RvA: Binnen Landsverordening openbare orde geen sanctiemogelijkheid
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Als de nieuwe initiatiefwet met een verbod op het verstrekken van plastic draagtassen en ander plastic en polystyreen materiaal zoals deze nu op tafel ligt aangenomen zou worden, dan zouden er geen boetes opgelegd kunnen worden voor overtreders.
Tot die conclusie komt de Raad van Advies (RvA) in het onlangs uitgebrachte advies over de nieuwe initiatiefwet die dit keer is opgenomen binnen de Landsverordening openbare orde. In oktober 2020 wees de raad de initiatiefnemers er al op dat de Landsverordening openbare orde de bestuurlijke boete niet kent. Daarom stelde de RvA voor om in deze Landsverordening een of meer artikelen op te nemen waarin de bestuurlijke boete als sanctie wordt opgenomen.
De raad is overigens tevreden met de invoering binnen de Landsverordening openbare orde want drie eerdere versies van het wetsvoorstel werden binnen de Warenlandsverordening opgenomen, wat de raad niet passend vond.
Wat de RvA betreurt is dat belangrijke aspecten uit de eerdere adviezen niet meegenomen zijn en dat dat ook niet gemotiveerd wordt. Naast de kwestie van de bestuurlijke boete gaat het bijvoorbeeld ook om het verduidelijken van bepaalde begrippen. Zo is het niet duidelijk om welk materiaal het gaat als dat omschreven wordt als ‘een product dat naar zijn aard bestemd is voor eenmalig gebruik’. Ook is het niet duidelijk wat onder ‘niet biologisch afbreekbaar’ moet worden verstaan. Deze begrippen worden tegen het eerdere advies van de RvA niet verduidelijkt.
Verder is het advies van de raad niet opgevolgd met betrekking tot de plek waar het verbod op plastic wordt opgenomen in de landsverordening. Nu staat het verbod op plastic tasjes opgenomen in artikel 16 dat gaat over handelsreclame of propaganda. Beter zou het volgens de raad zijn de tekst aan te passen bij artikel 20 dat gaat over het vervuilen van de openbare weg met afval of resten van etenswaren, bussen, papier of andere voorwerpen of stoffen. ,,Dit laatste artikel is qua onderwerp en inhoud meer in overeenstemming met het verbod op het verstrekken en aanbieden van plastic draagtassen en ander plastic en polystyreen materiaal”, zo vindt de RvA.
Status beleidsrapport onduidelijk
De nieuwe wetgeving zou volgens de memorie van toelichting gebaseerd zijn op een afspraak tussen het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), de initiatiefnemer(s) en de Staten. De RvA stelt: ,,In de stukken gevoegd bij het adviesverzoek ontbreekt een schriftelijke weergave van deze afspraak.”
Daar komt bij dat de raad wel het beleidsrapport ‘Strategie: Uitfasering van plastics. Beleidsgrondslagen voor de transitie naar duurzaamheid 2021-2026’ heeft ontvangen. Maar het is niet duidelijk of dit rapport ook door de Raad van Ministers is vastgesteld.
Verder is er onduidelijkheid over wanneer wél plastic tasjes of plastic artikelen aanvaardbaar zijn. RvA: ,,Bij het meenemen van etenswaren spelen volgens dit beleidsrapport voedselveiligheidsaspecten mee. Om die reden zullen volgens het beleidsrapport plastic tassen die noodzakelijk zijn vanwege functionaliteit of voedselveiligheid uitgezonderd worden van het verbod. De raad ziet dit uitzonderingsgeval niet terug in het initiatiefontwerp. Uit de memorie van toelichting blijkt zelfs het tegenovergestelde, aangezien met het initiatiefontwerp wordt beoogd om plastic draagtassen die bij snacks en restaurants worden verstrekt of aangeboden geheel te verbieden. Voedselveiligheid is volgens de raad een belangrijk aspect waarmee voldoende rekening gehouden moet worden. Hierover wordt echter niet uitgeweid in de memorie van toelichting.”
Tot slot wordt over de financiële paragraaf nog vastgesteld dat de RvA meent dat er, in tegenstelling tot de mening van de initiatiefnemers, wel kosten aan verbonden zullen zijn, namelijk als gevolg van de nieuwe taken verband houdende met toezicht en handhaving wat zal leiden tot capaciteitsuitbreiding bij de controlerende instanties.