‘Niet tegen ontwikkeling, maar wel op natuurverantwoorde wijze’
Van onze redactie
Willemstad - Een never ending story, lijkt het wel. Carmabi gaat in hoger beroep tegen de jongste uitspraak van de rechter inzake de door het Curaçaose parlement aangenomen wet die ontwikkeling van Oostpunt mogelijk maakt.
Toch geeft de stichting, die deels (voor circa 15 procent) afhankelijk is van overheidssubsidie, de nodige ruimte voor ontwikkeling van het vrijwel onaangetaste Oostpunt dat in particuliere handen is van de Curaçaose familie Maal: ,,Carmabi hoopt dat de kansen die het gebied biedt voor de economische ontwikkeling van het eiland op natuurverantwoorde wijze benut zullen worden. Ecotoerisme is de afgelopen vijftien jaar de snelst groeiende vorm van toerisme. Toeristen willen juist betalen voor ongerepte natuur.”
Maar: ,,Beslissingen over ontwikkeling binnen natuurgebieden die nadelige gevolgen voor de eilandelijke natuur zullen hebben, zoals volgens de huidige plannen in het geval van Oostpunt, dienen daarom in heroverweging genomen te worden, om onomkeerbare fouten en gevolgen van ondoordachte ontwikkeling zo veel mogelijk te voorkomen. Zolang daar geen sprake van is, zal Carmabi noodgedwongen proberen een dergelijke overweging via de rechter af te dwingen.”
Carmabi legt uit sinds 2017 in een rechtszaak verwikkeld te zijn met de Curaçaose overheid, nadat die laatste had besloten grootschalige ontwikkeling op Oostpunt mogelijk te maken. De afgelopen vijf jaar heeft deze rechtszaak ‘voor veel verwarring gezorgd’.
,,Zo is Carmabi bijvoorbeeld beticht van het zelf willen ontwikkelen van Oostpunt, een vliegveld te willen aanleggen, tegen elke vorm van ontwikkeling op Oostpunt te zijn of zelfs tegen de economische ontwikkeling van het eiland in het algemeen.”
Dat ontkracht de stichting, met statutair een vertegenwoordiger van de overheid in het bestuur, in een persverklaring. Carmabi heeft geenszins de ambitie Oostpunt zelf te willen ontwikkelen, maar vindt alleen dat de mate waarin Oostpunt ontwikkeld zou kunnen worden, bepaald dient te worden aan de hand van correcte informatie en zorgvuldige (juridische) procedures.
,,Slechts in dat opzicht verschilt Carmabi met de overheid van mening”, om er zelf direct aan toe te voegen dat ‘met het deze week ingestelde hoger beroep een volgend hoofdstuk in deze slepende kwestie lijkt te zijn aangebroken’.
De gehele kwestie betreft een juridisch geschil tussen het al in 1955 opgerichte Carmabi-instituut dat natuurbeheer tot doel heeft en de Curaçaose overheid over hoe herzieningen van het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP) zouden moeten plaatsvinden.
,,Veel mensen denken dat Carmabi hiermee de plannen van de eigenaar van het terrein, de familie Maal, wil dwarsbomen. Dat is niet geval. De rechtszaak van Carmabi loopt niet tegen Maal, de rechtszaak gaat over de door de overheid gevolgde procedures om een nieuw ontwikkelingsplan voor Oostpunt op te stellen.”
De Landsverordening herziening Oostpunt werd begin 2017 aangenomen (door een overgrote meerderheid van de Statenleden, red.). Voor dat gebeurde, heeft Carmabi haar zorgen geuit ‘over hoe de overheid bestaande informatie en mogelijke belangen van anderen in de besluitvorming over Oostpunt wenste te betrekken’.
De stichting kreeg naar eigen zeggen via brief- en e-mailwisseling de toezegging van de Curaçaose overheid dat bestaande informatie met betrekking tot de bij Curaçaose wet beschermde plant- en diersoorten in de besluitvorming zouden worden meegenomen.
,,Echter, de door de overheid gemaakte beloftes om rekening te houden met deze zorgen, werden niet nagekomen en de landsverordening kwam, volgens Carmabi zonder een goede onderbouwing, tot stand.”
De leiding van de stichting heeft de overheid uitvoerig voorgelicht door het opsturen van een tal van studies met informatie over het Oostpuntgebied om zo de overheid en haar consultants van adequate kennis te voorzien. ,,In het rapport ter onderbouwing van de landsverordening werd echter gesteld dat ‘dergelijke informatie niet voorhanden zou zijn’.”
Daarop heeft Carmabi besloten naar de rechter te stappen om alsnog een heroverweging van de plannen voor Oostpunt af te dwingen op basis van bestaande informatie over het gebied en de rest van het eiland.
,,Het is voor Carmabi vooral belangrijk dat bestaande informatie wordt gebruikt om te komen tot een zo goed mogelijk ontwikkelingsplan voor Oostpunt, waarin de belangen van iedereen goed tegen elkaar worden afgewogen.” Hiermee wordt voorkomen dat ‘bebouwing’ het aanzicht van het hele gebied gaat bepalen zoals nu mogelijk is middels de nieuwe landsverordening.
,,Tevens wordt voorkomen dat de unieke, natuurlijke diversiteit en de aanwezigheid van unieke ecosystemen van Curaçao verloren gaan.” Carmabi wens te benadrukken ‘dus niet tegen de grootschalige ontwikkeling van het Oostpuntgebied te zijn’, maar vindt dat de besluitvorming over een gebied dat 10 procent van het eiland beslaat zorgvuldig zou moeten plaatsvinden.
De stichting heeft daarom al sinds enkele jaren een alternatief principe voor de ontwikkeling van Oostpunt voorgesteld, waarbij ongeveer 30 procent van het meest oostelijke deel van het Oostpuntgebied als groot aaneengesloten conserveringsgebied wordt ingesteld.
,,Op deze manier zou Curaçao ook voldoen aan het internationaal veel gebruikte minimum van 30 procent voor het oppervlak van een gebied dat voor natuurbehoud beschikbaar zou moeten worden gemaakt.”
En uitgelegd wordt dat ‘het gebied tevens zo gekozen is’ dat de langs de kust gelegen koraalriffen kunnen worden ontzien van verschillende vormen van vervuiling. ,,Vervuiling in gebieden op land, waarvan het afval in zee terecht zou komen, heeft grote gevolgen voor juist die gebieden waar de gezondste koraalriffen van Oostpunt worden gevonden.”
Nergens ter wereld heeft men, althans volgens Carmabi, kunnen aantonen dat de mate van ontwikkeling die nu op Oostpunt mogelijk is gemaakt géén nadelige gevolgen heeft voor de nabijgelegen koraalriffen.
Voor meer informatie:
www.researchstationcarmabi.org/information-on-oostpunt-including-carmabi-s-concerns-regarding-the-proposed-zoning-plan/