‘Er zijn geen nieuwe feiten aangevoerd’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Curaçao Medical Center (CMC) moet de op non-actief gestelde chirurg Menno Misset onmiddellijk weer in dienst nemen en krijgt een maand de tijd om de ontheffing op de moratoriumwet, met betrekking tot de vestiging medische beroepsbeoefenaren, aan te vragen bij de minister.
De chirurg werd in mei 2020 van de werkvloer geweerd nadat twee van zijn patiënten in de media klachten over hem uitten. Zijn schorsing was in principe voor een periode van vier weken. Een van de klachten betrof een patiënt die drie jaar eerder, in 2017, door hem behandeld was. Collega’s waren het er in die tijd over eens dat geen enkele collega het verdient om geschorst te worden op basis van ‘Trial by Media’. De chirurg is al die tijd met behoud van salaris verbannen uit het CMC.
Er was al eerder in juni 2021 een rechterlijke beschikking op het ontbindingsverzoek van CMC waarop ten gunste van de chirurg werd beslist. Daarom voert het gerecht nu aan dat een hernieuwd verzoek ‘met de nodige terughoudendheid dient te worden beoordeeld’ en dat bij de beoordeling relevante nieuwe feiten naar voren moeten komen. Naar aanleiding van de eerdere ontbindingsprocedure en hetgeen in die beschikking is beslist, heeft CMC een onderzoekscommissie ingeschakeld. De onderzoekscommissie heeft geconcludeerd dat zij geen medisch disfunctioneren van de chirurg in algemene zin heeft kunnen vaststellen. Desondanks wordt geadviseerd hem niet in het CMC te laten terugkeren. Het gerecht: ,,De onderbouwing van de onderzoekscommissie voor haar advies, acht het gerecht echter niet toereikend om in deze gerechtelijke procedure te concluderen dat de arbeidsovereenkomst met de chirurg dient te worden ontbonden.” Want zo wordt verder aangevoerd: ,,De onderbouwing van de onderzoekscommissie komt erop neer dat een aantal collega’s (een kleine minderheid) tegen de terugkeer is en niet met hem wenst samen te werken. Uit het rapport van de onderzoekscommissie volgt verder geen onderbouwing van deze bevinding.” Ook is niet gebleken dat het CMC verder onderzoek heeft gedaan naar het onderliggend probleem. ,,Het gerecht kan, aan de hand van de beschikbare informatie, dan ook niet oordelen dat de weigering van een aantal collega’s, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Of deze houding van die collega’s is ingegeven door enig handelen van Misset en welk handelen dit dan zou zijn, volgt nergens uit.”
Ook is het gerecht het oneens met het betoog van CMC dat de arbeidsovereenkomst moet worden gezien als een huwelijk, waarbij geldt dat als één van beide partijen niet meer verder wil, het geen zin heeft de arbeidsovereenkomst in stand te houden. ,,Dit uitgangspunt rijmt niet met de in de wet verankerde rechtsbescherming van de werknemer en werkt willekeur in de hand. Dat er een situatie zou bestaan waarin hij zijn werkzaamheden niet veilig en naar behoren zou kunnen uitvoeren, betwist de chirurg en daar is door CMC niets, althans onvoldoende, tegenin gebracht.”
Dus zo oordeelt het gerecht tot slot: ,,Dat er thans sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, waardoor Misset niet zou kunnen terugkeren naar de werkvloer, is, tegenover het gemotiveerde verweer, onvoldoende onderbouwd door CMC. Wie de collega’s zijn die tegen zijn terugkeer zijn en of dit de dagelijkse werkzaamheden van hem zal belemmeren, volgt uit de stellingen van CMC noch uit het overgelegde onderzoeksrapport. Nog daargelaten dat nergens uit blijkt dat CMC de gegrondheid van die bezwaren heeft onderzocht en/of een bemiddelingstraject heeft ingesteld tussen de chirurg en die collega’s.”