Importeurs wijzen op ongewenste gevolgen Makutu Básiko 2022
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De nieuwe basismandregeling - Makutu Básiko 2022 - zal ongewenste gevolgen hebben, te weten schaarste en het mogelijk zelfs niet beschikbaar zijn van bepaalde producten.
Zaken die voorkomen hadden kunnen worden als de regeling op een zorgvuldige wijze tot stand was gekomen en de minister voorafgaand overleg met de importeurs had gepleegd. Dit is één van de standpunten van de Belangenvereniging Curaçaosche Agenturen (BVCA) die in de rechtszaak tegen het Land naar voren zullen komen.
De minister had vorig jaar overigens toegezegd dat hij een mogelijke aanpassing van de regeling eerst met de BVCA zou bespreken, maar heeft zich daarbij niet aan zijn woord gehouden. De minister die bedoeld wordt, is Ruisandro Cijntje (PNP) van Economische Ontwikkeling.
De zaak is aangespannen door de belangenvereniging en daarnaast door twintig individuele leden alsmede vijf leden van de Curaçao Manufacturers Association. Intussen heeft de minister de invoering van Makutu Básiko 2022 uitgesteld in verband met de rechtszaak die op 17 oktober zal dienen.
De gewraakte kwestie betreft de Regeling Makutu Básiko (basismand): de Ministeriële Regeling met Algemene Werking van 18 augustus 2022 strekkende ter vaststelling van maximum groot- en kleinhandelsprijzen die op 1 september 2022 van kracht werd of - intussen - zou worden. Hiermee heeft de bewindsman besloten om het assortiment van de ‘makutu básiko’ aanmerkelijk uit te breiden en wijzigingen te brengen in de maximum mark-up voor de groothandels voor de aangewezen producten.
Een bezwaar van de BVCA tegen de regeling is allereerst het ontbreken van voldoende rechtvaardiging voor de uitbreiding van de basismand met maar liefst 74 productsoorten. Een aantal hiervan, althans in ieder geval varianten daarvan, zijn in de ogen van de belangenvereniging in alle redelijkheid zeker niet te beschouwen als ‘primaire levensmiddelen’ en werden al voor de invoering van de makutu básiko niet gekocht door het deel van de bevolking dat een minimuminkomen heeft.
De makutu básiko ziet daarmee niet langer op basisproducten, maar op een groter gemaakt assortiment van consumptieve goederen die niet meer ‘basis’ zijn, volgens BVCA, maar soms zelfs luxe. In de oorspronkelijke makutu básiko (van 2012) zaten bijvoorbeeld alle merken van originele thee, terwijl in de nieuwe regeling het productsoort thee - naar de mening van BVCA - onnodig uitgebreid is tot ‘alle soorten thee’, waaronder ook kruiden-, smaakjes- en medicinale thee. Hetzelfde geldt voor het productsoort bakolie. Er is bij de nieuwe regeling niet genuanceerd naar de merken en maten die door minder draagkrachtigen gebruikt worden.
Minister Cijntje had in een overleg met de BVCA in november 2021 toegezegd dat hij voorafgaand overleg zou plegen met de belangenverenging over een te volgen aanpassing van de Makutu Básiko-regeling alvorens die gepubliceerd zou worden, maar heeft dit dus nagelaten. Cijntje heeft dit nalaten ook erkend tijdens de vergadering van 29 augustus 2022 met de BVCA.
De vereniging meent daarnaast dat de regeling niet doelmatig is omdat het gestelde doel niet behaald wordt met de getroffen maatregel, althans is er niet onderbouwd of inzichtelijk gemaakt hoe de regeling tot de gestelde voordelen dient te leiden. De kostprijs van producten die in het buitenland worden gekocht, kunnen - en zullen - namelijk nog steeds stijgen.
‘Alternatieve instrumenten waren beter geweest’
De uitbreiding van de basismand en het opleggen van een vast percentage van de mark-up voor groot- en kleinhandel zal prijsstijging niet (kunnen) voorkomen, menen de importeurs. De overheid kan daarmee immers niet ingrijpen in de kostprijscomponent, de vrachtkosten en kosten tot aan de deur van het magazijn van de importeur, terwijl volgens de BVCA juist deze componenten alsmaar stijgen.
Het is, zeggen zij, algemeen bekend dat deze componenten wereldwijd stijgen en nog zullen blijven stijgen door, onder meer, de oorlog in Oekraïne. Deze kosten hebben grote invloed op de uiteindelijke verkoopprijs aan de consument.
De overheid had ‘alternatieve instrumenten’ kunnen gebruiken om prijsopdrijvingen of kostenstijgingen te beperken, zoals een aanpassing van de componenten invoerrechten en omzetbelasting. De regeling had een veel omvattender regeling kunnen zijn, waarbij ook rekening wordt gehouden met de importeurs, zoals op Barbados is gedaan.
Het is in de ogen van BVCA dan ook bedenkelijk dat de overheid er niet voor kiest om deze instrumenten aan te wenden. Met de regeling kiest minister Cijntje ervoor om de kostenstijgingen enkel ten laste van de groot- en kleinhandel te laten komen.
De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft de regering overigens al voorafgaand de publicatie van de regeling erop gewezen dat de uitbreiding van de makuto básiko niet tot het gewenste resultaat zal leiden. Primaire levensmiddelen zijn noodzakelijk voor het dagelijks levensonderhoud. Luxegoederen maken het leven aangenamer, maar zijn niet nodig voor het levensonderhoud van een persoon en behoren daardoor niet in de makutu básiko, zo meent de BVCA.
Terug naar de schaarste, waarvoor BVCA zegt te vrezen: één van de gevolgen van de regeling is dat het voor de importeurs niet meer rendabel is om bepaalde producten/productsoorten in de aangepaste makutu básiko in te voeren, hetgeen tot ongewenste schaarste van die producten zal leiden.