Grimmige briefwisseling eind 2021
Van Heydoorn: Niet op stoel ministerie gaan zitten
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De gezamenlijke schoolbesturen liggen al langer in de clinch met minister Sithree van Heydoorn (MFK) en zijn ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS). Dat blijkt uit een briefwisseling in de laatste drie maanden van 2021.
De schoolbesturen uiten in een brief van 29 oktober 2021 gericht aan minister Van Heydoorn en sectordirecteur Wladimir Kleinmoedig hun ‘collectieve zorg’ over de keuze voor een steeds verdergaande centrale aanpak en vragen meer betrokken te worden bij het zoeken naar oplossingen voor de problemen die al jarenlang spelen. De besturen van FSHP, Scons, IFE, Sozda, EBG, RKCS en VPCO missen ‘een open en transparante communicatie’. Minister Van Heydoorn reageert gepikeerd in zijn antwoord van 9 december. ,,Uw rol in het onderwijsbestel van Curaçao is in eerste instantie het beheer van de bijzondere scholen en het zorgdragen voor de kwaliteit en effectieve leertijd in het onderwijs”, schrijft de Onderwijsminister naar aanleiding van de nulmeting van het gehele onderwijsbestel die wordt uitgevoerd in het kader van de Uitvoeringsagenda bij het Landspakket. ,,Het ministerie verwacht van u dat u vanuit uw beheertaak informatie aanlevert bij de uitvoering van de nulmeting conform de behoefte van Inspectie Onderwijs, maar het zou te ver gaan als het ministerie ook nog van u verwacht dat u beschikt over deskundigheid voor de opzet en uitvoering van kwalitatief onderzoek. Daartoe strekt uw rol ook niet en is uw vertegenwoordiging niet nodig in het inhoudelijke nulmetingsproces.” In de laatste zin van de brief herhaalt minister Van Heydoorn nog eens wat hij van de schoolbesturen verwacht: ,,Voor het ministerie is uw bijdrage aan een hogere efficiëntie in de eerste plaats gelegen in verbetering van de uitvoering van uw primaire taak: het beheer van de scholen.”
Nog diezelfde maand, op 21 december, volgt een reactie van de schoolbesturen die de aandacht trekt door twee pikante opmerkingen. In ‘deze specifieke brief’ is ervoor gekozen de Dienst Openbare Scholen (DOS), anders dan bij eerdere brieven, ‘niet te betrekken’. ,,Dat de DOS de gezamenlijke brieven nimmer mee tekent, is een keuze van de DOS”, aldus de schoolbesturen in de brief van 21 december aan de Onderwijsminister. Maar de dienst ‘is een volwaardig participant in het schoolbesturenoverleg’ en wordt ‘wel degelijk betrokken bij het opstellen van de gezamenlijke uitingen’. ,,Belangrijk is dat wij met zijn allen voorkomen dat er een cultuur van angst in stand wordt gehouden, waarbij er de vrees is om zienswijzen te communiceren juist omdat dit verkeerd kan vallen met alle consequenties van dien.” Ook reageren de schoolbesturen op de beschuldiging van de minister dat zij de brief van 29 oktober ‘via de pers en de sociale media’ zouden hebben verspreid ‘nog voordat een redelijke termijn van beantwoording hiervan is verstreken’. ,,Wij zouden dit schrijven nooit delen met de pers, omdat wij ons er terdege van bewust zijn dat dit een wig zou drijven tussen u en ons”, luidt het verweer. ,,Zou het kunnen dat de brief moedwillig is verspreid door personen die zich (…) aangesproken hebben gevoeld en er baat bij hebben wantrouwen te kweken tussen uw persoon en ons als veld?”
Het is niet de bedoeling op de stoel van de minister of het ministerie te gaan zitten, maar om ‘als veld onze aandachtspunten zowel over beleid in uitvoering als nieuw beleid onder de aandacht te brengen’. ,,Wij zouden graag als volwaardige gesprekspartners willen fungeren, net zoals het openbaar onderwijs dat is.”
Of dat verzoek van de schoolbesturen samengaat met de uitgangspunten van het ministerie, is de vraag. Minister Van Heydoorn schrijft in zijn brief van 9 december dat ‘het maken van plannen en conceptbesluiten vanuit het ministerie gebeurt, in beginsel met de Dienst Openbare Scholen (DOS)’. De minister wijst erop dat de dienst scholen beheert en ervaring heeft met de dagelijkse praktijk op alle onderwijsniveaus. ,,Het RKCS komt hier (…) erg dichtbij, maar alle andere bijzondere schoolbesturen staan op afstand.” En: ,,Bij grote projecten die door de overheid geïnitieerd worden is het openbaar onderwijs richtinggevend, zeker op strategisch niveau.” Dit omdat die ‘per definitie begrensd worden door regelgeving en beschikbare (financiële) middelen’. Toch wordt wel degelijk rekening gehouden met de praktijk van het onderwijs op bijzondere scholen, die worden er immers ‘bij inventarisaties ten behoeve van deze projecten bij betrokken’.
