PNP en oppositie staan stil bij noodzaak liquiditeitssteun
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Hoe gaan we het sámen oplossen en ervoor zorgen dat we voorkomen dat het ooit weer zover komt?
Die vraag werd gisteren in de Staten gesteld tijdens een debat met de regering over (verdere) liquiditeitssteun van Nederland voor het Land Curaçao. De vraag kwam niet uit de hoek van de oppositie, maar van parlementariër Sheldry Osepa van de kleinste regeringspartij PNP.
Als het gaat over de overheidsfinanciën is naar zijn oordeel ‘onze focus te veel gericht op Nederland’, maar ‘Wat doen we zelf aan hervormingen?’ De situatie werd met de intrede van corona echt zorgelijk, maar duurt feitelijk al veel langer, aldus Osepa.
Hij las voor uit een IMF-rapport van nog vóór de covidcrisis, waarin experts van het Internationaal Monetair Fonds opmerken dat het reële bbp in 2019 lager is dan in 2010. ,,Alle en opeenvolgende regeringen hebben het vertrouwen verspeeld”, meent hij in verband met overschrijdingen met het nieuwe ziekenhuis CMC, maar ook de extra lening die nodig was in verband met de Girobank.
,,We moeten naar de oorsprong zoeken”, aldus Osepa die verwijst naar een groep ‘schaamteloze personen’ - in een adem door hem ‘djaka’s (ratten) genoemd - die zich verrijken, waarbij het PNP-lid kijkt naar de kwestie Ennia/Ansary - ‘waarvan je mond openvalt als je de namen van betrokkenen hoort’ - maar ook naar accountants, zoals in de zaak BZV (Buro Ziektekostenvoorzieningen).
Er is al voor 911 miljoen van Nederland aan liquiditeitssteun ontvangen in 2020 en 2021, hield Osepa zijn mede-Statenleden nog eens voor. Hij doet een beroep ‘op ons geweten’; in het bijzonder degenen die volgens hem ‘te veel aan zichzelf denken’.
De vergadering over ‘de liquiditeitssteun en de gevolgen voor de gemeenschap’ was al op 9 november aangevraagd door de fractie van oppositiepartij PAR. Pas op 31 januari kwam het onderwerp aan bod. Premier Gilmar Pisas (MFK) kwam echter niet direct aan beantwoorden toe. Daarvoor had hij zeker drie tot vier uur voorbereidingstijd nodig en stelde voor om hier vandaag, na de andere geplande vergadering, op terug te komen.
Quincy Girigorie (PAR) beet de spits af door zich erover te beklagen dat het allemaal zolang duurt voordat het parlement informatie krijgt over zulk een belangrijk onderwerp, terwijl de Tweede Kamer in Nederland allang geïnformeerd is en ook de Curaçaose Staten het daar dan mee moeten doen.
Na de aanvraag van het debat zijn nog twee keer brieven gestuurd. Op 17 december was er de Rijksministerraad (RMR) die niet doorging, waardoor geen toestemming kwam om van de begrotingsnormen af te wijken en de 2022-landsbegroting niet kon worden gepubliceerd.
Girigorie roept in herinnering dat Financiënminister Javier Silvania (MFK) heeft verklaard dat er weinig aan de hand is en dat gewoon gewerkt wordt met de begroting van een jaar ervoor. Maar conform afspraak met Nederland moet in april - over twee maanden dus - worden afbetaald op die 911 miljoen aan renteloze leningen; staat dat ook opgenomen in de begroting?
Van hem, maar ook van Statenlid Steven Martina (MAN), kreeg minister-president Pisas de vraag te horen hoe het nu zit met zijn opmerkingen dat Curaçao in de eerste zes maanden van 2022 geen additionele liquiditeitssteun nodig heeft. Dat zou Pisas in een radioprogramma, Tribuna Popular van Hoyer, hebben gezegd. Maar in een brief had de minpres het gehad over het eerste kwartaal; de eerste drie maanden. De parlementariërs willen daarom een liquiditeitsprognose zien.
Terwijl MAN-voorman Martina het kabinet-Pisas (MFK/PNP) feliciteert met het kennelijk niet nodig hebben van aanvullende liquiditeiten - dan verdient het kabinet-Rhuggenaath (PAR/MAN) volgens hem ook een felicitatie, want dat heeft het eerste halfjaar van 2021 ook geen financiële steun nodig gehad - vraagt Steven Croes (PAR) zich openlijk af of het wel klopt dat de regering niet krap bij kas zit.
Er zijn er nog steeds diverse lokale bedrijven die wachten op NOW-steun waar ze recht op hadden, maar nog niet kregen. De farandula (amusementssector) heeft het bijzonder lastig. Gaten in de wegen zijn maar mondjesmaat met een emmertje en schop gevuld. Scholen schreeuwen om geld. Dat geldt ook voor het CMC, de zorginstellingen, leveranciers en zelfs personen die helpen met het vaccinatieprogramma zouden wachten op uitbetaling. En de Voedselbank, niet te vergeten. ,,Wat zegt de regering tegen deze mensen?” Volgens Croes hoeft niemand de ander iets wijs te maken en weet Nederland precies hoe het lokaal zit.
Andere leden vragen zich af wat de status is van de betalingsachterstanden van het Land bij het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC) en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Lopen die weer op? Wordt het ene gat met het andere gevuld?
Zij wijzen er verder op dat er op 17 december in het kader van de RMR geen overeenstemming met Nederland werd bereikt, zogenaamd omdat sprake zou zijn van ‘nieuwe voorwaarden’ van de zijde van de staatssecretaris. Maar de toenmalige bewindsman, Raymond Knops, legde aan de Kamer schriftelijk uit dat dit beslist niet het geval was.
Kan Pisas bevestigen dat hij met Knops’ opvolger, staatssecretaris Alexandra van Huffelen, nu wel een akkoord bereikte over de rijkswet Coho (Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling) inclusief de eerder gewraakte Nota van Wijziging (NvW)? Zo ja, wat is er dan veranderd, wil Girigorie weten, en wat is het regeringsstandpunt nu over de NvW?
Officieel was het aangevraagde debat met alleen de regeringsleider, maar in de online vergadering liet hij zich virtueel vergezellen door minister Silvania van Financiën. Zij zullen vandaag antwoorden en anders - als het geagendeerde onderwerp te veel tijd in beslag neemt - is het volgens Statenvoorzitter Charetti America-Francisca (MFK) nog onduidelijk wanneer een nieuwe datum wordt vastgesteld.
Vlak vóór de Statenbijeenkomst had Pisas samen met premier Wever-Croes van Aruba en premier Jacobs van Sint Maarten een vergadering met Van Huffelen, gevolgd door een meeting met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties António Manuel de Oliveira Guterres, samen met zijn collega’s van Aruba en Sint Maarten alsmede minister-president Mark Rutte van Nederland.