Motie benadrukt autonomie Curaçao
Silvania: Ratificatie afspraken voorwaarde Nederland
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De regering-Pisas heeft de steun van de Staten gekregen voor het vervolgen van de onderhandelingen met Nederland op basis van de afspraken die november vorig jaar zijn vastgelegd in het Landspakket.
In de nacht van donderdag op vrijdag heeft het Curaçaose parlement in een motie ingestemd met de ingeslagen weg, maar wel met de nodige armslagen.
De motie is kamerbreed aangenomen met negentien stemmen voor en nul tegen. Alleen Zita Jesus-Leito (PAR) en Statenvoorzitter Charetti America-Francisca hebben geen stem uitgebracht. Zowel coalitie als oppositie was na uren debatteren tevreden met het resultaat. ,,Het parlement laat hiermee weten achter de beslissing van de regering te staan om het Landspakket te ratificeren en verder te onderhandelen met Nederland”, zegt Quincy Girigorie (PAR). MFK-Statenlid Amerigo Thodé zegt dat de regering nu een belangrijk instrument in handen heeft. ,,We hebben laten zien dat we werken voor Curaçao.”
De motie kwam tot stand nadat minister van Financiën Javier Silvania (MFK) het belang ervan had toegelicht en afgelopen maandag in een brief aan de Staten een oproep deed de regering formeel te steunen. Dit om te voldoen aan de voorwaarden van Nederland bij de liquiditeitssteun van 168 miljoen gulden. Eerder werden tijdens de openbare vergadering op donderdag 1 juli al twee landsverordeningen aangenomen. ,,Daarnaast is het nodig dat de Staten een motie aannemen waarmee de afspraken die november 2020 met Nederland zijn gemaakt worden geratificeerd”, zei Silvania. De regering had die stap de dag daarvoor al genomen. Silvania: ,,Maar staatssecretaris Knops wil ook dat het parlement laat zien het kabinet-Pisas te steunen in de intentie de economie te kunnen hervormen. Die afspraken zijn vastgelegd in het Landspakket.” Silvania benadrukte dat de maatregelen niet hoeven worden opgelegd door Nederland, omdat de regering er zelf al van doordrongen is dat die noodzakelijk zijn. ,,Onze eigen ambtenaren hebben de lijst met hervormingen opgesteld. Maar we hebben de steun van de Staten nodig.” De minister van Financiën heeft wel begrip voor de eisen van Nederland. ,,Regering na regering deed loze beloftes. Nederland wil nu zwart op wit dat we echt serieus zijn en de hervormingen willen doorvoeren.” Niets doen is geen optie. Dan loopt het tekort in december op naar een half miljard gulden. ,,Zo kunnen we niet doorgaan”, zegt Silvania. ,,We moeten de overheidsfinanciën gezond maken door de nodige veranderingen door te voeren.”
In de motie geven de Statenleden groen licht aan de regering-Pisas om verder te onderhandelen met Nederland in het kader van de liquiditeitssteun, ‘gebaseerd op gezamenlijke afspraken en het structureel informeren van het parlement’. Maar tegelijkertijd dringt het parlement erop aan dat een en ander gebeurt ‘met respect voor de autonomie van ons land zoals is verankerd in het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden en de Staatsregeling van Curaçao’. Bovendien moet rekening gehouden worden met alle bezwaren die eerder zijn aangevoerd door de Raad van Advies en de Raad van State.
Alhoewel uiteindelijk niemand tegen de motie heeft gestemd, klonk er de nodige kritiek, ook uit de hoek van de coalitie. MFK-lid Eduard Braam voerde een deel van zijn betoog bewust in het Nederlands, ‘zodat het Knops ter ore komt’. Braam wees Knops erop het gevoel te hebben ‘dat u ons telkenmale maatregelen oplegt, zonder wederzijdse goedkeuring’. ,,Een model van slikken of stikken.” Dat druist in tegen artikel 37 van het Statuut dat stelt ‘dat landen zo veel mogelijk overleg zullen plegen over alle aangelegenheden waarbij belangen van twee of meer landen zijn betrokken’. Braam: ,,Ik beschouw de Rijkswet Coho als een klassiek voorbeeld van oplegging van een rijkswet zonder wederzijdse goedkeuring.” Zijn partijgenoot Fergino Brownbill spreekt van ‘mentale slavernij’ en vindt dat de scheiding der machten in het gedrang is. ,,De regering moet haar werk doen en wij als Staten het onze. Niemand kan bepalen wat de Staten beslissen, dat is het mandaat dat wij van de bevolking hebben gekregen.”