‘Verkeerde interpretatie wetgeving’
De schoolbesturen menen dat hier de wetgeving verkeerd wordt geïnterpreteerd. ,,Onze Staatsregeling is er juist op gericht dat het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs gelijk worden behandeld.” Bovendien valt driekwart van alle leerlingen op Curaçao onder scholen van het bijzonder onderwijs en worden die scholen nergens binnen het Koninkrijk buitengesloten.
Sprekend voorbeeld waar minister en schoolbesturen mijlenver van elkaar lijken te staan is de digitalisering van het onderwijs. De schoolbesturen missen een gedeelde visie en strategie waardoor ‘situaties ontstaan zoals het feit dat er internet is tot aan de deur, terwijl dit internet niet kan worden gebruikt’. ,,Wij voorspellen meer van zulke situaties indien wij als schoolbesturen niet meer worden betrokken bij de ontwerpen aan de tekentafel.” Het project digitalisering ging maart 2017 van start, maar in december 2021 is de eerste fase ervan nog altijd niet afgerond. Planning op nieuwe planning volgt. Minister Van Heydoorn schrijft op 9 december dat de stuurgroep digitalisering ‘de voortgang van het digitaliseringstraject en het project achterstallig onderhoud’ bewaakt. De schoolbesturen zijn vertegenwoordigd in de gelijknamige werkgroep die in januari 2021 het visiedocument ‘Digitalisering’ heeft opgesteld en goedgekeurd.
De gezamenlijke schoolbesturen van het bijzonder onderwijs kunnen in hun brief van 21 december ‘er weinig begrip voor opbrengen’ dat het verzoek om duidelijkheid ‘nu lijkt te worden ervaren als een aanval’. De informatie is van groot belang, helemaal omdat ‘steeds weer is gebleken dat de financiële middelen die voor de digitalisering werden gereserveerd’ leken te ‘verdampen’. ,,Onze bezorgdheid is niet bedoeld als een verwijt, wij vragen juist om inbreng zodat verspilling kan worden voorkomen.”
Waar het, wat de schoolbesturen betreft, allemaal om draait, is de communicatie met het ministerie. Die moet veel beter, veel intensiever. Onderwijsminister Van Heydoorn vindt dat op 9 december ‘geheel onbegrijpelijk’. In zijn eerste drie maanden als minister heeft hij verschillende individuele gesprekken gevoerd en waren er structurele vergaderingen met verschillende schoolbesturen. Bovendien wordt er ‘elke eerste donderdag van de maand met de schoolbesturen vergaderd’.
Oppositie: Vergadering met schoolbesturen
De MAN-fractie heeft een verzoek ingediend voor een centrale commissievergadering van de Staten met vertegenwoordigers van de schoolbesturen. Dit naar aanleiding van de brief van 27 januari die de schoolbesturen hebben gestuurd naar onder meer de Nederlandse staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66) van Koninkrijksrelaties en minister van Onderwijs Robert Dijkgraaf en de Eerste en Tweede Kamer in Nederland. Het verzoek wordt ondersteund door twee andere oppositiepartijen, PAR en KEM. De partijen willen meer horen over de zorgen van de schoolbesturen wat betreft de achterstand die leerlingen hebben opgelopen ten gevolge van de covidmaatregelen, het digitaliseringsproject in het onderwijs en het vergoedings- en verantwoordingsstelsel (V&V). In de brief aan de Nederlandse politici vragen de schoolbesturen om aandacht en hulp vanwege de ongelijkheid binnen het Koninkrijk op het gebied van onderwijs. De Curaçaose Onderwijsminister Sithree van Heydoorn (MFK) was ‘onaangenaam verrast’, alleen al omdat hij in afwachting is van de doorlichting van het onderwijsbestel door onderwijsexperts van Curaçao en Nederland. In een eerdere brief van 9 december aan de schoolbesturen schrijft Van Heydoorn wel dat ‘voor zo ver hem bekend de schoolbesturen geen belemmeringen in de weg staan (…) druk uit te oefenen op de Nederlandse politiek (…) om bijvoorbeeld subsidie of andere ondersteuning los zien te peuteren opdat de kansengelijkheid binnen de onder hen ressorterende scholen wordt verkleind’.
Lucht geklaard
De gezamenlijke schoolbesturen hebben met de minister samengezeten en in een reactie hierop stelt Van Heydoorn dat de lucht geklaard is. ,,Ik heb kunnen zeggen wat ik wilde zeggen”, zo verklaarde hij tegenover TV Direct. Volgens hem zit hij een keer per maand samen met de schoolbesturen en dat was toevallig gisteren zo gepland. Alleen het onderwerp van de vergadering veranderde naar ‘de onderlinge relatie en hoe er beter samengewerkt kan worden’. ,,De schoolbesturen zullen in een persbericht nader ingaan op de details van de bespreking en de afspraken die gemaakt zijn en daar loop ik nu niet op vooruit”, aldus de minister. ,,In het algemeen kan ik stellen dat we hebben afgesproken hoe we gaan samenwerken in de toekomst met respect voor elkaar zodat dit niet meer kan gebeuren.” Of er nog vertrouwen is? Van Heydoorn: ,,We moeten samen de problemen oplossen, dat is het belangrijkste. En ik heb nog geen onderwijsbeleid geformuleerd omdat ik wacht op de resultaten van de nulmeting.”