Het kabinet-Pisas was/is nog nauwelijks twee weken aan het werk, maar op één dag kwamen uit drie verschillende hoeken heldere boodschappen en signalen over wat de nieuwe regering van MFK en PNP te doen staat. Het zal toeval zijn geweest: dat zowel de Cft-voorzitter (College financieel toezicht), de staatssecretaris Koninkrijksrelaties én het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) uitspraken deden over het financieel-economisch - en daarmee ook sociaalmaatschappelijk - beleid.
Voorzitter Gradus van het Cft somde de reeds langer bekende feiten en aanbevelingen op, wat dat betreft geen nieuws onder de zon, maar bijna tussen neus en lippen door gaf hij wel aan dat de Curaçaose ‘overheidsbegroting weinig ruimte biedt voor investeringen’. Ook dat zal niemand (hoeven te) verrassen, maar het was wel een reactie op de eerder door de coalitie geuite wens om - à la Aruba tot een paar jaar terug - door middel van het pompen van overheidsgeld, ‘demand-side economics’, de economie aan te zwengelen. Ten eerste heeft de vrijwel failliete overheid dat geld helemaal niet, zoals Gradus zegt, maar, en dat zei hij er niet bij, investeren is en blijft iets van vooral de particuliere sector terwijl de publieke sector moet zorgen voor het juiste klimaat (een klus op zich).
Op dezelfde dag kwam de brief uit van staatssecretaris Knops in verband met de besluitvorming van de Rijksministerraad (RMR) over de liquiditeitssteun. Daaruit blijkt dat Pisas nog heel wat huiswerk te doen heeft, zoals het Antilliaans Dagblad berichtte. Dat valt zeker niet allemaal zijn regering aan te rekenen, dat kan ook haast niet, maar het ligt nu wel op zijn bordje; én het lijkt erop dat MFK en PNP veel van waar ze vóór de verkiezingen mordicus tegen waren, toch zullen moeten uitvoeren willen zij de noodzakelijk financiële steun blijven ontvangen. Te beginnen met 168 miljoen voor de komende drie maanden. Voor een deel schuift Knops de vertraging overigens wél in de schoenen van de nieuwe coalitie, want die heeft gezorgd voor ‘onduidelijkheid over de standpunten’ ten aanzien van diverse dossiers en de consensusrijkswet Coho.
Het IMF, door de nieuwe regering gebombardeerd tot de ideale neutrale buitenstaander in de relatie tussen Curaçao en Nederland, is heel duidelijk: Kom, in je eigen belang, zo snel mogelijk tot een akkoord met Den Haag. De eerder (onder het voormalige kabinet-Rhuggenaath) bereikte overeenkomst over het aan het Coho verbonden Landspakket biedt volgens IMF een unieke kans om tot algehele verbetering te komen. Pisas (MFK) en zijn coalitiepartner Ruthmilda Larmonie (PNP) wilden het liefst het IMF inschakelen in de plaats van het Coho, maar de zogeheten Artikel IV-missie van het IMF zegt feitelijk: Kies niet voor het IMF, maar maak zo snel mogelijk een deal met Nederland. Beter ga je het niet krijgen en anders moet abrupt het mes écht in eigen vlees, met alle nadelige gevolgen van dien voor economie en sociaal welzijn.
Drie boodschappen op één dag. Más claro no canto un gallo! (Duidelijker kan een haan niet kraaien!).
Naam bij redactie bekend,
Curaçao