Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De overheidsschuld van Curaçao is in het derde kwartaal van 2021 met 184 miljoen gulden toegenomen en komt eind september uit op 4.212 miljoen (ruim 4,2 miljard).
Dat schrijft het College financieel toezicht (Cft) in reactie op de jongste Uitvoeringsrapportage, namelijk tot en met september dit jaar. De toename van de schuldpositie is het gevolg van de verstrekking van de zesde tranche liquiditeitssteun van 168 miljoen en van toename van de kortlopende schulden met 16 miljoen, waarvan 10 miljoen achterstallige premieafdrachten aan het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC).
De schuldquote van Curaçao - dat is de overheidsschuld afgezet tegen het bruto binnenlandse product (bbp) - stijgt van 87 procent van het bbp in het tweede kwartaal, naar 91 procent in het derde kwartaal van 2021.
Inmiddels is voor het vierde kwartaal 76 miljoen aan Nederlandse liquiditeitssteun ter beschikking gesteld. Met inbegrip van deze nieuwe lening komt de schuldquote per ultimo 2021 voor Curaçao voorlopig uit op 93 procent van het bbp.
Apart merkt het College financieel toezicht op dat de schuldquote van de ‘collectieve sector’ aan het einde van het derde kwartaal 2021 naar schatting uitkomt op 81 procent van het bbp.
Terug naar de schuld van het Land aan het APC; door de regering van Curaçao is aangegeven dat deze achterstallige premieafdrachten in het vierde kwartaal 2021 zijn ingelopen uit de ontvangen liquiditeitssteun over dat kwartaal.