‘Geen overtuigende argumenten, wel significante risico’s’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Voor de monetaire unie van Curaçao en Sint Maarten zou dollarisering waarschijnlijk geen significante economische voordelen opleveren, terwijl de lasten en met name de overgangsrisico’s daarvan reëel zijn.
Dat stelt de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) in een standpuntnota met een grondige analyse van de baten en lasten van het invoeren van de Amerikaanse dollar als officiële munteenheid, ofwel dollarisering.
,,Het voordeel van het wegvallen van het valutarisico (bij dollarisering, red.) is beperkt, gezien de geloofwaardige koppeling die nu al 50 jaar in stand is”, doelend op de koppeling van de Nederlands-Antilliaanse gulden aan de dollar.
Verder: ,,De inflatie is al betrekkelijk laag en stabiel, en houdt gelijke tred met de inflatie in de Verenigde Staten. Bovendien zou dollarisering niets afdoen aan de verantwoordelijkheid van de regeringen van beide landen (Van Curaçao en Sint Maarten, red.) om zich aan de strikte begrotingsregels te houden die zijn vastgelegd in de Rijkswet financieel toezicht (Rft).”
Anderzijds, zo vervolgt de CBCS in de nota, spreekt het verlies van het monetaire beleidsinstrument, overheidsinkomsten van seigniorage en licentierecht en de functie van kredietverlener in laatste instantie voor zich.
,,Voor de landen is er dan ook geen dwingende of dringende economische reden om te dollariseren”, concludeert de Centrale Bank die de belangrijkste baten en lasten van dollarisering vergeleken met de huidige conventionele koppeling op een rijtje heeft gezet.
Uiteindelijk gaat het bij dollarisering ‘om een politiek besluit’, aldus de CBCS, maar dan één dat pas mag worden genomen na zorgvuldige beschouwing en begrip van de fundamentele, onderliggende macro-economische factoren en de noodzakelijke institutionele, operationele en structurele hervormingen.
,,Immers, sinds de koppeling van de gulden aan de dollar hebben zich noch in de Nederlandse Antillen noch in de huidige monetaire unie gevallen van wisselkoersaanpassingen voorgedaan.”
Door de jaren heen is het huidige wisselkoersstelsel van de monetaire unie van Curaçao en Sint Maarten regelmatig onderwerp van discussie geweest. Met de Landspakketten treedt het onderwerp opnieuw op de voorgrond. Daarin wordt namelijk onder meer geëist dat een onafhankelijke partij een analyse uitvoert van de maatschappelijke lasten van een eigen munt versus dollarisering. Die analyse is meegenomen in het Staff Report van het IMF voor de Artikel IV-Consultatie met Curaçao en Sint Maarten 2021.
Met name op Sint Maarten wordt dollarisering vaak als alternatief voor het huidige stelsel geopperd, aangezien daar de Amerikaanse dollar al op grote schaal in circulatie is en de facto als betaalmiddel voor goederen en diensten wordt geaccepteerd.
De standpuntnota van de CBCS geeft een uitgebreid overzicht van diverse wisselkoerssystemen en legt de verschillen uit tussen conventionele koppelingen, zoals die van het huidige stelsel dat door de monetaire unie van Curaçao en Sint Maarten wordt toegepast, zwevende wisselkoerssystemen en volledige dollarisering, waarbij een land de Amerikaanse dollar als wettig betaalmiddel aanneemt.
Verder geeft het document gedetailleerde voorbeelden van landen die tot dollarisering zijn overgegaan, de motiveringen voor hun besluit, en een beschrijving van de voor- en nadelen die zij daarbij hebben ervaren.
,,De wisselkoers is in wezen de relatieve prijs van een munteenheid ten opzichte van een andere munteenheid of groep munteenheden”, legt de CBCS uit. Het geldt als een belangrijke factor die de economische activiteit, de inflatie en de betalingsbalans beïnvloedt.
,,Daarom zijn de keuze en het beheer van het wisselkoersstelsel van cruciaal belang om het concurrentievermogen, de macro-economische stabiliteit en de groei te waarborgen.” Kleine en open economieën kiezen vaak voor een conventionele wisselkoerskoppeling.
De keuze voor de Amerikaanse dollar als ankervaluta op Curaçao en Sint Maarten is te verklaren door de sterke handelsrelatie met de Verenigde Staten, die voor Sint Maarten nog sterker telt dan voor Curaçao. Bovendien worden de meeste internationale transacties in beide landen in Amerikaanse dollars uitgevoerd.
Landen met een dergelijk wisselkoerssysteem beheren hun buitenlandse handel door bij de Centrale Bank een toereikende voorraad buitenlandse reserves, zoals Amerikaanse dollars, aan te houden om onder meer de vlotte afwikkeling van internationale betalingen te kunnen garanderen. ,,In het geval van de monetaire unie is de algemeen aanvaarde norm, dat de reserves toereikend moeten zijn voor een dekking van minstens drie maanden import.”
De Nederlands-Antilliaanse gulden (NAf.) is sinds 1971 met succes aan de Amerikaanse dollar gekoppeld tegen NAf. 1,79 per dollar (USD). Dat bleef zo na de ontbinding van de Nederlandse Antillen in 2010 en de conventionele koppeling van de gulden aan de dollar is nog steeds het geldende wisselkoersregime in de monetaire unie van Curaçao en Sint Maarten.
CBCS: ,,De koppeling houdt zich solide, zoals blijkt uit de importdekking (oftewel de verhouding tussen de totale import van goederen en diensten van de unie en de officiële reserves, met uitzondering van goud) die zich ruim boven de norm van drie maanden handhaaft.”
Voordelen en nadelen
Landen die voor dollarisering hebben gekozen, zijn ofwel microstaten ofwel landen die grote economische moeilijkheden hebben doorgemaakt. Over de baten en lasten van dollarisering bestaat een uitgebreide hoeveelheid literatuur.
Een van de voornaamste voordelen van dollarisering is het wegvallen van het risico van wisselkoersaanpassingen, ook wel valutarisico genoemd, hetgeen leidt tot lagere rentetarieven en stabielere internationale kapitaalbewegingen, wat op zijn beurt de investeringen en de economische groei ten goede kan komen. Een ander winstpunt is de verlaging van de transactiekosten in het handelsverkeer en de kapitaalstromen door het wegvallen van de noodzaak om de valuta in de ankervaluta om te wisselen. Bovendien kan dollarisering leiden tot prijsstabilisatie, aangezien de inflatie de neiging heeft te convergeren naar het inflatiepercentage in het land van de ankervaluta. Ten slotte bevordert dollarisering de begrotingsdiscipline doordat monetaire financiering van begrotingstekorten, oftewel het drukken van geld, aan banden wordt gelegd.
Een van de voornaamste nadelen van dollarisering is dat de mogelijkheid om een onafhankelijk monetair en wisselkoersbeleid te voeren volledig wordt opgegeven. Om externe schokken op te vangen, moeten gedollariseerde economieën hun toevlucht nemen tot aanpassingen van de nominale lonen en van bepaalde prijzen. Een ander minpunt van dollarisering is het wegvallen van de seigniorage-inkomsten, oftewel de winst die de monetaire autoriteit maakt uit hoofde van haar recht om valuta uit te geven (deze winst is het verschil van de nominale waarde en de productiekosten van bankbiljetten). Ten slotte verliest de monetaire autoriteit ook de mogelijkheid om voor noodlijdende banken als kredietverlener in laatste instantie (lender of last resort) op te treden bij het verschaffen van liquiditeit aan banken in moeilijkheden.