Dijkhoff: Rendement scholen erg laag
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het taalbeleid van Curaçao gaat op de schop. Uitgangspunt is dat leerlingen vier talen beheersen op een van tevoren bepaald niveau. Maar het synchroniseren van wetgeving en schoolsystemen vraagt nog veel werk.
Dat bleek afgelopen week in een centrale commissievergadering van de Staten waar minister Sithree van Heydoorn (MFK) van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS) op eigen verzoek inging op het nieuwe taalbeleid van zijn ministerie. De minister werd bijgestaan door taaldeskundige Marta Dijkhoff.
In het nieuwe beleid is er ruimte voor Papiaments, Nederlands, Engels en Spaans. Die talen worden verenigd in het onderwijssysteem, zei minister Van Heydoorn. ,,Ze bestaan samen, zonder elkaar in de weg te staan.” De bewindsman verwacht dat Curaçao zichzelf als viertalig land ‘kan verkopen’ en dus onderscheiden.
Dat er iets moest veranderen, was al langer duidelijk. Over het nieuwe nationale onderwijstaalbeleid was al in 2017 overeenstemming op regeringsniveau. Vorig jaar werd het uitvoeringsplan in de Raad van Ministers goedgekeurd.
Dijkhoff schetst in haar presentatie een mengelmoes van instructietalen in het huidige funderend en secundair onderwijs op Curaçao. In totaal zijn er negen typen scholen die op hun manier Nederlands, Engels, Papiaments of een combinatie daarvan als instructietaal aanbieden. ,,Dat is een enorme diversiteit voor een klein land met weinig middelen.”
Het systeem van nu werkt niet. Uit het funderend onderwijs gaat volgens Dijkhoff 20 procent van de leerlingen naar havo en vwo en 45 procent naar het vsbo. ,,De rest haalt het niet”, is de trieste constatering. Want wie eenmaal achteropraakt, haalt die achterstand bijna nooit meer in. Dat komt onder andere door de verschillende instructietalen waar scholen voor kiezen. ,,Het rendement van de scholen is laag. Met nieuw op elkaar afgestemd beleid kunnen we dat verbeteren”, zegt Dijkhoff.
Dat wordt gekozen voor vier talen in het Curaçaose onderwijs, ligt min of meer voor de hand. Spaans, Engels en Nederlands hebben altijd een belangrijke rol gespeeld naast de moedertaal Papiaments. Dijkhoff: ,,Het is hoe de Yu’i Kòrsou gevormd is. Generatie op generatie. De vier talen vormen deel van het sociale leven en nu dus ook van het onderwijs.” Het beleid richt de blik naar buiten, op de wereld. Voor elke taal wordt per onderwijsniveau vastgesteld wat een leerling moet bereiken. Voor Papiaments, Spaans, Engels en Nederlands. Voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het onderwijs op hbo-opleidingen en universiteiten. Dat is nog een hele klus. Dijkhoff noemt als voorbeeld het lesmateriaal dat nu ook in andere talen dan Papiaments ‘op niveau’ moet worden aangeboden.
Maar daar gaat nog een gecompliceerd traject aan vooraf van synchronisatie van wetgeving en schoolsystemen. Voor Spaans, Engels en Nederlands kan samengewerkt worden met buitenlandse instanties, zoals nu al gebeurt met de Nederlandse Taalunie. Maar wat betreft het Papiaments moet op het eiland zelf meer gedaan worden. Bij Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ) ligt voor advies het Landsbesluit voor de oprichting van een Raad voor Taal. De bedoeling is dat Fundashon Material pa Skol en Fundashon pa Planifikashon di Idioma (FPI) worden vervangen door de ‘Akademia di Papiamentu’. ,,De academie richt zich expliciet op de ontwikkeling van het Papiaments in de gemeenschap”, zegt Dijkhoff. Dan gaat het ook om spelling en standaardisering. Eerste stap is nu om de Raad voor Taal te installeren, dan kan een tijdlijn worden uitgezet voor de uitvoering van het nieuwe taalbeleid en de daaraan gekoppelde noodzakelijke financiering.