtigd minister (diplomaat) in Brussel. Na onfortuinlijk verlopen lokale verkiezingen werkte hij voor Interpol in Europa. Later ging hij de advocatuur in. Nog maar kortgeleden kreeg hij een benoeming van het Koninkrijk, namelijk voor vier jaar als lid van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken; hetzelfde Koninkrijk dat hij nu namens cliënt Andraous bestrijdt met een forse miljoenenclaim.
Martha woonde in het verleden de aansprakelijkheidsprocedures van de CBCS (namens Ennia) tegen de Ansary’s en onder meer Andraous persoonlijk bij. Als ‘interested bystander’ liet hij desgevraagd aan deze krant weten. Ook trachtte Martha naar eigen zeggen een ‘bemiddelingsrol’ te spelen, nadat hij in zijn hoedanigheid van nog niet formeel aangestelde informateur van het te vormen kabinet-Pisas (MFK/PS) met Centrale Bank-president Richard Doornbosch had gesproken.
,,Wat me tegenvalt, is dat niet wordt doorgedacht”, zei Martha na het vonnis van eind november 2021. ,,Stel nu dat Ansary uiteindelijk moet betalen en dat ook doet. Moet hij dan niet zijn bedrijven terugkrijgen? Uiteraard, omdat volgens het Vriendschapsverdrag met de VS Curaçao - het Land dus - de marktwaarde van zijn bedrijf zal moeten vergoeden. Wie is dan de pineut? De belastingbetaler. Omgekeerd is óók waar: als de bedrijven onderuitgaan, dan komen we in een Girobank-scenario terecht. Ook daar wordt de belastingbetaler de pineut van. Ziedaar waarom het het verstandigst is als partijen al dan niet met de hulp van een bemiddelaar bij elkaar moeten komen. Procederen is een ‘zero sum game’ waar niemand beter van wordt.”
Op de vraag of het vonnis, waarin Ansary wordt veroordeeld tot betaling van ruim een miljard schade, niet als drukmiddel zou kunnen dienen, antwoordde de man die nu als advocaat optreedt van Andraous: ,,Het klopt overigens niet dat Ansary niet aan tafel wilde. Daar heb ik het schriftelijk bewijs van. Ik heb de bemiddelingspoging gedaan naar aanleiding van een gesprek met Doornbosch.” En: ,,Toen ik de risico’s voor het Land had geïdentificeerd, heb de regering ingelicht.”
Nu staat Martha aan de andere kant; aan de kant van de partij die een veroordeling tegen zich kreeg en die nu dreigt met grote claims tegen CBCS, Land Curaçao en Koninkrijk.
Andraous
Abdallah Andraous is volgens het vonnis van 29 november 2021 chief financial officer (cfo) bij Parman Capital. Sinds 7 juli 2005 is hij bestuurder van Parman International. In de periode 9 februari 2011 tot april 2018 was hij bestuurder van Ennia Holding en lid van het Investment Committee. Tevens was Andraous in de periode van 4 mei 2017 tot 4 juli 2018 bestuurder van Ennia Investments en van 26 maart 2011 tot 4 juli 2018 bestuurder van de verzekeraars (Schade, Zorg en Leven). Daarnaast is hij onder meer bestuurder van Resorts Caribe.