SOAW: Grootste deel bevolking leeft onder bestaansminimum
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Als 60 procent van de beroepsbevolking het minimumloon verdient, dat lager ligt dan het bestaansminimum, dan kan de regering, gezien de enorme inflatie, niet anders dan het minimumloon verhogen.
,,De discussie gaat altijd over het effect op de economie en de opwaartse druk op andere lonen en de positie van de werkgever. Maar wij gaan uit van de persoon in kwestie die elke dag gaat werken voor een minimumloon waarmee de basiskosten niet betaald, en een familie niet van onderhouden kunnen worden. Als het om de normering topinkomens gaat wordt er enorme druk uitgeoefend daaraan niet te tornen, maar als het om het minimumloon gaat steigert iedereen”, aldus de minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW), Ruthmilda ‘Mimi’ Larmonie-Cecilia (PNP) gisteren in een persconferentie. Ze stond niet alleen stil bij dit besluit maar ook bij de onderstand, sociale woningbouw, noodwoningen en onderhoud van woningen, de huishoudens zonder water, de introductie van een mogelijke werkloosheidsuitkering en bejaardenzorg op Bándariba.
Het minimumloon zal per 1 januari 2023 verhoogd worden met 1,08 gulden per uur, van 9,62 gulden naar 10,60 gulden. In een tabel toont de minister wat de verhoging inhoudt voor een 40- en 45-urige werkweek en voor al dan niet inwonend huishoudelijk personeel.
Op dit moment bestaat er ook nog een minimumloon voor jongeren van 16 tot en met 21 jaar, maar zo voert de minister aan, die wil de regering in 2023 van tafel. De minister kan het namelijk niet rijmen dat iemand vanaf 18 jaar wel kan stemmen, maar niet volwaardig meetelt als het gaat om zijn of haar inkomen.
Bij de discussie over het minimumloon vindt de minister ook dat het in de toekomst moet gaan over de verschillende sectoren, de daarin gangbare salarissen en de salarisgroei. Zo kunnen mensen volgens haar betere keuzes maken in de sector waarin zij willen werken. Op een vraag van een journalist over de relatie minimumloon en arbeidsproductiviteit geeft de minister aan dat iemand onmogelijk productief kan zijn als hij of zij elke dag financiële zorgen heeft. ,,Als iemand net iets meer verdient en deze zorgen niet heeft, zal hij of zij vanzelf productiever zijn”, aldus de minister.
De onderstandstrekkers krijgen aan het einde van het jaar 200 gulden bonus zodat zij voor de feestdagen een extraatje hebben, zo kondigt Larmonie-Cecilia aan.
Een ander traject waar het ministerie aan werkt is het waterprobleem bij sommige bewoners van het eiland. Omdat SOAW alleen van de onderstandstrekkers informatie heeft en deze informatie heeft kunnen matchen met het bestand van Aqualectra, zijn mensen eerder al opgeroepen om zich in te schrijven als zij geen toegang hebben tot water, maar ook geen onderstand krijgen. Mensen met een minimumloon bijvoorbeeld. Tot nu toe hebben 92 personen zich ingeschreven, zo weet de minister te melden.
Dan is er nog de woningnood. Samen met Fundashon Kas Popular (FKP) zijn de eerste twintig woningen aangewezen als noodwoning in verschillende wijken. Een familie kan hier tijdelijk wonen totdat er een permanente woning gevonden is. De huizen zijn door SOAW gemeubileerd. ,,We willen meer van dit soort huizen via FKP kunnen aanbieden”, aldus de minister. Een ander project is dat van het onderhoud van woningen. Aan de organisatie Reda Sosial is een subsidie verstrekt door SOAW die hiervoor zorgt. ,,De eerste woningen zijn geïdentificeerd en in 2023 worden deze opgeknapt.” Verder is de bouw van de eerste 36 sociale woningen gestart in Tera Kòrá, in samenwerking met FKP en het ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP). ,,Er is op de begroting 2023 geld gereserveerd om nog eens 36 woningen te bouwen volgend jaar.” In de pijplijn zit verder de bouw van een bejaardenwoning in Bándariba, zo kondigt de minister ook nog aan.
Bij het ministerie zijn de medewerkers nog doende met een betere synchronisatie van het subsidiebeleid en de verstrekking van subsidie volgens de wet- en regelgeving en de controle hierop. Er wordt eveneens gewerkt aan het socialezekerheidsstelsel, zoals de houdbaarheid van het ouderdomspensioen, maar er worden ook mogelijkheden onderzocht voor een werkloosheidsuitkering.
Verder wordt het onderstandsbestand opgeschoond. Zo zijn alle personen tussen de 18 en 28 jaar nagetrokken en zijn er 743 opgeroepen voor een intake. Hier zijn uiteindelijk 330 jongvolwassenen op afgekomen. Van 107 is de onderstandsuitkering stopgezet omdat zij al een ander inkomen hebben.