Zonder aanvullende liquiditeitssteun vanaf december fors in de min
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Bij het uitblijven van Nederlandse liquiditeitssteun wordt de Curaçaose overheid al volgende maand geconfronteerd met een vrijwel lege kas. De beschikbare liquiditeit bedraagt dan nog maar 7,2 miljoen gulden. Een maand later is sprake van een ernstig liquiditeitstekort.
Dat blijkt uit de meest recente prognose van het ministerie van Financiën. Deze werd desgevraagd door Financiënminister Javier Silvania (MFK) aan het Antilliaans Dagblad ter beschikking gesteld.
Deze prognose bevat wel de eerder ontvangen financiële steun van Nederland van 75,5 miljoen en 92,5 miljoen (bij elkaar 168 miljoen), maar niet wat aan additionele liquiditeit voor het vierde kwartaal is verzocht en nog moet worden toegekend.
Na de laatste deeltranche blijft de overheid deze maand, oktober, nog in het zwart, namelijk met +62,9 miljoen in kas. Daarna slinkt de cashflow volgende maand snel en bedraagt de geprojecteerde liquiditeitsstand in november +7,2 miljoen.
De laatste maand van het tweede coronacrisisjaar, december 2021, sluit het Land Curaçao af met een voorlopig verwachte liquiditeit van -131,6 miljoen. Dat is, nogmaals, nog zonder aanvullende Nederlandse steun meegerekend.
Zelf heeft de regering-Pisas aangegeven voor de laatste drie maanden 203 miljoen nodig te hebben, terwijl het College financieel toezicht (Cft) niet verder zou willen gaan dan 76 miljoen.
In het Curaçaose wensenpakket zit overigens onder meer ook 29 miljoen voor investeringen in de wegen, die in slechte staat verkeren, en 88 miljoen om via het zogeheten Schommelfonds van de SVB (Sociale Verzekeringsbank) de noodlijdende gezondheidszorg te ondersteunen. Eind oktober beslist de Rijksministerraad over aanvullende - renteloze - leningen om de Curaçaose overheidskas bij te vullen.
Het Criminaliteitsfonds bevat 20,8 miljoen, maar die liquiditeiten worden niet meegerekend in de liquiditeitspositie van het Land, aldus de toelichting.
De prognose die minister Silvania naar deze krant stuurde, laat zien dat er structureel veel meer overheidsuitgaven zijn dan ontvangsten. In de laatste twee maanden van dit jaar ziet dat er als volgt uit: in november bedragen de totale uitgaven 214,6 miljoen, terwijl daar slechts 158,9 miljoen aan inkomsten tegenover staan; in december is dat 312 miljoen aan uitgaven versus 173,2 miljoen aan ontvangsten.
Verreweg het grootste deel aan inkomsten zijn belastingopbrengsten (loon-, winst- en omzetbelasting), douane (invoerrechten) en sociale premies. Deze ‘reguliere ontvangsten’ bedragen in november 153,4 miljoen en in december 167,7 miljoen.
De grootste uitgavenposten zijn ambtelijke salaris- en personeelskosten, crediteuren (in verband met afgenomen goederen en diensten), subsidies en overdrachten, de Landsbijdrage SVB (om de fondstekorten aan te zuiveren).
In verband met de coronacrisis komen daar nog extra kosten voor het Noodfonds Covid-19 bij: NOW-loonsubsidie, TVL-tegemoetkoming vaste lasten, uitkering ZZP’ers, uitkering baanverliezers en voor weerbaarheid van onderstandstrekkers.
Het is aan de stand van de liquiditeitspositie te zien dat de eerdere steun van Nederland in de vorm van leningen tegen nul procent flink hielp om niet in het rood te belanden. Bedroeg de steun dit jaar tot nu toe 168 miljoen, in het eerste coronacrisisjaar 2020 was dit 668 miljoen gulden aan liquiditeiten. Bij het niet doorkomen van extra geld duikt de staatskas na volgende maand fors in de min.
Realisatie augustus iets beter
In de meest recente liquiditeitsprognose zijn de gerealiseerde cijfers tot en met augustus verwerkt. Die geven enige reden voor optimisme. Want enerzijds zijn de werkelijke ontvangsten (167,7 miljoen) hoger dan de eerder geprojecteerde inkomsten (160,8 miljoen). En anderzijds laat vooral de uitgavenkant zien dat in augustus minder is besteed (176,5 miljoen) dan waar vooraf rekening mee was gehouden (204,4 miljoen).
Daardoor was het tekort (= het verschil ontvangsten minus de uitgaven) niet 43,6 miljoen, maar 8,8 miljoen. Als gevolg daarvan vertoont de landskas volgende maand nog een kleine plus in plaats van de aanvankelijk geprognosticeerde negatieve liquiditeit eind november. In de meest recente prognose is in december sprake van een liquiditeitstekort van dus 131,6 miljoen gulden.