Werknemer moet zelf basispensioenregeling treffen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Als het verplichte basispensioen realiteit wordt zal er veel afhangen van de deelnemer die hier zelf verantwoordelijk voor wordt gesteld. Dit staat in het aangepaste wetsvoorstel Verplicht Basispensioen dat morgen in een centrale commissievergadering in de Staten behandeld wordt.
Ook is het de bedoeling dat de Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) op den duur verdwijnt en geheel vervangen wordt door dit basispensioen.
De discussie over het verplicht invoeren van een extra pensioenregeling voor werknemers die anders alleen AOV-uitkering krijgen, wordt al sinds 2018 gevoerd. Het wetsvoorstel had indertijd nog te veel haken en ogen volgens de verschillende adviesorganen. Ingaande op één van de kanttekeningen die indertijd gemaakt werden, namelijk dat er niet van uitgegaan kan worden dat een werknemer jaren in dienst is bij eenzelfde werkgever, wordt nu uitgelegd dat de deelnemer zelf een belangrijke rol heeft bij het opbouwen van dit basispensioen. ,,In de toekomst zal de deelnemer zelf beleggen voor zijn pensioen op basis van de door de werkgever verstrekte premie. Deze premietoezegging wordt een vast onderdeel van de arbeidsvoorwaarden.” De werkgever heeft alleen een faciliterende rol, zo staat nog in de uitleg. De deelnemers kunnen zich collectief laten vertegenwoordigen hierin en vanuit de pensioenuitvoerders moet een inlegafhankelijke opbouwregeling worden aangeboden.
In 2018 stelde de Sociaal-Economische Raad (SER) dat het pensioendebat gezond is en van groot belang, maar het voorstel werd wel grotendeels afgekeurd. Ook de Raad van Advies (RvA) vond het wetsvoorstel, ingediend door de MAN, nog niet rijp voor behandeling.
Wat morgen in de Staten besproken wordt is een ‘ontwerp zoals gewijzigd naar aanleiding van het nader advies van de RvA en de SER’, zo staat geschreven bij het ontwerp dat in januari van dit jaar aan de Staten is aangeboden. Anders dan bij het AOV-stelsel waar werkenden het pensioen opbrengen van de huidige gepensioneerden (omslagstelsel), wordt dit een kapitaaldekkend systeem waarbij de werkende samen met de werkgever voor zijn of haar eigen pensioen spaart.
In de nieuwe Memorie van Toelichting (MvT) wordt nog eens uitgelegd dat 50 procent, oftewel 30.000 mensen, geen andere oudedagsvoorziening hebben dan de AOV. Doel is het pensioenstelsel financieel houdbaar te houden en de gepensioneerde een inkomen te geven op het niveau van het bestaansminimum. Daarbij is het de bedoeling dat de AOV, vanwege de toenemende vergrijzing en daardoor onhoudbaarheid, in de toekomst kan worden gesaneerd waarbij de opbouw en premie voor het kapitaaldekkend deel kan worden aangepast, zo wordt nog uitgelegd in de MvT. De invoering van het basispensioen is dan ook een groeiscenario waarvoor de wetgeving flexibel moet zijn. Uitgelegd wordt: ,,Om deze reden worden bij de opstart slechts de structurele, grondbeginselen en de bij Landsbesluit houdende algemene maatregelen (Lbham) nader in te vullen variabelen opgenomen in de Landsverordening.”
Om alles wettelijk vast te leggen, te plannen, implementeren en controleren voert het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) de regie, aldus het voorstel. SOAW moet dan wel versterkt worden met de nodige deskundigheid en een instrumentarium, waaronder een actuarieel rekenmodel. Het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) zal de macro-economische effecten meten en het ministerie van Financiën doet de fiscale analyse.
,,De Landsverordening moet in 2021 door de Staten worden goedgekeurd zodat per januari 2022 kan worden gestart met het verplicht basispensioen. Het jaar 2021 wordt gebruikt als implementatietraject waarbij de invoering wordt voorbereid”, zo luidt de planning.