Twee bureaus in oprichting en doorlichtingsonderzoeken
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er wordt in het kader van de Uitvoeringsagenda en het Landspakket Curaçao een Mobiliteitsbureau opgericht en een Bureau Topmanagement. Daarnaast zijn er twee onderzoeken in voorbereiding; een benchmarkonderzoek en een doorlichting.
De twee bureaus worden beschreven in het thema over ‘Kosten en effectiviteit publieke sector’. Het Mobiliteitsbureau wordt opgezet met als taak te zorgen voor een optimale personele inzet. Hiervan uit wordt gekeken naar de formatie, bezetting en daadwerkelijke aanwezigheid en inzetbaarheid van medewerkers van de overheid en overheidsorganisaties. Ook zal het bureau belast zijn met het nemen van actie op onrechtmatigheden.
Als bijvoorbeeld medewerkers onterecht loon ontvangen, zullen - afhankelijk van de situatie - maatregelen getroffen worden zoals het stopzetten van het salaris en het inzetten van een ontslagtraject, zo wordt in de Uitvoeringsagenda uitgelegd.
Voor het Mobiliteitsbureau moeten op 30 juni van dit jaar procedures en processen zijn opgesteld ‘ten behoeve van het oplossen van (juridische) knelpunten rond mobiliteit’. En ook moeten richtlijnen en procedures zijn vastgesteld voor het toepassen van interne herplaatsing van nog actieve ambtenaren, hun flexibele inzet, gedwongen uitstroom en waarneming korter dan een jaar. Tot slot wordt een sociaal plan ontwikkeld, vastgelegd in een ontwerp-Landsverordening.
Het Bureau Topmanagement zal belast zijn met de uitvoering van het ‘Management Development’ (MD)-beleid. De implementatie van het MD-beleid topmanagement moet op 1 juli van dit jaar beginnen.
Naast het opzetten van bureaus zullen twee onderzoeken opgestart worden. Een betreft een benchmarkonderzoek om zo versoberingen door te kunnen voeren en het andere onderzoek behelst een flinke doorlichting van de publieke sector. Want, zo wordt aangevoerd, de kosten van de publieke sector moeten 10 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen, in lijn met het Caribisch gemiddelde.
Daarvoor moeten de kosten van de publieke sector worden teruggedrongen en tegelijkertijd de kwaliteit en de effectiviteit, inclusief de uitvoeringskracht, verhoogd. De publieke sector is niet alleen het ambtenarenapparaat, maar gaat ook over de overheids-nv’s en -stichtingen. Op 30 april moet de aanbesteding afgerond zijn voor de doorlichting en de definitieve eindrapportage moet op 1 november 2022 opgeleverd worden.
Voor de doorlichting moet nu eerst het onderzoekskader bepaald worden en aangegeven welke overheids-nv’s worden doorgelicht. De doorlichting behelst een onderzoek naar de legitimiteit, effectiviteit en doelmatigheid van publiek aandeelhouderschap. ,,Dient de publieke sector de publieke belangen en worden de doelstellingen bereikt?”, zo wordt nader uitgelegd.
Verder is het de bedoeling dat er voorstellen worden gedaan voor mogelijke versobering van de arbeidsvoorwaarden in de publieke sector. Daarvoor moet nog deze maand een plan van aanpak worden ontwikkeld en aanbesteed, zodat in mei een aanvullend benchmarkonderzoek kan starten. ‘Aanvullend’ omdat het gaat om een aanvulling op het vergelijkend onderzoek naar de primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden, waarin de arbeidsvoorwaarden uit de (semi)publieke sector worden vergeleken met de private sector. Ten aanzien van dit aanvullend onderzoek wordt in de Uitvoeringsagenda toegelicht: ,,Op basis van onderzoek naar de primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden - waaronder overwerkvergoedingen, verlofregelingen, bijzondere beloningen en toeslagen, reizen en reisvergoedingen - worden voorstellen voor mogelijke versobering ontwikkeld en geïmplementeerd.”