Landsverordening herziening Oostpunt blijft gelden
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Landsverordening herziening Oostpunt blijft gelden. Dat is de uitkomst van een langdurige juridische strijd, waarbij het gerecht sommige beroepen ‘niet-ontvankelijk’ en sommige beroepen ‘ongegrond’ verklaart.
,,Willy Maal wint!”, aldus zijn advocaten over de uitspraak in de Oostpunt-rechtszaak tegenover het Antilliaans Dagblad. Het betreft een LAR-zaak (administratieve rechtspraak) in de gedingen van Amigu di Tera en Carmabi en anderen tegen de Staten en de regering van Curaçao, waar de familie Maal (eigenaar van het Oostpuntterrein) als derde-belanghebbende aan heeft deelgenomen. Het gaat over de ontwikkeling van het nog goeddeels onaangetaste en dus ongerepte Oostpunt van 4.400 hectare, circa een tiende van heel Curaçao. Het gerecht verwijst naar de al eerder - in januari 2017 vastgestelde - door de Staten goedgekeurde Landsverordening herziening Oostpunt (Landsverordening tot wijziging van het Eilandelijk Ontwikkelingsplan Curaçao, EOP). ,,Daarin staat kort gezegd dat ontwikkelingen van de gronden te Oostpunt slechts kunnen plaatsvinden, als er passende voorwaarden worden gesteld en passende maatregelen worden getroffen die effectieve bescherming van de omgeving in overeenstemming met internationale verdragen waarborgen.”
Waar gaat de zaak over?, is de vraag in een persbericht dat het Hof over de jongste uitspraak heeft uitgebracht. Na een civiele procedure en een periode van onderhandelingen is tussen de eigenaren van Oostpunt en het (toen nog) Eilandgebied Curaçao in 2010 een vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. Daarin zijn onder meer afspraken gemaakt over onderzoeken naar ontwikkelmogelijkheden van Oostpunt.
Vervolgens is een concept-landsverordening opgesteld, die eind 2012 ter inzage heeft gelegen. Na diverse aanpassingen is op 19 januari 2017 de Landsverordening herziening Oostpunt vastgesteld. Amigu di Tera en Carmabi en anderen zijn het niet eens met de wijze waarop deze landsverordening tot stand gekomen is en ook niet met de ontwikkelmogelijkheden die deze wet volgens hen toestaat. De wetgever (regering en Staten) en de eigenaren van Oostpunt vinden dat de Landsverordening herziening Oostpunt wél zorgvuldig tot stand is gekomen en passende ontwikkelingen mogelijk maakt.
Waarom zijn sommige beroepen niet-ontvankelijk?, is een van de vragen die het Hof in een persbericht beantwoordt. ,,Alleen belanghebbenden kunnen beroep instellen bij de LAR-rechter (administratieve rechtspraak, red.). Iemand is bij de vaststelling van een ontwikkelingsplan belanghebbende als hij of zij daardoor rechtstreeks in zijn of haar belang wordt getroffen.”
Een natuurlijk persoon wordt rechtstreeks in zijn of haar belang getroffen, aldus de uitleg, als hij of zij gevolgen van enige betekenis van het ontwikkelingsplan ondervindt. Het gerecht vindt bij een van de eisers niet aannemelijk dat hij gevolgen van enige betekenis ondervindt, omdat hij op een te grote afstand van Oostpunt woont.
Rechtspersonen (stichtingen en verenigingen bijvoorbeeld, red.) kunnen ook belanghebbenden zijn. Dan moet gekeken worden naar de belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden behartigen. Van sommige eisers beschikt het gerecht niet over de informatie om dit te kunnen beoordelen. Van andere eisers vindt het gerecht dat zij, gelet op hun doelstellingen, niet rechtstreeks in hun belang worden getroffen of dat zij niet meer actief zijn en dus om die reden niet als belanghebbende kunnen worden aangemerkt.
Hoe zit het met de rechtsbescherming tegen de vaststelling van een ontwikkelingsplan? Uit artikel 13, derde lid, van de Landsverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning volgt dat tegen de vaststelling van een ontwikkelingsplan beroep openstaat bij de LAR-rechter. Maar omdat het in dit geval gaat om een wet (landsverordening) en de wetgever afwegingen heeft gemaakt bij de vaststelling daarvan, heeft de LAR-rechter ‘beperkte toetsingsmogelijkheden’.
De rechter mag niet in de afweging van de wetgever (Staten en regering samen) treden, behalve als het resultaat daarvan in strijd zou komen met de artikelen 3 tot en met 21 van de Staatsregeling (de ‘klassieke grondrechten’) of met internationaal recht met rechtstreekse werking.
De LAR-rechter biedt ondanks de beperkte toetsingsmogelijkheid dus wel rechtsbescherming, zowel bij het gerecht in eerste aanleg als in hoger beroep bij het Hof. Verder bestaat de mogelijkheid om voorafgaand aan de vaststelling van een ontwikkelingsplan voor iedereen om tegen het ontwerp-ontwikkelingsplan schriftelijke bezwaren in te dienen en voor belanghebbenden om tegen de ontwerp-bestemmingsvoorschriften schriftelijke bezwaren in te dienen. Die procedure staat in artikel 11 van de Landsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning Curaçao (Eroc). Naar het oordeel van het gerecht is dit artikel van toepassing, ook al gaat het hier om de totstandkoming van een landsverordening.
Is de Landsverordening herziening Oostpunt in strijd met het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) en/of internationale (milieu)verdragen? ,,Het gerecht vindt van niet”, meldt het Hof in het persbericht. De artikelen 6 en 13 van het EVRM zien, kort gezegd, op het recht op een eerlijk proces en op het recht op toegang tot de rechter. Deze artikelen vereisen echter geen effectief nationaal rechtsmiddel tegen formele wetgeving, zoals de Landsverordening herziening Oostpunt.
Verder wijst het gerecht op wat zij heeft gezegd over (de systematiek van) rechtsbescherming bij de vaststelling van een ontwikkelingsplan. Er is ook geen strijd met artikel 8 EVRM. Dat artikel kan in het geding zijn indien de overlast zo is dat die een betrokkene in ernstige mate in zijn gezondheid treft of hem belet in zijn woongenot en zijn privé- of gezinsleven. ,,Dat hebben eisers niet aannemelijk gemaakt.”
De artikelen in de internationale verdragen die eisers hebben genoemd, zijn zo geformuleerd dat die niet zonder nadere uitwerking in nationale regelgeving direct toepasbaar zijn. Daar kunnen eisers zich dus niet op beroepen. En voor zover al sprake zou zijn van zogenoemde directe werking, is het gerecht van oordeel dat de Landsverordening herziening Oostpunt met deze artikelen niet in strijd is. Dat komt door de tekst die is opgenomen in de Landsverordening herziening Oostpunt. Daarin staat - zoals gemeld - dat ontwikkelingen van de gronden te Oostpunt slechts kunnen plaatsvinden, als er passende voorwaarden worden gesteld en passende maatregelen worden getroffen die effectieve bescherming van de omgeving in overeenstemming met internationale verdragen waarborgen.