Voormalig Isla-directeur Hernández lovend over zijn ‘ex-baas’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Slechts lovende woorden voor zijn ‘ex-baas’, die hij ‘een echte leider’ noemt: Luis Eduardo Giusti López, de naam die momenteel veelvuldig valt als het gezicht van de groep die als zogeheten preferred bidder geldt als de toekomstige operator van de Isla-raffinaderij.
Javier Hernández, die sinds hij van december 1994 tot 1 januari 2001 directeur was van de raffinaderij zijn hart heeft verknocht aan het eiland en aan de Isla, kent Giusti persoonlijk. Al jarenlang. Al van de tijd dat ze vanaf 1985 samen op de raffinaderij Cardón in Venezuela werkten, met Giusti als general manager.
,,Toen wisten we al dat hij een high-flyer was, snel de top zou bereiken”, zegt Hernández tegen het Antilliaans Dagblad. En zo geschiedde: Giusti werd kort daarop vicepresident van Maraven en in 1994 zelfs de president van moedermaatschappij PdVSA (Petróleos de Venezuela); in die tijd niet alleen in eigen land en in de regio, maar ook een internationale speler. Tot 1999, toen Giusti het veld moest ruimen in verband met de opkomst van beroepsmilitair Hugo Chávez, die - na een mislukte staatsgreep in 1992 - in 1999 president van Venezuela was geworden.
Giusti, petroleumingenieur en later privéconsulent, werd toen onder andere senioradviseur bij Center for Strategic & International Studies (CSIS), voornamelijk op het gebied van energie en Latijns-Amerikaanse aangelegenheden. Daarnaast zit hij in de adviesraad van Riverstone-Carlyle. Hij is, volgens CSIS, ook lid van de raad van bestuur en speciaal adviseur van de voorzitter van het Centre for Global Energy Studies in Londen. Van 2000 tot 2005 was hij non-executive director van Royal Dutch Shell, waar hij in 1967 zijn loopbaan was begonnen.
Hernández, in Spanje geboren, maar al jaren met de Nederlandse nationaliteit, woont nog altijd op Curaçao. Hij weet nog dat Giusti als grote PdVSA-topman vanuit Caracas het eiland bezocht. ,,Hij was toen mijn baas. Het moet 1997 zijn geweest. Hij gaf een speech in het auditorium van de Isla-raffinaderij. Die maakte geweldig veel indruk. Giusti is iemand met veel charisma, een persoon die altijd een staand applaus krijgt na afloop van zijn toespraak.”
Drie maanden geleden kwamen ze elkaar weer tegen, nadat Hernández daartoe een uitnodiging had gekregen. In de voormalige directiewoning op het Isla-terrein, waar tegenwoordig overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) - namens het Land eigenaar van de terreinen en installaties - kantoor houdt.
‘Serieuze man met serieuze bedoelingen’
,,Hij is een serieuze man met serieuze bedoelingen”, zegt Hernández over Giusti. ,,Hij is niet degene met het vereiste geld, maar wel de man met de kennis en de contacten. Wat mensen op Curaçao zich moeten realiseren is dat het opstarten echt veel geld kost. Daar is financiering voor nodig. Banken en financiers willen dan, net als bij het verstrekken van een hypotheeklening, garanties in de vorm van solide onderpand: collateral. Welke garanties kan Curaçao, kan RdK, bieden? Erfpachtgrond is lokaal wel bekend, maar in het buitenland nauwelijks en vaak onvoldoende garantie.”
In het geval van Giusti/Socap Corp heeft de groep intussen al laten zien aan de headhuntingcommissie en RdK dat zij kan beschikken over de nodige fondsen. Zo weet Hernández, die met Giusti hierover en ‘in algemene termen’ heeft gepraat, onder andere over de staat waarin de raffinaderij zich bevindt.
,,Bij een raffinaderij gaat het om twee zaken die in orde moeten zijn: de ‘hardware’, zoals ik dat noem, dat wil zeggen de stalen installaties en machinerie, en de software, de mensen die de fabriek kennen en bedienen.” Over beide maakt de oud-directeur zich zorgen. Er moet veel geïnvesteerd worden in onderhoud en upgrading en helaas zijn er de afgelopen twee jaar veel medewerkers vertrokken.
De man die zegt dat hij veel ‘liefde en toewijding’ heeft voor de Isla, stelt dat zijn sterke punt altijd is geweest dat hij denkt en handelt als een ‘helikopter’. ,,Een alrounder die alles wat onder mijn beheer valt precies kent.” Zo ook in het Sint Elisabeth Hospitaal (Sehos), waar Hernández na de Isla enkele jaren leiding aan gaf: ,,Ik kende alle ruim 350 kamers en ook of ze op dat moment bezet waren of vrij.”
Giusti is volgens Hernández, ondanks zijn leeftijd van 77 jaar, ‘een echte leider’. Op de vraag of de tegenwoordig in de VS wonende Venezolaan kan voldoen aan de belangrijkste vereisten, waaronder de ‘proof of funds’ en de ‘proof of crude’ - ook wel POF en POK genoemd - zegt hij: ,,Ruwe olie is makkelijker, dat is een markt en een kwestie van zoveel mogelijk korting krijgen. Daar heeft Giusti zijn contacten.” Financiering is veel lastiger, mede vanwege het genoemde probleem van voldoende collateral, maar Hernández ‘weet zeker dat Giusti groepen met het benodigde vermogen kent’. ,,Dat moet ook wel, want anders had hij zich niet bij RdK gemeld als gegadigde.”
Zelf was Hernández als mededirecteur van de lokale groep Corc (Curaçao Oil Refinery Complex) eerder ook in de race om de nieuwe operator te worden. En Corc werd zelfs ook geselecteerd als preferred bidder, maar hun zakenpartner bleek niet over de brug te kunnen komen met de toegezegde gelden. Wat beweerd wordt - dat Corc de samenwerking opzegde omdat ze verwachtte financiering uit andere hoek te krijgen - spreekt Hernández krachtig tegen.
Voldoende beschikking over geldmiddelen is in deze industrie doorslaggevend. Het gaat om enorme bedragen en grote risico’s. De gedachte die weleens wordt opgeworpen dat het eiland en RdK het wel ‘zelf’ kunnen doen, verwijst de voormalige Isla-directeur onmiddellijk naar het rijk der fabelen.
Met een productie van 200.000 vaten per dag gaat het bij een prijs van 100 dollar per vat al gauw om 20 miljoen dollar. Het kan goed gaan, maar de risico’s zijn eveneens aanzienlijk. In geval van tijdelijke technische uitval, bijvoorbeeld. Bij een verlies van 1 miljoen per dag gaat het al snel om 30 miljoen verlies in een maand. Je moet dan over enorme reserves beschikken, en dat heeft Curaçao niet.”
Hij heeft alleen goede herinneringen aan zijn vroegere chef Giusti, die Hernández een capabel en serieus man noemt met de juiste kennis en contacten. ,,Maar eenvoudig is het zeker niet om de oude Isla nieuw leven in te blazen. De Curaçaoënaar wil het liefst droog zwemmen - zwemmen zonder dat z’n kleren nat worden - maar dat gaat eenvoudigweg niet. Er zal nog veel moeten gebeuren, vooral op financieel gebied, voor het herstarten van de raffinaderij een feit is.” Hijzelf (81 jaar) zwemt nog elke dag om in conditie te blijven. Voor raad en daad is hij altijd beschikbaar, mits serieus.