Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De begroting 2022 van het Land Curaçao laat een tekort van de gewone dienst zien van 262,4 miljoen gulden. Dat blijkt uit de door het Antilliaans Dagblad opgevraagde begrotingsstukken.
Een eerdere versie ging nog uit van 378 miljoen tekort, zo valt te lezen in de bijbehorende adviezen. Overigens was de inkt van de tijdig door Financiënminister Javier Silvania (MFK) bij de Staten ingediende ontwerpbegroting nog niet droog, of de regering meldt al dat er een nota van wijziging of een suppletoire begroting komt. Met andere woorden: er is (mede door de crisis) nog zoveel onduidelijk dat alles kan veranderen.
Helder is wel dat volgens de ‘Recapitulatiestaten’ er volgend jaar en ook nog zeker tot 2025 tekorten zullen zijn op de gewone dienst. De financiële normen van de Rijkswet financieel toezicht (Rft) schrijven een sluitende gewone dienst voor (dus géén tekorten). ,,De tekorten op de gewone dienst reflecteren de effecten van de Covid-19-pandemie op de begroting”, schrijft het kabinet-Pisas dat pas onlangs, medio juni 2021, aantrad.
In de coronacrisisjaren 2020 en 2021 noteert de jaarrekening van 2020 een min van 719 miljoen en de begroting van het lopende dienstjaar 2021 een deficit van 823 miljoen. Om deze tekorten aan te vullen, kreeg Curaçao (en ook de andere Caribische landen Aruba en Sint Maarten) liquiditeitssteun van Nederland.
Op basis van de huidige overeenkomsten zal Curaçao in april 2022 de in 2020 en 2021 verstrekte en eventueel nog te verstrekken liquiditeitssteun moeten aflossen. Deze aflossing is opgenomen op de kapitaaldienst van volgend jaar onder gelijktijdige ‘herfinanciering’ van het totale bedrag (waarin de in juni door de Rijksministerraad RMR goedgekeurde tranche liquiditeitssteun van 168 miljoen nog niet is opgenomen).
Hiermee komt de zogeheten ‘financieringsbehoefte’ voor volgend jaar op het astronomische bedrag van minimaal 1,1 miljard gulden; zijnde het negatieve saldo voor 2022 plus de aflossing op de eerdere leningen. Dat is bijna evenveel als dat er lokaal aan alle belastingen bij elkaar wordt opgehaald, namelijk 1,3 miljard (1.331 miljoen).
In totaal rekent de begroting 2022 (gewone dienst plus kapitaal- en verdeeldienst) op 2,7 miljard. De herfinanciering van oude leningen vormt met 846 miljoen de grootste uitgavenpost; gevolgd door 501 miljoen aan sociale zekerheid en 451 miljoen aan beloning overheidspersoneel. Die laatste post stijgt ten opzichte van de 420 miljoen van 2021 maar is vrijwel gelijk aan 2020.
De inkomsten van de gewone dienst worden gecalculeerd op bijna 1,5 miljard (1.485 miljoen) waarvan dus 1,3 miljard uit belastingen van burgers en bedrijven. De hoogte van de kapitaaldienst reflecteert de financieringsbehoefte. Op de kapitaaldienst wordt het niveau van investeringen in de begroting omlaag gebracht tot het niveau van de afschrijvingen.
In de inleiding op de begroting - het ‘belangrijkste beleidsdocument van het Land’ genoemd, omdat het een weergave is van een integraal afwegingsproces van besteding van de schaarse algemene middelen - is ook weer, net als vorig jaar, veel aandacht voor de negatieve impact van de covidcrisis. Het kabinet-Pisas (MFK/PNP) heeft, gezien de nog korte tijd dat het in Fòrti zit, nog weinig eigen inbreng kunnen leveren aan de begroting 2022. Wel meldt de inleiding helemaal onderaan: ,,Het belangrijkste onderdeel van het Regeerakkoord van de nieuwe regering is ervoor zorgen dat Curaçao uit de crisis raakt waarin het zich nu bevindt door het coronavirus. De partijen roepen de bevolking op tot eenheid en samenwerking.”