Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Op Curaçao komt mogelijk een dependance van de stichting The Ocean Cleanup van de Nederlander Boyan Slat. De organisatie haalt met speciaal daarvoor ontworpen apparatuur plastic uit de zee.
Minister Dorothy Pietersz-Janga van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), heeft Slat daarover eind juni aangesproken tijdens de Ocean Conference van de United Nations in Portugal. De oprichter van The Ocean Cleanup, maar ook Nederlandse deelnemers aan de conferentie, hadden daar volgens Pietersz-Janga wel oren naar. ,,Het idee is dat de organisatie op Curaçao een vestiging krijgt en dan van hieruit de Caribische Zee kan schoonmaken.” Volgens de GMN-minister zijn er ook afspraken gemaakt om het idee verder uit te werken.
Slat richtte het bedrijf in 2013 op toen hij pas achttien jaar was en in Delft woonde. De non-profitorganisatie is uitgegroeid tot een team met 120 leden met verschillende expertise. Daarbij zijn bijvoorbeeld ingenieurs, onderzoekers en wetenschappers. The Ocean Cleanup is in de Grote Oceaan met twee grote veegarmen actief. Die drijven op de zeespiegel en nemen als een C-vormige bezem alles mee wat ze tegenkomen. In januari dit jaar ontving het project 15 miljoen dollar na een grote inzamelingsactie van verschillende YouTubers.
GMN-minister Pietersz-Janga ziet het contact met Slat als een van de bijvangsten van haar aanwezigheid op de conferentie in Lissabon. Sinds haar aantreden vorig jaar mei als GMN-minister is zij zich meer en meer bewust geworden van de impact die een eiland als Curaçao kan maken als het gaat om verbetering van het klimaat in de oceanen. De lokale organisatie Caribbean Research and Management of Biodiversity (Carmabi) heeft bijvoorbeeld in samenwerking met het Waitt Institute het eiland op de kaart gezet als centrum van marien onderzoek. Pietersz-Janga: ,,Daarmee is onder andere aangetoond dat de visstand, het koraal en de vegetatie enorm achteruit zijn gegaan.”
Tijdens de conferentie in Portugal van 27 juni tot en met 1 juli zijn de veertien duurzame doelen (SDG) voor de oceanen en zeeën in de wereld besproken. De organisatie zelf zei daarover op de website dat na de covidpandemie de diepgewortelde problemen des te duidelijker naar voren zijn gekomen en dat structurele veranderingen nodig zijn. Doel van de conferentie was dan ook om op wetenschap gebaseerde innovatieve oplossingen te zoeken voor snelle en concrete acties. ,,De delegaties van de deelnemende landen hebben besproken hoe we kunnen voorkomen dat het leven in de oceanen en zeeën verder achteruitgaat”, zegt Pietersz-Janga. Samen met de delegatieleden van Nederland (38) en Aruba (3) is voorgesteld om de conferentie in 2025 op Curaçao te organiseren. Het gaat om zeker 2.000 deelnemers. ,,De organisatie zullen we dan als Koninkrijk op ons nemen, dus met ondersteuning van Nederland”, zegt Pietersz-Janga.
De GMN-minister zegt in gesprek met het Antilliaans Dagblad vanwege het grote belang er heel bewust voor gekozen te hebben om met een delegatie van zeven mensen naar Portugal af te reizen. Zij heeft daar uit naam van het Koninkrijk de openingstoespraak gehouden bij het ‘high level’ symposium over water en had een gesprek met de Nederlandse minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat over de vervuiling van de zee. Op 29 juni gaf zij een presentatie over een oplossing voor zeewatervervuiling, ‘the Curaçao way’, en op 1 juli ging zij in een afsluitende speech in op de link tussen de veertien SDG en andere duurzaamheidsdoelen die in 2030 moeten zijn bereikt.