Financiën zoekt samen met GSH en APC naar oplossingen

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De overeenkomst tussen Gi-ro Settlement Holding (GSH) en de Curaçaose overheid heeft ‘enkele aandachtspunten die geëvalueerd moeten worden’. Want hoewel het Land slechts een minderheidsbelang had in Girobank, is het toch vooral de overheid die voor de kosten van de tot nu toe bedachte oplossing moet opdraaien.

Dat stelt het Kabinet van de minister van Financiën. Uitgelegd wordt dat op basis van de getroffen regeling de overheidsschuld met maar liefst 437 miljoen gulden is gestegen (zie kader). ,,Deze schuld is echter niet het directe gevolg van het overheidsbeleid, daarom dient hiervoor dan ook een passende oplossing te worden gezocht.”
De mededeling van Financiën is feitelijk het vervolg op eerdere berichtgeving - zoals het artikel ‘Speculatie na post over GSH en APC’ in de laatste week van september in deze krant - die veel vragen opriep. Dit was naar aanleiding van een post van minister Javier Silvania (MFK) op Facebook.
Daarop waren wel foto’s te zien van de directie van het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC) en van GSH op bezoek bij de bewindsman, maar de uitleg daarbij bleef uit. Intussen was wel duidelijk geworden dat Silvania, met advies van voormalig Centrale Bank-president Emsley Tromp, met de gedachten speelde om GSH eventueel over te doen (=te verkopen) aan APC.
In een communiqué dat begin deze week is uitgestuurd geeft het Kabinet van de minister van Financiën de toelichting die eerst ontbrak. Het pensioenfonds APC heeft - zo wordt uitgelegd - in dit proces drie verschillende rollen. Ten eerste de rol als voormalig aandeelhouder van de Girobank. Op de tweede plaats als deposant (bij Girobank). En tot slot als eigenaar van de APC Bank, de Centrale Hypotheek Bank (CHB) en de voormalige Postspaarbank (PSB). Deze laatste ‘rol’ wordt in relatie tot Girobank niet nader toegelicht.
De minister gaat wel in op de rol als deposant: ,,Het APC heeft, samen met een aantal anderen, zijn volledige depositobedrag nog niet ontvangen. Dit in tegenstelling tot de deposanten met een deposito tot 1,2 miljoen. Dit maakt van APC een belangrijke samenwerkingspartner.” Dit laatste geldt overigens voor álle circa dertig deposanten; het betreft pensioenfondsen, stichtingen, schoolbesturen, (semi-)overheidsentiteiten en financiële instellingen, die alles bij elkaar een vordering van 301 miljoen hebben op Girobank.
,,Om voornoemde redenen hebben het ministerie van Financiën en de vertegenwoordigers van GSH en APC recentelijk om de tafel gezeten om te komen tot mogelijke oplossingen voor de aandachtspunten”, vervolgt de summiere toelichting.
Alvorens een beslissing te nemen ‘worden de verschillende opties en alternatieven in overweging genomen’. In overeenstemming met de wet, dient de bescherming van het belang van de deposanten het primaire doel te zijn, zo stelt Financiën.
,,Het Land Curaçao, dat de verantwoordelijkheid van de kosten van de oplossing op zich heeft genomen, zou dit op een manier moeten uitvoeren waardoor de kosten voor zowel de overheid als bevolking van Curaçao minimaal blijven.”
De toezichthouder van de financiële sector, de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), houdt zich in deze discussie tot nu toe op de vlakte. Op de vraag van deze krant om een reactie, liet CBCS-topman Richard Doornbosch onlangs weten ‘geen commentaar’ te hebben.

‘Grote financiële schade’
In april 2021 is de portefeuille van de noodlijdende Girobank overgedragen aan Gi-ro Settlement Holding bv (GSH). GSH is door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en het ministerie van Financiën gecreëerd om te komen tot een gecontroleerde liquidatie van de Girobank. GSH bestaat uit een kleine groep bank-en finance-professionals. Het takenpakket van GSH bestaat uit het betalen van de deposanten en de betaling van de lening (van 170 miljoen gulden, red.) die het Land Curaçao beschikbaar heeft gesteld aan GSH. Op zijn beurt heeft Curaçao dit bedrag weer geleend van Nederland.
Op het moment dat GSH de schuld aan de overheid heeft voldaan, zal het restant van de geïnde bedragen gebruikt worden om de deposanten die hun deposito's (nog) niet volledig hebben ontvangen te betalen (ruim 301 miljoen, red.). Er zijn 30 deposanten met bedragen groter dan 1,2 miljoen die, op basis van het model dat de CBCS heeft gekozen om het proces van de noodregeling van de Girobank af te ronden, mogelijkerwijs grote financiële schade kunnen ondergaan. Het gaat hier om pensioenfondsen, schoolbesturen, (semi-)overheidsinstellingen en financiële organisaties.
In het persbericht spreekt Financiën over een bedrag van 437 miljoen waarmee de overheidsschuld is gestegen als gevolg van het Girobank-debacle. Dat bedrag bestaat uit 170 miljoen (lening enerzijds) en 267 miljoen anderzijds. Dit laatste is wat de Centrale Bank CBCS in de loop der jaren aan Girobank heeft voorgeschoten, maar wat vroeg of laat voor rekening komt voor het Land Curaçao. Dit zou aanvankelijk worden terugverdiend door een verhoging van de license fee (licentierecht voor buitenlandse transacties), maar dit plan is ‘on hold’ gezet zonder dat er een alternatief is aangedragen.