Rapport vernietigend over integriteitsbeleid politie
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Raad voor de Rechtshandhaving (RvR) geeft een vernietigend oordeel over het integriteitsbeleid bij het Korps Politie Curaçao (KPC).
Al direct in het voorwoord van het onlangs aan de Staten aangeboden rapport staat dat ‘het huidige beleid flink ter hand moet worden genomen omdat aan essentiële voorwaarden niet wordt voldaan’.
Het integriteitsbeleid voor de ambtenaren van politie is vastgelegd in de ‘algemene gedragscode voor ambtenaren’ en in een instructie onder de naam ‘Regla ta Regla’. Maar er is dus in feite sprake van ‘Regla no ta Regla’, want zo stelt de RvR vast: ,,Ten tijde van het onderzoek werd integriteit niet bij werkoverleggen aan de orde gesteld en er worden geen functioneringsgesprekken gehouden omdat geen beoordelingssysteem is vastgesteld. Scholing en vorming op het gebied van integriteit werden niet aangeboden. Verder blijkt dat het KPC geen beleidsstuk heeft voor de implementatie van de gedragscodes en het sanctiestelsel.” Er wordt niet voldaan aan bijvoorbeeld het blijven verzorgen van integriteitstrainingen, het verrichten van controle en het hanteren van een voorziening in het kader van vroeg signalering (preventie). ,,Bovendien blijkt dat het sanctiestelsel van het korps niet transparant is en dat dit stelsel geen rechtszekerheid biedt. Een ernstige tekortkoming is dat de ministers van Justitie niet altijd tijdig een besluit nemen op voorstellen tot een disciplinaire strafoplegging. In verband hiermee heerst in de praktijk ten onrechte de opvatting dat het opleggen van een disciplinaire straf beslist niet meer mogelijk is na verloop van een jaar nadat is vastgesteld dat een ambtenaar zich aan een plichtsverzuim heeft schuldig gemaakt. Als gevolg hiervan blijven sommige vergrijpen zonder consequenties, omdat geen disciplinaire straf wordt opgelegd. Dit komt het vertrouwen in dit deel van het ambtelijke apparaat beslist niet ten goede”, aldus de Raad.
De RvR legt uit hoe belangrijk de integriteit van politieambtenaren is en hoe schending hiervan afbreuk doet aan de goede naam en de betrouwbaarheid van het politiekorps. ,,Het politiekorps moet zodanig ingericht zijn dat integriteitsschendingen worden voorkomen”, zo staat dan ook in het rapport geschreven. De korpschef van KPC zelf heeft gesteld dat de gedrags- en beroepscodes die opgenomen staan in het rechtspositiebesluit onvoldoende effectief zijn en aanpassing behoeven omdat de artikelen in algemene zin zijn geformuleerd. ,,Hierdoor kunnen niet alle ongewenste gedragingen van de ambtenaren van politie worden afgestraft”, aldus de korpschef in het rapport. En daar komt bij dat de disciplinaire sancties die zijn opgenomen in het rechtspositiebesluit niet opgelegd kunnen worden omdat er geen een bevoegd gezag is ten aanzien van deze straffen, zo stellen geïnterviewde personen in het rapport. Daar is de RvR het niet mee eens. Die stelt vast dat het de taak van de minister is en dat deze in de plaats treedt van wat vroeger voor 10-10-’10 de gezaghebberstaak was. ,,De Raad is van oordeel dat de bepalingen van het rechtspositiebesluit voldoende zijn om ongewenst gedrag te bestraffen”, zo wordt dan ook geconcludeerd.
Het rapport heeft de titel ‘Beheer Bureau Interne Zaken van het Korps Politie Curaçao’ meegekregen met als onderkop: ,,Een onderzoek naar het beleid en de inrichting van disciplinaire (integriteits)onderzoeken.”