Directie Banco: Correspondentbankrelaties ongewijzigd gecontinueerd
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het besluit tot ondertekening van de verkoopovereenkomst inzake Banco di Caribe (BdC) door de Centrale Bank CBCS als bevoegd gezag van Ennia Caribe Holding onder de noodregeling is door de raad van bestuur (RvB) van de CBCS ‘met unanimiteit genomen’. ,,Dat betreft dus ook de koopprijs.” Zo laat de Centrale Bank weten na vragen hierover van het Antilliaans Dagblad aan de CBCS-top.
,,Zoals eerder gecommuniceerd, reflecteert de koopprijs de waarderingen van BdC door externe deskundigen.” Over de koopprijs worden verder geen mededelingen gedaan. ,,Zoals eveneens aangegeven dient nu de toezichtrechtelijke toets plaats te vinden alvorens de verkoop kan worden geëffectueerd.”
Over correspondentbankrelaties van individuele instellingen doet de CBCS normaliter geen uitspraken. ,,In dit geval heeft BdC toestemming gegeven het volgende te laten weten: ‘Na aankondiging van de verkoop zijn de correspondentbankrelaties van BdC ongewijzigd gecontinueerd.’”
Bij de verkoop van Banco di Caribe is de Centrale Bank CBCS niet over één nacht ijs gegaan, maar heeft zich intensief laten bijstaan door drie gerenommeerde internationale adviesbureaus: een accountantskantoor, een advocatenkantoor en een investment banker.
Het betreft Deloitte Nederland (accountants), De Brauw Blackstone Westbroek (advocaten) en BroadSpan Capital (investment bankers). Zo verneemt het Antilliaans Dagblad in verband met de aangekondigde verkoop van BdC aan United Group Holdings.
,,Samen met professionele adviseurs uit Curaçao, maar ook uit Nederland en uit de Verenigde Staten, is gezocht naar de beste deal, waarbij stabiliteit en prijs leidend waren”, antwoordde de CBCS al eerder op vragen van deze krant over het verkoopproces en ‘waarom United’.
,,Dit is de uitkomst van een langdurig, zorgvuldig ontworpen proces.” Er is uitgebreid gekeken naar alle strategische opties voor BdC, inclusief verzelfstandiging of onder Ennia blijven. Ennia, die onder de noodregeling staat, is de verkoper, terwijl de Centrale Bank in verband met die noodregeling optreedt als vertegenwoordiger van de verkoper.
,,De uitkomst daarvan was dat een verkoop aan een ander, zowel voor BdC als voor Ennia de beste optie zou zijn”, aldus de CBCS. ,,Na uitgebreide gesprekken met en boekenonderzoek door een handvol mogelijke kopers kon met United de beste deal gesloten worden. We geloven dat United voor BdC de beste nieuwe aandeelhouder is en Ennia het meest oplevert.”
Toch zou er volgens een publicatie van dagblad Èxtra gisteren bij de Centrale Bank ‘intern verdeeldheid bestaan’ over überhaupt de verkoop en over de verkoopprijs. Ook meldt genoemde krant dat een correspondentbank van BdC de relatie zou hebben opgezegd nadat de verkoopplannen bekend werden.
Dit laatste wordt desgevraagd krachtig ontkend door BdC-ceo Fons Simon: ,,Alles is ‘business as usual’ en we hebben nog gewoon onze correspondentbanken”, laat hij het Antilliaans Dagblad weten.
De kwestie van de correspondentbankrelaties, van cruciaal belang om internationale transacties in bijvoorbeeld dollars en euro’s te kunnen doen, speelt al langer en voor meerdere banken. Vaak heeft dit meer te maken met de Caribische regio (de betreffende jurisdicties), die relatief lage volumes biedt bij de afweging met de mogelijk gepercipieerde risico’s.
Over de vermeende interne verdeeldheid zegt de CBCS dat de directie van de Centrale Bank unaniem het besluit heeft genomen. De voorgenomen verkoop van BdC aan United werd op zaterdag 11 september ondertekend, onder meer door Centrale Bank-president Richard Doornbosch. Hij is binnen de CBCS tevens belast met toezicht.
Bij de bekendmaking daarna op 16 september werd direct al gemeld dat het definitief doorgaan van de closing ‘voorwaardelijk is aan succesvolle afronding van de wettelijk vereiste toezichtsrechtelijke toetsing’. Dat wordt nu herhaald.
Met andere woorden: de CBCS als vertegenwoordiger van de verkoper (Ennia Caribe Holding, ECH) is rond, maar het wachten is nog op de CBCS als toezichthouder. Partijen kondigden aan de verkoop in het vierde kwartaal van dit jaar te willen afronden.