500.000 Euro voor renovatie gebouw Chinese gemeenschap
Van onze redactie
Willemstad - Nederland stelt een bedrag van 500.000 euro beschikbaar voor de renovatie van het gebouw van de Curaçaose Chinese gemeenschap in Scharloo, dat onlangs als officieel monument is aangewezen.
,,Vandaag, exact tachtig jaar later, wil ik namens de Nederlandse staat spijt uitspreken voor het feit dat er vanuit de Nederlandse overheid lange tijd te weinig aandacht is gegeven aan de gebeurtenis en geen medeleven is geuit voor de gevolgen van de tragedie die de levens van velen heeft getekend en die tot op de dag van vandaag doorwerkt op Curaçao en in het bijzonder de Chinese gemeenschap op Curaçao”, aldus de Vertegenwoordiger van Nederland, Erwin Arkenbout, in zijn toespraak ter ere van de herdenking gisteren dat het 80 jaar is geleden dat meerdere Chinese zeelieden op Curaçao zijn doodgeschoten en tientallen gewonden zijn gevallen.
Sinds 2013 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) naar eigen zeggen ‘het uiterste geprobeerd de onderste steen boven water te krijgen over wat precies op die dag is gebeurd’. De vorige BZK-minister heeft in 2021 laten weten dat Nederland zijn medeleven wil laten blijken door ‘een passend gebaar te maken dat recht doet aan deze vreselijke gebeurtenis’. Daartoe is in contact getreden met de Chinese gemeenschap op Curaçao. Het resultaat is dat een bedrag beschikbaar wordt gesteld voor het herstel van het monumentale pand.
De uitwerking van dit gebaar zal op korte termijn met de Chinese gemeenschap ter hand worden genomen. ,,Op het fundament van deze herdenking groeit dan hopelijk een nieuwe verhouding tot dat verleden, en in die nieuwe verhouding schuilt de kracht om mogelijk bestaande tegenstellingen te overbruggen. En uit die kracht kan harmonie ontstaan”, aldus Arkenbout.
‘Basis voor meer wederzijds begrip’
De Chinese zeelieden werden tijdens de Tweede Wereldoorlog op Curaçao ingezet bij de productie en het vervoer van brandstoffen. Zij werkten met gevaar voor eigen leven en onder erbarmelijke omstandigheden op tankers die ruwe olie vanuit Venezuela naar de raffinaderijen op Aruba en Curaçao verscheepten. De brandstoffen waren van vitaal belang voor de strijd van de geallieerden tegen de vijand in Europa, Afrika en Azië. Daarmee leverden zij een belangrijke bijdrage aan de strijd die werd gevoerd en uiteindelijk aan het bereiken van vrede.
Zij protesteerden tegen slechte veiligheidsvoorzieningen en wilden een betere betaling. Wat een conflict over arbeidsvoorwaarden was, liep echter op 20 april 1942 volledig uit de hand, met het bekende afschuwelijke en noodlottige gevolg. De ceremonie van gisteren stond voor Nederland in het teken van de herdenking van deze tragische gebeurtenis.
,,Met het gebaar kunnen de tragisch omgekomen Chinese zeelieden worden herdacht, kan de geschiedenis worden gemarkeerd om te voorkomen dat die wordt vergeten, maar bovenal kan het gebaar de basis zijn voor meer wederzijds begrip, als het leidt tot het smeden van hechtere banden tussen de inwoners van de landen van het Koninkrijk van uiteenlopende oorsprong, kortom een gebaar dat bijdraagt aan een gemeenschappelijke toekomst.”