Tijdelijke Werkorganisatie monitort nauwlettend om tijdig te kunnen bijsturen
Van onze correspondent
Den Haag - De Curaçaose regering-Pisas heeft de nodige stappen gezet om te voldoen aan de voorwaarden die Nederland had gesteld aan de zevende tranche liquiditeitssteun. Maar er blijven inhoudelijke risico’s en zorgen over de uitvoering.
Dat schrijft staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer over het besluit van de Rijksministerraad (RMR) van 29 oktober om de nieuwe lening van 76 miljoen gulden aan Curaçao te verstrekken.
Om de risico’s te beperken zijn nadere afspraken gemaakt die in de Uitvoeringsagenda zijn opgenomen en wordt de voortgang door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ‘nauwlettend gemonitord om tijdig te kunnen bijsturen’.
Het besluit van de RMR was in september uitgesteld omdat Curaçao nog aan vijf punten moest werken. Het ging om de plannen van aanpak met betrekking tot de hervormingen van het fiscaal stelsel en de Belastingdienst; voor het minimaliseren van de verliezen bij het Curaçao Medical Center; voor de implementatie van het maatregelenpakket met betrekking tot het schommelfonds bij de Sociale Verzekeringsbank. Daarnaast moest de Uitvoeringsagenda voor het vierde kwartaal nog worden vastgesteld.
Door ‘de nodige stappen’ van Curaçao kon de RMR eind oktober alsnog akkoord gaan met de 76 miljoen gulden voor de zevende tranche, aldus Knops. Tegelijk is besloten dat Curaçao mag afwijken van de begrotingsnorm.
Die afwijking is gelijk aan de totale som aan liquiditeitssteun die Curaçao in 2021 heeft gekregen, plus het saldo op 1 januari 2021 aan liquide middelen. Steun die is besteed aan kapitaaluitgaven telt hierbij niet mee. Volgens berekening van het College financieel toezicht (Cft) komt dit uit op 488 miljoen gulden.
Over Aruba schrijft Knops kortweg dat er geen stukken zijn ontvangen en er dus geen besluitvorming over liquiditeitssteun voor het vierde kwartaal heeft plaatsgevonden. Van Aruba werd ‘een financieel onderbouwd plan van aanpak’ gevraagd voor besparingen bij de gezondheidszorg (de algemene ziektekostenverzekering AZV) voor 60 miljoen florin. Ook over afwijking van de begrotingsnorm in 2021 heeft de RMR geen besluit genomen.