Van onze correspondent
Den Haag - Het afbouwen van de 12,5 procent salariskorting voor personeel in de (semi)publieke sector zit er niet in zolang Nederland liquiditeitssteun verstrekt aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten (CAS). Dat maakt staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties duidelijk in een brief aan de Tweede Kamer over de besluiten van de Rijksministerraad (RMR) van 4 februari.
Aruba had de RMR gevraagd te beginnen met de afbouw van die korting. Het eiland heeft te maken met arbeidsonrust over de korting en wilde dit jaar beginnen met de korting te verlagen naar 6,25 procent. Hetzelfde geldt voor de korting op salarissen van Statenleden en ministers, die 25 procent bedraagt. Dat zou 12,5 procent moeten worden.
De RMR stemde daar niet mee in, werd al op 4 februari bekend. Van Huffelen geeft in de brief van gisteren wat meer details over de redenen, die deels ook gelden voor Curaçao en Sint Maarten. De korting op de arbeidsvoorwaarden was sinds mei 2020, toen de coronacrisis hard toesloeg op de eilanden, een voorwaarde van Nederland bij de toekenning van liquiditeitssteun. ,,Zolang er vanuit Nederland liquiditeitssteun wordt verstrekt, ligt afbouw in ieder geval niet in de rede”, schrijft Van Huffelen. Wel is de staatssecretaris bereid te praten over de condities voor de afbouw van de salariskorting, zodat de CAS-landen perspectief hebben. Ook kan Aruba voorstellen doen voor een alternatieve invulling van de kortingen, die past binnen de voorwaarden van Nederland.
Specifiek gericht aan Aruba schrijft Van Huffelen: ,,In het licht van de nog altijd kwetsbare overheidsfinanciën met een zeer hoge overheidsschuldquote van circa 114 procent van het bruto binnenlands product, de druk die een afbouw van de salariskorting op het budget en de aflossingscapaciteit zou hebben en het gegeven dat Aruba heeft verzocht om op grond van artikel 23 LAft (Landsverordening Aruba financieel toezicht, red.) te mogen afwijken van de begrotingsnormen, ligt een afbouw van de salariskorting op dit moment niet voor de hand.”
In de brief bevestigt Van Huffelen, die gisteren haar eerste bezoek aan Aruba afsloot, nog eens de toestemming die de CAS-landen krijgen om ook in 2022 af te wijken van de begrotingsnorm. ,,De toegestane mate van afwijking van de norm is, net als in eerdere jaren, voor het begrotingsjaar 2022 gelijkgesteld aan het totaal van leningen die het land aangaat voor het doen van uitgaven gedurende 2022 met correctie voor de verandering in het liquiditeitssaldo van het land aan het einde van het jaar.” De RMR moet altijd vooraf instemmen met leningen.
Bekend was verder al dat het protocol tussen Aruba en Nederland over toezicht op de Arubaanse overheidsfinanciën, dat liep van 2019-2021, met twee jaar is verlengd tot 31 december 2023. Dit vervalt als de Rijkswet Aruba financieel toezicht, die vorige week bij de Tweede Kamer is ingediend, voor die datum van kracht wordt.