'Wel eens met een norm, maar onjuist bedrag; moet 535.000 per jaar zijn'
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Ze zijn het ‘ermee eens dat er een norm moet komen’ voor de topinkomens binnen de overheidsgelieerde entiteiten. Maar wel ‘een juist en volledig berekend bedrag’ alsmede ‘een goed doordachte vorm van normering’.
Dat schrijven de besturen van Aqualectra, Curoil, Curaçao Aiport Holding (CAH), Analytisch Diagnostisch Centrum (ADC), Curinde, Sociale Verzekeringsbank (SVB), Bureau Telecommunicatie & Post (BTP) en Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP). De brief is gericht aan de ministerraad met kopie aan de Staten en de gouverneur.
,,Het kan lijken alsof een groep van - in de perceptie van derden - reeds royaal betaalde functionarissen hun inkomen, coûte que coûte, wil verdedigen”, aldus de directeuren. ,,Dat is zeker niet het geval. Het gaat primair om het Land en secundair om de continuïteit van de individuele overheidsgelieerde entiteiten en hun werknemers.”
De ondertekenaars zijn de berekening van de norm in de wet nagelopen en komen tot de conclusie dat de norm ‘onjuist en onvolledig is vastgesteld’. Met de aanbieding van een ‘position paper’ willen zij hun standpunt duidelijk maken. Naar verluidt hebben havenbedrijf Curaçao Ports Authority (CPA) en dochter Kompania di Tou Kòrsou (KTK) hun eigen brief opgesteld en zou de Centrale Bank CBCS eveneens een apart schrijven uitsturen.
Ruim twee jaar nadat al sprake was van normering van de topinkomens, als voorwaarde van Nederland aan Curaçao (maar ook aan Aruba en Sint Maarten) om de broodnodige liquiditeitssteun te ontvangen in verband met de covidcrisis, stellen de besturen ‘via diverse informele kanalen kennis te hebben genomen van het wetsvoorstel’. Zijzelf zijn de voornaamste belanghebbenden, aldus de brief, maar zijn ‘nimmer formeel gehoord of op enige andere wijze geconsulteerd’ in verband met de totstandkoming van de landsverordening.
De bestuurders van genoemde overheids-nv’s hebben de antwoorden gelezen van de minister van Financiën (Javier Silvania) en de minister van Algemene Zaken (premier Gilmar Pisas, beiden MFK) op de vragen van het parlement, waarin de regering aangeeft dat kennelijk ook alle sociale premies onderdeel zijn van de vastgestelde norm ten bedrage van 263.000 gulden per jaar (zelf komen zij op basis van een ‘juiste berekening’ op een normbedrag van 535.000 gulden per jaar - ruim het dubbele dus - namelijk 130 procent van de totale bezoldiging van de minister-president van 411.000 per jaar).
Aangezien deze premies klaarblijkelijk niet in de berekening van de norm zijn meegenomen, kan de wet naar hun mening hier nooit van uitgaan. Want dan wordt het ‘een vergelijking van appels met peren’. Werkgeverslasten die conform de thans geldende wetgeving ten laste van de werkgever komen (zoals het werkgeversdeel van de premies aov, bvz, zv/ov, avbz, et cetera), dienen dan ook los te staan van de vastgestelde norm.
Het is voor de top van Aqualectra, Curoil, CAH, ADC, Curinde, SVB, BTP en DC-ANSP verder niet duidelijk waarom voor een korte overgangsperiode (van twee jaar. red.) wordt gekozen. ,,Aangezien de Nederlandse Balkenende-norm als leidraad wordt gehanteerd, ligt het dan niet voor de hand dat ook de overgangsregeling wordt overgenomen, die in Nederland destijds op zeven jaren werd vastgesteld?” Dit zal volgens hen ook bevorderlijk zijn voor de duurzaamheid van de wetgeving.
Met een ‘dermate ingrijpende norm’, is het naar de mening van de besturen van belang dat er ‘deugdelijk onderzoek’ wordt verricht ‘middels een benchmarkstudie’ die door een onafhankelijke en deskundige derde wordt verricht. ,,Ondergetekenden drukken de Raad van Ministers op het hart een benchmarkstudie te laten verrichten, die alle aspecten van de betreffende functies in overweging neemt, alvorens tot een vast bedrag te komen.”
‘Norm is te laag’
Door de onjuiste en onvolledige berekening, is de voorgestelde norm van 263.000 gulden per jaar ‘te laag en niet realistisch’ en zal ‘draconische effecten’ hebben op de volledige salarisstructuren van de overheidsgelieerde entiteiten. De landsverordening zal alleen voor degenen gelden waarvan de beloning de norm te boven gaat, maar zal wel tot consequentie hebben dat de beloning van de rest van het personeel bevroren wordt en bij vervanging zelfs lager wordt.
In bepaalde gevallen zal een bestuurder die volledig op grond van de wet en/of de statuten verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de entiteit, dezelfde bezoldiging ontvangen als een (andere) werknemer, vervolgt de brief van de besturen van Aqualectra, Curoil, CAH, ADC, Curinde, SVB, BTP en DC-ANSP.
,,Met andere woorden, dit wetsvoorstel zal van invloed zijn op het voltallige personeel van de overheidsgelieerde entiteiten en niet alleen op de topinkomens, zoals ten onrechte wordt gesuggereerd.”
Gezien de grootte van de groep die het betreft, zal de invoering van deze norm, en vooral met een dermate norm, een ‘grote macro-economische impact’ hebben. ,,De koopkracht zal aanzienlijk dalen en werknemers van overheidsgelieerde entiteiten zullen niet meer aan hun (financiële) verplichtingen kunnen voldoen, reden waarom alle lagen en sectoren van de lokale economie hier de gevolgen van zullen beleven.”
Het is verder, aldus de brief aan de regering, internationaal bewezen dat de introductie van dergelijke maatregelen ‘contraproductief is’, daar de productiviteit en motivatie van werknemers zal afnemen, waardoor de kostprijs van diensten en producten juist zullen stijgen in plaats van dalen. De topfunctionarissen wijzen erop dat dat kwalitatief hoogwaardige werknemers nu al ervoor kiezen om geen arbeidsrelatie aan te gaan met overheidsgelieerde entiteiten, en dat op basis van het concept dat op tafel ligt.
,,Indien Curaçao verder ontwikkeld dient te worden in een bruisende samenleving, smart nation, digitale kennis-hub, logistieke centraal punt, et cetera, dienen mensen aangetrokken en vastgehouden te worden die het geheel kunnen dragen en naar een hoger niveau kunnen tillen. Het is de vraag of Curaçao met de introductie van deze norm, dit kan bewerkstelligen.”
Mensen die voor een veel beter inkomen hetzelfde werk elders - Nederland of zelfs Bonaire - kunnen uitvoeren, zullen dat zonder te aarzelen ook doen. Dit zal, vrezen de directeuren van de overheids-nv’s, leiden tot ‘afbreuk aan de kwaliteit van dienstverlening in onze gemeenschap hetgeen de ontwikkeling van ons eiland niet ten goede komt’.