Met normering topinkomen afbouw inkortingen mogelijk
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Om in WK-voetbaltermen te spreken: de LNT-bal ligt nu bij het parlement van Curaçao. De vijfde Nota van wijziging Landsverordening Normering Topinkomens Curaçao (LNT) ligt sinds gisteren bij de Staten.
Het is nu aan de parlementsvoorzitter, Charetti America-Francisca (MFK), om een datum voor behandeling te prikken. Dit laatste schrijft haar partijgenoot, de minister van Financiën, in een post op zijn Facebookpagina.
In reactie op de openbare en bekende correspondentie die tussen minister Javier Silvania van Financiën en de Nederlandse staatssecretaris van Koninkrijksrelaties heeft plaatsgevonden, worden de in deze nota van wijziging voorgestelde aanpassingen aan de Staten aangeboden. Zo leest het Antilliaans Dagblad.
,,Immers, de Rijksministerraad (RMR) heeft besloten - als voorwaarde voor liquiditeitssteun - dat deze landsverordening in lijn moet zijn met de eerder genomen besluiten van de RMR. Derhalve kan de Landsverordening inkorting arbeidsvoorwaarden 2020 pas komen te vervallen, na inwerkingtreding van deze landsverordening”, meldt de officiële toelichting.
Het gaat dan om de inkorting met 12,5 procent voor ambtenaren en gelijkgestelden, maar ook om de inkorting met 25 procent voor ministers en Statenleden. Dat was nodig omdat het Land Curaçao (evenals de landen Aruba en Sint Maarten) als gevolg van de coronacrisis begrotingssteun van Nederland vroegen.
Als het parlement instemt met de laatste wijziging van de LNT wordt de bezoldiging van een topfunctionaris van een grote vennootschap per kalenderjaar ten hoogste 295.000 gulden en de bezoldiging van een topfunctionaris van een niet-grote vennootschap maximaal 227.000. De eerstgenoemde maximale bezoldigingsnorm voor overheidsgelieerde entiteiten, is de ‘minister-presidentnorm’, namelijk een afgeleide van de bezoldiging van de premier, te weten 130 procent.
Zelf hadden de directeuren ingezet op een veel hoger topinkomen. Hoewel dat niet gaat gebeuren, is er nog ‘ruimte’. Ten eerste wordt 295.000 het bedrag van 385.000 op het moment dat de 25 procent inkorting op ministers is teruggedraaid; vermoedelijk al volgend jaar.
Ook zijn er uitzonderingen mogelijk, zo blijkt: Bij Landsbesluit kunnen regels worden gesteld over een of meer functies van topfunctionarissen die bij dat LB aangewezen kunnen worden en waarvoor een bezoldiging kan worden vastgesteld die hoger is dan de maximale bezoldiging, maar dan niet hoger dan 130 procent van de maximale bezoldiging, en alleen ‘indien de bijzondere arbeidsmarktomstandigheden en de specifieke deskundigheid van de topfunctionaris een hoger bedrag rechtvaardigen’. In dat geval wordt nog wel de Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten (SBTNO), die onder de werking van de Code Corporate Governance Curaçao valt, ‘gehoord’. Bij afwijking zou het bedrag uitkomen op een half miljoen op jaarbasis (130% x 385.000=500.000 gulden).
Overgangsperiode LNT van twee jaar
‘Dat er een normering moest komen was eenieder bekend’
Van onze redactie
Willemstad - Een heikel punt van de Landsverordening Normering Topinkomens (LNT) was/is de overgangsperiode. Deze is vastgesteld op twee jaar: ,,Een voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze landsverordening tussen partijen overeengekomen bezoldiging die meer bedraagt dan de maximale bezoldiging, wordt binnen een periode van twee jaar in drie gelijke delen teruggebracht tot het geldende maximum.”
Hierbij wordt benadrukt dat de overgangstermijn van twee jaren ‘in het licht van de nu nog geldende financieel-economische omstandigheden moet worden bezien’, meldt de toelichting. ,,De financiën van de regering zijn nog niet van de gevolgen van de pandemie hersteld. Naar alle waarschijnlijkheid zal het begrotingstekort van 2023 weer binnen de norm vallen. Echter, is de schuldquote van de regering nog bijzonder hoog. Zware financieel-economische tijden rechtvaardigen relatief ingrijpende maatregelen.” Dit laatste is ook een onderdeel dat staatssecretaris Alexandra van Huffelen benadrukt in haar correspondentie met minister Silvania.
De toelichting verder: ,,Tevens wordt in dit kader wederom verwezen naar de ontwerp-Landsverordening optimalisering overheidsgelieerde entiteiten.” Deze wet is in augustus van het jaar 2016 door de Staten aangenomen en was onder meer bedoeld om de hoge salarissen van directeuren van overheidsgelieerde entiteiten te beperken tot de maximale ambtelijke bezoldigingsschaal van het Bezoldigingslandsbesluit 1998.
,,Ondanks dat deze landsverordening niet is gepubliceerd was sinds het jaar 2016 bekend dat de bezoldigingen van in ieder geval de directeuren van overheidsgelieerde entiteiten zullen worden beperkt”, vervolgt officiële uitleg bij de jongste versie van de LNT.
Daartoe is ook een wettelijke regeling van de minister van Financiën vastgesteld. Voorts heeft de minister op 13 mei 2020 ter uitvoering van de artikelen van de code corporate governance de ministeriële beschikking ter vaststelling van een kader om de personeelslasten van overheid gelieerde entiteiten te optimaliseren vastgesteld.
,,De directeuren zijn bekend met deze regeling en hebben kennis van het gegeven dat de regering hun salaris wil normeren. Het bedrag is in de loop der tijd verschillende malen gewijzigd, echter dat er een normering moest komen, gerelateerd aan het salaris van de minister-president was voor eenieder bekend.”
Belangrijk is dat de goedkeuring van de LNT door de Staten de deur openzet voor de breed gewenste afbouw van de inkortingen met 12,5 en 25 procent; met andere woorden voor het terugdraaien van de inkorting op de arbeidsvoorwaarden van ambtenaren en gelijkgestelden en hetzelfde geldt voor de inkorting van ministers en Statenleden.
Voor politiek Den Haag is de normering van topinkomens in de Curaçaose (semi-)publieke sector van belang, ‘omdat daarmee publiek gefinancierde bovenmatige beloningen kunnen worden tegengegaan en een maatschappelijk signaal wordt afgegeven’.