‘Stijgende trend doordat bepaalde groepen lastig bankrekening kunnen openen’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In 2021 is in de monetaire unie Curaçao en Sint Maarten het in omloop zijnde chartaal geld - dat zijn bankbiljetten en circulatiemunten - ondanks allerlei digitale en online ontwikkelingen gestegen en wel met 1,7 procent. Dat blijkt ook een trend, zoals uit een grafiek naar voren komt. ,,De stijgende trend van het chartaal geld in omloop is onder meer gerelateerd aan de moeilijkheden die bepaalde groepen in de Landen ondervinden om een bankrekening te kunnen openen”, stelt de Centrale Bank CBCS in het jaarverslag 2021.
Gezien de toenemende digitalisering van de samenleving heeft de CBCS in overleg met de vereniging van bankiers van de Landen concrete afspraken gemaakt over het openen van een betaalrekening voor natuurlijke personen. ,,Doel van de afspraken is te bevorderen dat iedereen kan participeren in het betalingsverkeer (financiële inclusie).”
De stijgende trend van het chartaal geld in omloop legt ook een druk op de voorraad bankbiljetten en circulatiemunten van de CBCS. Periodiek wordt het gebruik en de voorraad van bankbiljetten en circulatiemunten door de Centrale Bank geëvalueerd, waarbij indien nodig bestellingen worden gedaan om de voorraad aan te vullen.
Gezien de beperkingen die de CBCS ondervindt bij het laten drukken van de Nederlands-Antilliaanse gulden-bankbiljetten en circulatiemunten en de noodzaak om de kwaliteit van de bankbiljetten en circulatiemunten te verbeteren, heeft de Centrale Bank de Landen ‘geadviseerd om over te gaan tot de introductie van de Caribische gulden’, zoals overigens bij wet is vastgelegd bij de constitutionele hervorming van de Nederlandse Antillen in 2010.
De voorbereidende werkzaamheden voor de introductie van de Caribische gulden zijn in 2020 gestaakt in afwachting van de IMF-evaluatie van de voor- en nadelen van een eigen munt versus een eventuele dollarisering.
De evaluatie is door de CBCS aangevraagd naar aanleiding van de vragen vanuit de politiek en de maatschappij over de pro’s en contra’s van de introductie van een eigen munt versus dollarisering, welke vragen werden aangewakkerd door de Covid-19-pandemie die toen begon.
De evaluatie is door het IMF meegenomen in zijn Staff Report voor de Artikel IV-consultatie met Curaçao en Sint Maarten 2021, waarin het IMF meer aanstuurt op de punten die in acht genomen moeten worden bij een eventuele dollarisering. In haar standpuntnota over dollarisering concludeert de Centrale Bank dat dollarisering voor de monetaire unie van Curaçao en Sint Maarten ‘waarschijnlijk geen significante economische voordelen zal opleveren’, terwijl de lasten en met name de overgangsrisico’s daarvan reëel zijn.
,,Een besluit tot dollarisering dient daarom pas na zorgvuldige beschouwing en begrip van de fundamentele, onderliggende macro-economische factoren en de noodzakelijke institutionele, operationele en structurele hervormingen te worden genomen”, meldt het jaarverslag.
Ten behoeve van de besluitvorming door de Landen heeft de CBCS een beslisdocument opgesteld en aan de ministers van Financiën van Curaçao en Sint Maarten verstrekt.
Chartaal geld blijft nodig
Voor een optimaal en toegankelijk betalingsverkeer is het belangrijk dat zowel het chartaal als het giraal geldverkeer goed is geregeld, aldus de CBCS. ,,Door technologische ontwikkelingen in het betalingsverkeer kunnen betalingen steeds efficiënter en betrouwbaarder worden uitgevoerd. Het chartaal geld is niet alleen van belang als voorzorgsmiddel - in geval van tijdelijke ‘technologische’ onderbrekingen - maar vooral om de participatie van de gemeenschap als geheel aan het betalingsverkeer te vergroten.”
Volgens de CBCS-balans was er per 31 december 2021 voor 522.501.918 gulden (522,5 miljoen) aan bankbiljetten in omloop. Het betreft de nominale waarde van de in circulatie zijnde Nederlands-Antilliaanse gulden-bankbiljetten die niet langer dan tien jaar geleden zijn ingetrokken.
De post ‘Bankbiljetten in omloop’ heeft betrekking op de uitgegeven vogelserie. Verreweg de meeste bankbiljetten zijn met de coupure van 100 gulden, namelijk in totaal ruim 3,8 miljoen stuks; gevolgd door 2 miljoen ‘tientjes’; 1,8 miljoen briefjes van 25 gulden; en bijna 1,4 miljoen biljetten van 50 gulden. Er zijn volgens de CBCS ook 4.623 briefjes van 250 gulden in omloop, maar die zijn dus zeldzaam.