Ansary dreigt met procedures
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Niets lijkt de vorig jaar aangekondigde overname van Banco di Caribe door United Group Holdings nog tegen te houden.
De wettelijk vereiste toezichtsrechtelijke toetsing heeft weliswaar langer geduurd dan vooraf ingeschat, maar onlangs is ook op dit onderdeel groen licht gegeven door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Zo verneemt het Antilliaans Dagblad uit goede bronnen.
Eerder al, op 11 september 2021, zette dezelfde CBCS een handtekening onder de verkoopovereenkomst. Dat gebeurde door verkoper Ennia Caribe Holding (ECH), in verband met de noodregeling ten aanzien van Ennia vertegenwoordigd door de Centrale Bank, en koper United van Gregory Elias. ,,ECH en United verwachten de verkoop van Banco di Caribe, die voorwaardelijk is aan succesvolle afronding van de wettelijk vereiste toezichtsrechtelijke toetsing, af te ronden in het vierde kwartaal van dit jaar”, luidde het op dat moment.
Een kwartaal later dan verwacht is de toetsing afgerond en kunnen partijen overgaan tot de ‘closing’, dat wil zeggen dat de koper de overnamesom betaalt en de verkoper de aandelen van Banco di Caribe overdraagt. Naar verluidt zal het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC) participeren in de ‘nieuwe BdC’. Deze krant verneemt dat dit geen voorwaarde was voor het doorgaan van de overnamedeal. Vermoedelijk zal APC in eerste instantie een lening verstrekken en deze later - na overname door United - omzetten in aandelenkapitaal.
APC heeft al een eigen bankvergunning voor APC Bank, die verder nog niet actief is, maar wel eigenaar is van de PSB Bank. De overname van Banco di Caribe door United draagt volgens de Centrale Bank bij ‘aan de consolidatie van het bankenlandschap op Curaçao’. Mogelijk dat met de deelname van APC (Bank) dit kan leiden tot verdere consolidatie in het bankwezen.
BdC zet als onderdeel van United in op verdere groei. Door de Centrale Bank wordt United omschreven als een gevestigde financiële dienstverlener actief in onder meer Curaçao en een zestal Europese landen, waaronder financiële centra zoals Amsterdam, Londen en Luxemburg. ,,Met United heeft Banco di Caribe een kapitaalkrachtige aandeelhouder en een gecommitteerde partner, waardoor ruimte ontstaat voor groei en investeringen in een optimale financiële dienstverlening op de eilanden”, aldus CBCS vorig jaar.
De verkoop van BdC is bovendien een belangrijke stap in het financiële herstel van de Ennia-Groep. De opbrengst zal namelijk direct ter beschikking worden gesteld aan Ennia Caribe Leven, wat bijdraagt aan een lager risicoprofiel en optimalisatie van haar vermogen ten behoeve van haar polishouders.
Ansary dreigt met procedures
,,De onwettige verkoop van Banco di Caribe op dit moment maakt het herstel van de solvabiliteit bij Ennia Caribe Leven permanent onmogelijk”, staat er boven een gisteravond uitgestuurd persbericht van Parman International bv (PIBV) van Hushang Ansary. De 94-jarige Amerikaan is eigenaar van zowel BdC als Ennia. Ennia verkeert al enkele jaren onder de werking van de noodregeling, waarmee het bestuur in handen is gekomen van de Centrale Bank CBCS. Om de precaire financiële positie van Ennia enigszins op te krikken is besloten tot verkoop van activa, waaronder BdC. In een eerder vonnis sprak het gerecht zich hier gunstig over uit.
,,PIBV heeft kennis genomen van berichten in de media dat Ennia Caribe Holding nv (ECH) voornemens is door te gaan met de verkoop van Banco di Caribe nv (BdC), haar activa en haar activiteiten”, stelt het persbericht.
Op basis van de bepalingen van de statuten van Ennia Caribe Holding, een entiteit die eigenaar is van de bank en voor 100 procent eigendom is van PIBV, vereist elke verkoop van activa door ECH, anders dan in het kader van de normale bedrijfsvoering, waaronder uiteraard de verkoop van de activa van BdC, de voorafgaande goedkeuring en toestemming van de aandeelhouders van PIBV. Aldus Ansary via zijn Parman.
In zijn ogen zal met de ‘onwettige verkoop’ van BdC sprake zijn van ‘onteigening’, wat in strijd is met de bepalingen van de Most Favored Nations-clausule van de verdragen tussen de Verenigde Staten en Nederland, en dat zal PIBV dwingen een reeks juridische procedures te starten. Maatregelen waarmee Ansary tot nu toe ‘terughoudend is geweest’.
De Amerikaan dreigt niet alleen met procedures tegen de CBCS, maar ook tegen de koper: ,,Even belangrijk zijn de juridische stappen die zullen worden ondernomen tegen de activa en bedrijven van potentiële kopers en deelnemers aan dit proces van de frauduleuze overdracht van BdC, van wie sommigen al eerder een juridische kennisgeving vooraf hebben ontvangen.”