Gouverneur steekt stokje voor publicatie
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Uit een intern schrijven afkomstig van het ministerie van Financiën blijkt dat de gouverneur van Curaçao de ondertekening in verband met de publicatie van de Landsbegroting 2022 heeft aangehouden.
De facto ‘draait’ het Land nu op basis van de begroting van het voorbije jaar; op die van 2021. Het ministerie heeft de begroting 2022 in lijn gebracht met die van 2021. Het financieel beheer wordt nu uitgevoerd uitgaande van de begroting van vorig jaar.
Al eerder vroeg de oppositie in de Staten, het Curaçaose parlement, aandacht voor de ‘niet gepubliceerde begroting 2022’. ,,Het is voor het eerst dat het Land Curaçao een jaar opent zonder publicatie van de begroting”, schreef de MAN-fractie vlak voor de jaarwisseling.
Nu wordt duidelijk dat gouverneur Lucille George-Wout een stokje heeft gestoken voor de publicatie. ,,Zoals jullie weten is de begroting 2022 nog niet gepubliceerd”, schrijft de sectordirecteur Financieel Beleid en Begrotingsbeheer van het ministerie. ,,De gouverneur heeft de ondertekening aangehouden”, legt deze topambtenaar in een intern schrijven uit.
Het Antilliaans Dagblad heeft de betrokken sectordirecteur de vraag voorgelegd of het memo authentiek is, maar hoewel het bericht is gelezen werd daar nog niet op gereageerd.
Het hoofd Financieel Beleid en Begrotingsbeheer legt in het memo aan collega’s uit dat de gouverneur de ondertekening heeft aangehouden ‘vanwege het feit dat de Rijksministerraad de afwijking van de begrotingsnormen niet heeft geaccordeerd’. Dit komt mogelijk in de RMR van 21 januari weer aan bod, is de verwachting.
In de laatste vergadering van de Rijksministerraad (RMR) op 17 december vorig jaar is geen beslissing genomen over het verzoek van Curaçao om af te mogen wijken van de begrotingsnormen (zoals neergelegd in de Rijkswet financieel toezicht, Rft). Daardoor sluit de begroting 2022, in strijd met de afspraken voor het financieel toezicht, af met een tekort.
Hoe groot dit tekort precies is, waarmee de Staten (regeringspartijen MFK en PNP plus oppositiefractie PAR) eind vorig jaar instemden, is niet helemaal duidelijk. Ondanks verzoek daartoe aan Financiënminister Javier Silvania (MFK) kreeg de redactie van deze krant dat niet helemaal helder. Het tekort op de gewone dienst is in de orde van grootte van 256,7 miljoen, aldus de Raad van Advies (RvA) over de gewijzigde ontwerpbegroting 2022.
Conform de Rijkswet dient de gewone dienst van de begroting sluitend te zijn. Dus voldoende inkomsten om de overheidsuitgaven te dekken. De RMR ging in verband met de effecten van de coronacrisis akkoord met afwijking hiervan voor 2020 en 2021, maar het is maar de vraag of de Rijksministerraad (lees: de nieuwe Nederlandse regering) later deze maand akkoord gaat met het Curaçaose begrotingstekort.
Zoals eerder bericht werden in de RMR van 17 december alle voorstellen aangehouden die op tafel lagen voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten, omdat niet aan de voorwaarden van Nederland was voldaan. De CAS-landen weigerden voorafgaand aan de vergadering van de Koninkrijksministerraad in te stemmen met een nota van wijziging (NvW) bij het wetsvoorstel voor de Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho).
Feit is dat er nu geen gepubliceerde begroting 2022 is, terwijl het nieuwe jaar al wel is gestart. Zolang de begroting 2022 niet is gepubliceerd ‘strekt de begroting 2021 tot grondslag van het beheer, zulks om de dienst gaande te houden’, schrijft de sectordirecteur van het ministerie.
Dit betekent dat het financieel beheer gevoerd wordt uitgaande van de begroting van het jaar 2021. ,,Dit impliceert dat de begroting in principe geen nieuw beleid kan bevatten en dat dus geen nieuw beleid kan worden uitgevoerd totdat de begroting 2022 is vastgesteld.”
Minister Silvania werd verzocht om een toelichting en/of commentaar, maar de redactie is nog in afwachting op zijn antwoord. Eerder, in reactie op vragen en opmerkingen van oppositiepartij MAN, plaatste de bewindsman het volgende op Facebook:
,,De Rijksministerraad heeft in december besloten de behandeling van de stukken aan te houden tot de volgende vergadering van 21 januari. Het gevolg is dat er nog geen beslissing is over de mogelijkheid om af te wijken van de begrotingsnorm. Dit heeft géén grote gevolgen voor de financiële verplichtingen van de overheid. Bij het uitblijven van een afgekondigde begroting voor 2022 strekt de begroting van 2021 tot grondslag om de overheid gaande te houden.”